29 OKTOBER 1996 577 De heer AD ANK Ik herhaal het even, dan kunt u daarvan genieten. Ondanks de extreme uitspattingen van de plaatselijke joelpartij, die voor het pr-beleid van onze stad, maar ook buiten de landsgrenzen, fnuikend is, en waar sommige raadsleden om voor ons onbegrijpelijke redenen tegenaan schurkten, vinden wij dat er veel werk is verzet, en dat dit heeft geleid tot een betere positi onering van onze stad. Er is in ieder geval een aanzet gegeven tot een versoepeling en een vereenvoudiging in het woud van de plaatselijke regelgeving. Wij vragen om in hoog tempo daarmee door te gaan. Met name in de ruimtelijke ordening blijven het bouw-, woning- en welstandstoezicht en het daaraan gekoppelde stelsel van vergunningverlening voor mijn fractie zorgelijk. Er wordt in zijn algemeenheid beter naar de burgers geluisterd. Aan de andere kant zal de politiek zelf de prangende discussie moeten beginnen hoever we willen gaan met het besturen met draagvlak. Want onmiskenbaar wordt ook de lokale democratie vermaatschappe- lijkt, en dit heeft verregaande consequenties voor de rol die we spelen in het "besturen in co productie", ofschoon een werkbezoek van de CD A-fractie afgelopen vrijdag in de wijk Heuvel veel vraagtekens heeft opgeroepen. Vraagtekens, die vanavond om deze tijd zullen zorgen voor een woelige inspraakavond rond het Mgr. Nolensplein. Onnodig, tenzij projectmanagers en coördinatoren de ruimte krijgen om zich te profileren als een soort buurt en wijkwethouders. Ik geloof niet dat wij die kant moeten opgaan, absoluut niet. Toch willen wij de artikel 48-vragen, die door de PvdA en de VVD over Heuvel zijn gesteld, graag ondersteunen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Niet gevraagd, mijnheer Adank? De heer ADANK De niet aflatende roep van de gemeenteraad Ik dacht dat er wat storing in de apparatuur zat, voorzitter. De niet aflatende roep van de gemeenteraad aan het college, om bij het voor bereiden van ingrijpende plannen eerst te kijken of er voldoende steun bij de burgers is, begint vruchten af te werpen. En daarvoor hebben wij vooralsnog, en dat zeg ik duidelijk in de richting van D66, geen referendum nodig. Toch kan het op belangrijke punten beter, zoals ten aanzien van het ontbreken van een op langere termijn gestoelde visie op, bijvoorbeeld, de afbouw van de Haagse Beemden, of het klankborden en vertrouwelijk vergaderen over de bouwlocatie Upelaar, wat bij velen in het verkeerde keelgat is geschoten. Dat was althans de ervaring van de commissieleden Stedelijke Ontwikkeling van de coalitie, de VVD en GroenLinks, tijdens het werkbezoek ter plekke op maandag 21 oktober jongstleden. Wij blijven overigens vragen naar een serieuze discussie in het voorjaar 1997 over de grotere bouwlocaties. Het stadsregionale uitwerkingsplan is voor mijn fractie geen heilige koe. Op basis van ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen moeten bestuurders het voortouw nemen om, als daar reden voor is, de vaak dwingende cadans van de ambtelijke voorbereiding te reguleren. De afronding van de PKB-3 over de hogesnelheidslijn nadert de finale. De fractievoorzitters van de Bredase coalitie hebben mevrouw Jorritsma enkele weken geleden nog eens onomwonden geschreven dat haar vooringenomenheid over de loyaliteit van het lokale bestuur onterecht was. Zoals wij het nu inschatten, lijkt het tegen dovemansoren gezegd, en zou met name volgende week de volksvertegenwoordiging in Den Haag daaruit haar conclusies moeten trekken. Met name de Commissaris van de Koningin in Noord- Brabant hebben wij afgelopen donderdag in Nieuwspoort nog eens echt ouderwets kwaad gezien. Zijn oproep om Brabant niet met een kluitje in het riet te sturen onderschrijven wij, maar woorden zijn hier niet genoeg. Met alle middelen zullen de fracties in de Tweede Kamer ervan moeten worden overtuigd dat bij deze infrastructurele ingreep noord èn zuid vanuit de rijksmiddelen gelijk moeten worden behandeld. Wat ons betreft gaat dat zeker ook op voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 577