1 FEBRUARI 1996 54 Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Wij gaan akkoord met de financiële bijdrage die wordt gevraagd. Het is naar onze mening juist om, op instigatie van de gemeente, voor de bewoners van de binnenstad een goede winkelvoorziening te laten ontwikkelen. Wij begrijpen eigenlijk niet goed waarom wij moeten instemmen met optie 4 van de volumestudies. Er is een bestemmingsplan voor de binnenstad dat deze ontwikkeling geheel toelaat. Het college klaagt altijd steen en been als de raad artikel 19-procedures naar zich toetrekt. Dat geklaag begrijpen wij niet goed, want dat wij dat doen is heel vaak nodig. Het bevreemdt ons dat het college de raad nu zelf zo'n verzoek aanreikt. Waarover wij ons opnieuw zorgen maken is dat de verdere planontwikkeling door het college wel zodanig wordt bewaakt, dat de realisering van deze supermarkt ook zoveel mogelijk verzekerd is. Wij vragen ons af of 850 vierkante meter beslist nodig is op deze locatie en ook of de oppervlakte zich wel verhoudt tot de hoeveelheid parkeerplaatsen. De wethouder gaat er daarbij wel vanuit dat de nota Parkeren en Navigeren moet worden gehanteerd. Maar wij wagen te betwijfelen of dat beleid van de bekende parkeerplaatsen ook opgaat voor super markten. De tijd dat men met het tasje aan het stuur boodschappen ging doen is al lang voorbij en als de supermarkt het daarvan moet hebben, dan is hij geen lang leven beschoren. Het is wel goed om te bedenken dat 850 vierkante meter even groot is als de huidige supermarkt op het Valkeniersplein. Andere vergelijkingen wil ik niet trekken. Een belangrijke vraag onzerzijds is: is er een goed communicatieplan met de omwonenden en de belangheb benden? Wordt er ook heel nauwgezet gekeken dat binnen de mogelijkheden die het bestem mingsplan biedt wordt gewerkt? Als die zaken niet goed worden behartigd, dan baart deze ontwikkeling ons grote zorgen. Dat wil de VVD-ffactie niet graag binnen korte tijd wederom meemaken, ten koste van weer een plan dat we toch allemaal gerealiseerd willen zien. Wij willen u nog wijzen op punt 1 van het besluit. Wij vinden, los van de precedentwerking die er staat, dat overbodig. Bovendien mag optie 4 geen wet van Meden en Perzen zijn. Daarvan willen wij zeggen: kijkt u hoever u komt en sta alsjeblieft open voor modificaties. Met deze kanttekening, ongeacht het antwoord, stemmen wij toch in met het voorstel, omdat wij graag willen zien hoe het afloopt en nogmaals, wij zouden niet graag zien dat er hier een herhaling plaatsvindt van een supermarkt die ons ook erg lief was en die verder toch ergens is gestrand. Wethouder DE BRUUN Mijnheer Boer, wij hebben nadrukkelijk in de richting van de initiatiefnemers gezegd dat wij het liefst zien dat die kap gehandhaafd blijft. Anderzijds moet je constateren dat met name het pand daaronder in een dusdanige staat verkeert dat het realiseren van een supermarkt daar niet tot de mogelijkheden behoort. En dan kun je tot een afweging komen inzake de functie en het dak. Dat laat onverlet dat wij met de initiatiefnemers het uiterste zullen doen om te proberen om die kapconstructie te handhaven. Mevrouw Van Beusekom, het is terecht dat u zegt dat het bestemmingsplan de basis, het uitgangspunt is. Als er modificaties op plan 4, zoals dat is voorgelegd, plaatsvinden, doen wij dat uiteraard binnen dat bestemmingsplan. Dat hebben wij nu als een goed kader om daarmee aan de gang te gaan. Dat betekent ook dat we de parkeer- norm ten behoeve van dit soort voorzieningen, en dan denk ik ook aan de nota Parkeren en Navigeren, uitdrukkelijk als uitgangspunt nemen en die zullen ook moeten worden gereali seerd, maar ook in dezen weer uitgaande van dat bestemmingsplan. Dus dat is weer het kader. U zegt eigenlijk: laten we deze supermarkt niet door onze vingers glippen. Wij proberen de realisatie op deze manier mogelijk te maken, maar wij zullen altijd afhankelijk zijn van de commerciële haalbaarheid die een mogelijke exploitant ziet zitten. Gelet op de woningbouw in de directe omgeving en de woningbouw die in die directe omgeving ook nog zal plaatsvinden, hebben wij het gevoel dat er voldoende draagvlak is en is ook de belangstel ling voor een dergelijke supermarkt aanwezig. Daarom denk ik dat een en ander commercieel wel mogelijk moet zijn, echter dit is altijd aftiankelijk van de inzichten van de exploitant. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 54