29 OKTOBER 1996
581
toch om de wijze waarop en het tempo waarin het beleid al dan niet werd uitgevoerd. Waar
dat naar onze mening nodig was, heeft de VVD-fractie op constructieve wijze vanuit haar
positie als niet-collegepartij zich steeds ingespannen om het beleid bij te sturen. En daarmee
hebben wij bijgedragen aan de bestuurbaarheid van de stad. In dat opzicht ziet de VVD met
enige trots terug op de nu aflopende raadsperiode. Het zal duidelijk zijn dat er voor het
overige ook wel sprake is van gemengde gevoelens. Maar daarover praten we vanavond niet.
Het valt te hopen dat er, na de komende verkiezingen, een college kan worden gevormd dat
steunt op een ruimere meerderheid in de gemeenteraad dan thans het geval is. De belangrijke
besluiten, die komend jaar moeten worden genomen, vereisen een zo breed mogelijk politiek
draagvlak. De heer Adank heeft daarover zojuist een hele duidelijke uitspraak gedaan, en ik
mag de woorden van de heer De Leeuw ook zo uitleggen. Ook zij zien het belang in van een
brede coalitie. Onze dank daarvoor. De Nota van aanbieding wordt afgesloten met de
constatering dat de financiële positie van Breda gezond is. De VVD-fractie onderschrijft die
conclusie. Naar onze mening wordt aldus een goede uitgangspositie verschaft aan een nieuwe
raad en een nieuw college voor de nieuwe gemeente Breda. In dit verband willen wij ook
onze waardering uitspreken voor het werk dat door het projectcollege, het projectmanage
mentteam en de ambtelijke werkgroepen wordt verricht ter voorbereiding van het nieuwe
Breda. Het proces van integratie van de ambtelijke organisaties van de vier gemeenten is zo
goed als afgerond. De rechtspositie van de ambtelijke medewerkers van de nieuwe gemeente
is goed geregeld. Dat verdient een compliment aan degenen die daarbij betrokken zijn
geweest. Voor het bestuurlijk integratieproces zijn de uitgangspunten neergelegd in een
convenant, gesloten tussen de colleges van Breda, Prinsenbeek, Teteringen en Nieuw-
Ginneken. Die bestuurlijke afspraken zijn in juridische zin niet bindend. De colleges hebben,
namens hun gemeenten, vooral hun goede bedoelingen vastgelegd. Het convenant is onlangs
besproken in de zogenaamde begeleidingsraad, en heeft daarmee, wat ons betreft, enig
politiek draagvlak gekregen. Maar het is uiteraard aan de nieuwe raad om over het beleid
definitief te besluiten. De komende programonderhandelingen zullen daarvoor bepalend zijn.
Voor de VVD zal bij de onderhandelingen vooropstaan, dat in de geest van het convenant
afspraken moeten worden gemaakt, om te garanderen dat de identiteit, het karakter en de
cultuur van de kernen Prinsenbeek, Teteringen, Bavel en Ulvenhout behouden blijven. Voor
de nieuwe bouwlocaties bepleit de VVD een hoge woonkwaliteit, maar tegelijkertijd vragen
wij ons af of de kosten van de bovenwijkse voorzieningen, zoals het openbaar vervoer, de
infrastructuur, de zorg voor het landschap en het voldoen aan de ecologische voorwaarden
wel door de grondopbrengsten zullen kunnen worden gedekt. Te vrezen valt dat de economi
sche uitvoerbaarheid van de bestemmingsplannen onder druk komt te staan, doordat project
ontwikkelaars al gronden hebben gekocht op potentiële bouwlocaties. In dit verband rijst ook
de vraag of de realisatie van de beoogde 30% betaalbare sociale woningbouw wel mogelijk
zal zijn. Voor ons is onduidelijk of en in hoeverre, door het vestigen van voorkeursrechten,
nog een actief grondbeleid mogelijk is, dan wel of bouwexploitatieovereenkomsten uitkomst
moeten brengen. Denkt het college dat de bedoelde kosten afdoende kunnen worden gedekt?
Zo neen, in welke mate zullen daarvoor de algemene reserves moeten worden aangesproken?
Ik vraag daarbij niet om concrete bedragen, ik vraag om een indicatie. Zijn het college, zeer
globaal, schattingen bekend in welke richting moet worden gedacht? Het is meer om onze
bezorgdheid uit te spreken, dan dat we concrete cijfers verwachten. Door de gemeentelijke
herindeling krijgt Breda eindelijk de beschikking over voldoende bouwlocaties, maar daarmee
ontstaat misschien tevens een ernstig financieel probleem voor de toekomst. De Nota van
aanbieding geeft met de op pagina 26 en 27 opgenomen belangrijke uitdagingen voor de
nieuwe gemeente Breda een heel duidelijke handreiking voor de komende onderhandelingen.
Daaraan ontbreken echter enkele onderwerpen, die naar onze mening voor de toekomst
wezenlijk van betekenis zijn, zoals het financiële beleid, het veiligheidsbeleid en het sociale