26 SEPTEMBER 1996
554
De heer VERPAALEN
In de commissievergadering heb ik ten aanzien van het voorstel onder agendapunt 203 bezwaar
gemaakt tegen het beschikbaar stellen van een krediet, te dekken uit de post onvoorzien, van
100.000,—. Wij zijnvan oordeel dat dat uitdepost reserves zou moeten worden bekostigd. Verder
verwijs ik naar hetgeen in de commissievergadering onzerzijds is gezegd.
Wethouder VAN DONGEN
Het GMP-2 is, zoals meerdere sprekers zeggen, meer gericht op de uitvoering dan op hoogdravende
beleidsvoornemens. Maar ik hoop dat ook in de richting van die uitvoering mensen als de heer
Maas en ook anderen hier die gedrevenheid blijven houden en die prikkel blijven geven om de
uitvoeringte stimuleren. Deheer Peeters doet dat ten aanzien vanhet onderdeel verkeer en vervoer.
Ook anderen doen dat. Vanuit die optiek zullen ook alle belangenorganisaties die prikkel moeten
blijven geven. Want zonder gedrevenheid blijf je dat milieubeleid niet houden. Ik denk dat wij
met elkaar ten aanzien van dit GMP een stap vooruit hebben gezet om te proberen het milieubeleid
om te zetten van idealisme, van actualisering van de stand van zaken destijds naar reële zakelijke
productgerichte plannen en dat wij proberen die ook in de toekomst zodanig te concretiseren in
de uitvoeringsprogramma's, dat zij ook leiden tot reële producten, tot reële taken in deze gemeente.
Als de waardering voor die opzet ook straks wordt omgezet in daden, dan betekent dat dat we
op die basis ook invulling moeten geven aan de woorden, structureel en aan alle plannen. Want
op die basis zullen we dan ook kunnen zeggen welke stappen we met elkaar zetten. Dat heeft te
maken met alle beleidsterreinen, energiebeleid, afvalpreventiebeleid, verkeers- en vervoerbeleid.
Als we met elkaar die stappen willen zetten, dan zullen wij daarvoor ook de taken en financiën
beschikbaar moeten stellen. U heeft in het investeringsprogramma gezien dat we bepaalde punten
reeds kunnen concretiseren. Ik neem ook aan dat de nieuwe raad bij de behandeling van de nieuwe
begroting daaraan nadere invulling zal geven. U zult op basis van het Milieubeleidsplan nog dit
jaar een uitvoeringsprogramma voorgelegd krijgen, op basis van de beschikbare middelen zoals
die nu in de begroting zitten. Wij zullen daarbij aangeven welke richting we met andere middelen
uit zou kunnen gaan, en de nieuwe raad zal uiteindelijk het oordeel daarover moeten vellen. Ten
aanzien van de opmerkingen die de heer Maas en ook de heer Peeters maakten over het verkeers-
en vervoerbeleid het volgende. Het gaat erom dat wij met onze investeringen en beleidsmaatregelen
proberen vorm te geven aan het verkeers- en vervoerbeleid, zoals bijvoorbeeld is vastgelegd in
het VCP binnenstad. Het betekent wel dat we dat gefaseerd moeten doen. Want wat kan de stad
aan, wat kunnen de centen aan? Het heeft te maken met voorzieningen ten aanzien van de
automobiliteit, het openbaar vervoer, voorzieningen ten behoeve van fietsers en andere verkeersvor-
men. Wij proberen daaraan gestaag uitvoering te geven, zoals reeds de afgelopen jaren op het
gebied van het openbaar vervoer en het fïetsverkeer concrete maatregelen zijn getroffen. U krijgt
er binnenkort nog een aantal voorgelegd. Waar de stad voor openligt, heeft heel veel te maken
met voorzieningen ten behoeve van het fïetsverkeer en het openbaar vervoer. Kijkt u maar naar
de Lunetstraat en de Claudius Prinsenlaan. Ten aanzien van het energiebeleid en de doelstellingen
die daarvoor zijn geformuleerd, de heer Dubbelman vroeg daarnaar, het volgende. Wij sluiten
aanopdedoelstellingendieooklandelijkzijngeformuleerdenprobereninhetuitvoeringsprogram-
ma Energie en in overleg met de nutsbedrijven tot concretisering daarvan te komen. Wij zullen
daarbij allerlei projecten betrekken, zoals die in de voorstellen zijn genoemd, inclusief de
werkgelegenheidsprojecten, als ons de mogelijkheid daartoe wordt gegeven. Die concretisering
zal dan ook volgen. Ten aanzien van de opmerking van de heer Marée in het kader van het duur
zaam bouwen en de controles het volgende. Met betrekking tot duurzaam bouwen weet ik niet
of de lijstvan staatssecretaris Tommei inmiddels is vastgesteld, maar die zal in de verdere projecten
ook worden meegenomen. Ik heb in de commissie reeds meerdere malen gezegd, dat wij bij de
ontwikkeling van nieuwe bouwplannen onze richtlijnen voor duurzaam bouwen zullen meenemen,
en deze op basis van de ontwikkelingen ook steeds zullen bijstellen. Wij hebben de afgelopen tijd
