26 SEPTEMBER 1996 556 De heer MAAS Het ligt voor de hand dat ik in de tweede termijn inga op de reactie van de wethouder op mijn motie. Hij zegt dat met het uitvoeren van deze motie de lastenverlaging beperkt is. Dat klopt, als je praat over de inzamelsystematiek als zodanig. Maar met het aanbieden van GFT-afval aan de composteringsinstallatie zijn toch behoorlijke kosten gemoeid. Ik denk dat die kosten na de herindeling alleen maar hoger worden, omdat er flink wat woonwijken bijkomen, waar mensen een behoorlijke tuin hebben en waar dus veel GFT-afval wordt aangeboden. Naar mijn mening moet die lastenverlaging wat dat betreft zeker niet worden weggevlakt. Ik denk ook dat er bij de gemeenten, die bij Breda komen, wel degelijk een draagvlak is om aan thuiscompostering te gaan werken. Daarom ben ik van mening dat er met deze vrij eenvoudige en niet al te dure methode een milieubelang is gediend en ook een financieel belang. Ik begrijp dat de wethouder zegt: ik wil graag een afweging maken tussen de inspanning met betrekking tot de voorlichting enerzijds en op financieel terrein anderzijds. Ik heb die afweging in feite al gemaakt en dit is het voorstel dat ik daarbij doe. De heer DUBBELMAN In algemene zin ga ik volstrekt akkoord met de beantwoording door het college. Ik zit nog wel een beetje met de motie van de heer Maas in mijn maag, als het gaat over de uitvoerbaarheid van de doelstelling van de motie. De heer Maas vond het wel een beetje flauw dat ik daarover eerst het college aan het woord liet, maar het college is uiteraard het lichaam om raadsbesluiten uit te voeren, en wat dat betreft zijn wij altijd benieuwd of iets uitvoerbaar is. Ik moet zeggen dat wij heel positief staan ten aanzien van de achtergrond van de motie van GroenLinks, en dat het ons niet helemaal duidelijk is wat het college daarop tegen heeft. Als ik de vier overwegingen in de motie lees, dan zijn dat, denk ik, stuk voor stuk overwegingen die reëel en zinvol zijn. Het verzoek aan het college is, dacht ik, ook heel duidelijk. Wat misschien voor een motie nogal ver gaat is dat al a priori wordt gezegd: daarvoor is het extra geld niet alleen nodig, maar we gaan het ook nog uit de tarievenegalisatiereserve pakken. Dat vind ik voor een motie iets te vergaand. Als mijnheer Maas dat laatste wat voorzichtiger zou willen formuleren, bijvoorbeeld: "deze voorlichtingsactiviteiten zonodig", dus met een latere overweging, "te betalen uit de tarievenegalisa tiereserve dan kan ik u zeggen dat onze fractie geen tegenstander is van deze motie. Ons is eigenlijk niet helder wat het echte probleem is als het met name gaat om praktische en technische aspecten, die het college naar voren brengt om deze motie te ontraden. De heer MARÉE Hoewel wij een partij zijn met een heel eigen mening, moet ik mij volkomen bij het betoog van de heer Dubbelman aansluiten. Het zou precies dezelfde kritiek zijn geweest die onze partij had op de motie. Dat zou dan ook de enige kritiek zijn, want wij vinden deze extra activiteit om de afvalscheiding te stimuleren in principe een leuk steuntje in de rug van de Milieudienst. Wij zouden dan ook graag in tweede instantie, mits GroenLinks bereid is in de motie het voorstel van de heer Dubbelman over te nemen, van het college willen horen hoe men dan tegenover deze motie staat. De heer MAAS Voorzitter, daartoe zijn wij bereid. Dat betekent dat de dekking bij de motie, waartegen de heer Dubbelman bezwaar heeft gemaakt en waarbij de heer Marée zich aansluit, wat ons betreft komt te vervallen, en dan is het dus aan het college om die dekking verder te bepalen. De VOORZITTER Dus de motie wordt in die zin veranderd dat de laatste alinea luidt: "deze voorlichtingsactiviteiten zonodig te betalen...". Want dat was de toevoeging van de heer Dubbelman en daarbij sloot de heer Marée zich aan. Dat vindt u akkoord? Ja? Dan is de motie in die zin gewijzigd en is het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 556