26 SEPTEMBER 1996 557 misschien zinvol dat het college daarop even reageert. Is er nog iemand die in tweede instantie wil spreken? De heer Peeters. Ik geef u het woord en vervolgens kijken we in hoeverre het college aan de motie tegemoet kan komen. De heer PEETERS Met alle respect voor het antwoord van de wethouder met betrekking tot hetgeen ik zei over verkeer en vervoer, maar als ik hem dan hoor praten in termen van: het moet allemaal gefaseerd, het kan niet allemaal tegelijk, want daar kwam het in feite op neer, ik zeg het maar in mijn eigen termen, dan vind ik dat een open deur, moet ik u zeggen. Zover ben ik in mijn denken ook wel, dat ik dat begrijp. Maar de toon die er daarna in doorklinkt, is dezelfde als we in feite al jaren aanslaan. Het is steeds maar maatregelen uitstellen. Dat was ook precies de reden dat ik in de eerste termijn zo benadrukt heb dat er nu echt maatregelen worden genomen. Zelfs in het GMP-2 wordt vastge steld hoe alarmerend de situatie is met betrekking tot verkeer en vervoer, vooral in de binnenstad. Nog een ander punt viel mij op bij de behandeling van agendapunt 200 inzake de parkeergarage, waar de wethouder toch wat ruim omsprong met de parkeerbalans. Ik wil heel nadrukkelijk zeggen dat wij ons houden aan die parkeerbalans. Als ik de wethouder hoor zeggen: of het nu 200 of 250 plaatsen meer zullen worden, dan moet ik u zeggen dat dat voor ons wel telt. Parkeerbalans is parkeerbalans. Wij hebben afgesproken: zoveel parkeerplaatsen voldoen aan de behoefte, dus die fixeren we. Wanneer plaatsen vervallen, dan vervangen we die, en dat is dat. Ik wil dus nogmaals benadrukken dat wij u zullen houden aan de parkeerbalans. Met betrekking tot de motie van GroenLinks het volgende. Ook wij staan zeer sympathiek tegenover dit idee. Ik voeg er alleen de vraag aan toe of het nu wel het gelukkigste moment is om dit soort activiteiten te ondernemen, omdat we over enkele maanden voor een herindeling staan, waarbij andere gemeenten worden betrokken. Ik sluit me dus aan bij de heren Dubbelman en Marée en ik wacht het antwoord van de wethouder op mijn vraag af. De heer BOKKELKAMP Ik wil reageren op de motie van GroenLinks. Je kunt altijd sympathiek staan tegenover welke vorm van voorlichting dan ook. Maar ik denk dat degenen die hier in Breda al een dergelijke tuin hebben en de mogelijkheden hebben om zelf een composthoop te organiseren, dat al doen. Rekening houdend met mijn tuin, en met die van een heleboel andere Bredanaars, verwacht ik dat zij geen stinkende composthoop in hun achtertuin willen. Ik wacht het antwoord van het college in de tweede termijn af, waarna ik mijn standpunt zal bepalen. Maar in eerste instantie hoeft het van mij niet. Wethouder VAN DONGEN Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Peeters over verkeer en vervoer, en dan kom ik daarna terug op de motie, het volgende. Mijn beantwoording over verkeer en vervoer heeft alles te maken met de situatie, en de heer Peeters noemde die alarmerend, waarin we zitten. En dat bedoelde ik met mijn opmerking. Maar die heeft niets te maken met onderschatting van de milieu argumenten. Ten aanzien van de maatregelen heb ik verwezen naar het investeringsprogramma, dat u reeds is aangeboden en waarin uitbreiding van middelen zit. Wat dat betreft wordt er al direct geconcretiseerd. De heer PEETERS Bij interruptie. Mag ik u de vraag stellen hoe tot uitdrukking zal worden gebracht dat het actiepunt met betrekking tot verkeer en vervoer uit het GMP-2 tot de prioriteiten behoort? Wethouder VAN DONGEN Dat zult u zien in de concrete maatregelen in de stad, die zijn gebaseerd op voorstellen van de portefeuillehouder die onder meer verkeer en vervoer in zijn pakket heeft. Deze maatregelen hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 557