26 SEPTEMBER 1996 566 zal daar nog nadrukkelijk naar kijken. Naar aanleiding van uw vraag over verkoop van grond en hoe wij daar tegenaan kijken het volgende. In de commissie heb ik gezegd dat verkoop daarvan op zich niet helemaal past in de context van dit beleid. Ik heb ook gezegd dat ik daarover met mijn collega contact zal hebben. Namens het college kan ik u daarover het volgende zeggen. Wij zijn van mening dat ook bij uitgifte van gronden en dergelijke, voorzover mogelijk, ook de lijnen van dit beleid moeten worden gevolgd, en dat bijvoorbeeld de roulatie van bedrijven en dus het met bepaalde regelmaat uitnodigen van voor Breda nieuwe bedrijven onder andere aan de orde is. Wij zullen dat nader vorm geven in de nota Grondbeleid. In de concept-nota staat al een aantal criteria waaraan bedrijven zouden moeten voldoen. Met deze toevoeging zitten wij, denk ik, op één lijn. Over de rol van de Kamer van Koophandel het volgende. Ik heb nadrukkelijk gesteld, ook in de commissie, dat het van belang is om daarmee voorzichtig en evenwichtig om te gaan. Het lijkt mij op zich wel aardig om nu eens, nu het voorstel wordt vastgesteld door de raad, met de Kamer van Koophandel te overleggen over hoe men daar nu tegenaan kijkt dat het zo is vastgesteld, en ook eens te vragen: hoe communiceer je nu met bedrijven, zodanig dat men weet hoe de gemeente inkoopt en aanbesteedt? Het is van belang dat we dat goed met elkaar bespreken en naar buiten brengen, zodat iedereen weet waar hij aan toe isIk denk dat ik de woorden van de heer Dubbelman zo mag interpreteren. Bij de evaluatie zullen wij eerst zelf onze bevindingen opmaken en dan kijken we hoe anderen daarover denken. TWEEDE TERMIJN De heer DUBBELMAN Wij zijn het volstrekt eens met de inkleuring, zoals namens het college wordt opgemerkt, met betrekking tot de Kamer van Koophandel. Akkoord. 211. HET GARANDEREN VAN DE BETALING VAN RENTE EN AFLOSSING VAN DE DOOR DE STICHTING HUIZE DE WERVE AAN TE TREKKEN GELDLENING TOT MAXIMAAL 200.000,-- TEN BEHOEVE VAN DE FINANCIERING VAN DIVERSE VOORZIENINGEN. Akkoord. 212. SUBSIDIEVERLENINGTEN BEHOEVE VAN DE ONTSLUITINGHERO-DRIEHOEK. De heer LEUNISSE Dit punt betreft de ontsluiting van de Hero-driehoek. Wij vroegen ons af, en ik heb dat ook in de commissie aan de wethouder gevraagd, hoe het zit met de linksaffer. Uit het voorstel, dat nu voorligt, blijkt dat het als onwenselijk wordt ervaren om die te honoreren voor de buurt. Als die linksaffer niet wordt gehonoreerd, dan zou dat kunnen betekenen dat men met bufferwagens met chemicaliën het Brabantpark gaat inrijden. Mijn vraag is: hoe kijkt het college tegen deze zaak aan? Wethouder GIELEN Deze zaak is in de commissie uitvoerig aan de orde geweest. Toen is aangegeven dat een linksaffer, ik zal het hier niet nader toelichten, want ik had er in de commissie al enige moeite mee om dat te doen, een meer onveilige situatie zou inhouden, en daarom is uiteindelijk de keuze gemaakt om dat niet te doen. Ik denk overigens dat het probleem waarop de heer Leunisse doelt, waar hij spreekt over de vrachtwagens met chemicaliën, wel zal meevallen, en dat de uiteindelijke invulling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 566