29 OKTOBER 1996
584
veroorzaakt, op te lossen. Wat ons betreft wordt het tijd voor een krachtig signaal vanuit de
gemeenten richting het Rijk. De bijstandsuitkeringen dienen drastisch te worden verhoogd. In
die zin zal ik dan ook een motie indienen. Het is een signaal in de richting van het Rijk en in
de richting van andere grote gemeenten. De terugdringing van de automobiliteit wil maar niet
vlotten. De doelen worden volstrekt niet gehaald, waarbij moet worden opgemerkt dat het
doel uitsluitend het terugdringen van de groei betreft. Tegelijk houdt het college vol dat de
binnenstad maximaal per auto bereikbaar moet zijn. GroenLinks kiest voor daadwerkelijke
terugdringing, en dat vereist maatregelen die werkelijk effect sorteren. Stop de uitbreiding
van parkeergarages, zet een knip in het doorgaande verkeer door de binnenstad. Tevens
dienen er milieuvriendelijke vormen van vervoer te worden gestimuleerd. Wij blijven
herhalen dat dat kan door goede verbindingen per openbaar vervoer en behoorlijke fietsver-
bindingen. De prijs voor die voorzieningen dient aantrekkelijk te zijn en daadwerkelijk
concurrerend met de prijzen van het autogebruik. Zo wil GroenLinks dat straks ook de
nieuwe wijken, die bij Breda gaan behoren, met het openbaar vervoer via twee strippen
bereikbaar zijn. Van het overschot van 2,2 miljoen op de begroting wordt in drie jaren
1,5 miljoen ingezet als extra uitgaven voor stimulering van het fietsverkeer. Dat is te
weinig. We praten dan niet over extra uitbreiding en verbetering, maar over kleine noodzake
lijke aanpassingen waarmee dit geld dan is opgesoupeerd. Integraal beleid is het toverwoord
van de afgelopen periode. GroenLinks is daarvan een absoluut voorstander. We constateren
echter dat er in de praktijk te weinig van terechtkomt. Twee voorbeelden. Allereerst de
kwestie die door ons via artikel 48-vragen aan de orde is gesteld. De dienst RME realiseert de
wijk Westerpark. Het Grondbedrijf voegt hieraan zijn eigen contractvoorwaarden toe, waarbij
de beoogde autoluwheid van de wijk wordt gereduceerd tot een parkeerprobleem: zo weinig
mogelijk auto's op de openbare weg. Hierin manifesteert zich het botsen van visies en het
ontbreken van een integrale visie. Als tweede voorbeeld noem ik het volstrekt ontbreken van
een visie op de aanpak van de integrale veiligheid. De Nota van aanbieding meldt nog dat er
sprake is van halfjaarlijkse voortgangsrapportages, maar die rapportages tonen duidelijk aan
dat de voortgang ontbreekt. Reden: andere diensten dragen geen substantiële voorstellen aan
die bijdragen tot een integrale veiligheidsvisie. Uit beide voorbeelden kan worden afgeleid,
dat de centrale aansturing onvoldoende is en dat we nog steeds met een hokjesmentaliteit
zitten. Ambtelijk is er blijkbaar onvoldoende samenwerking vanuit één gemeenschappelijke
visie. Tenslotte ontbreekt het aan een integrale sturing achteraf. Elk raadsvoorstel komt door
de handen van burgemeester en wethouders. Echter, ik moet concluderen dat elke wethouder
keurig op zijn winkel past, maar dat eenduidigheid in beleid te wensen overlaat. Dit moet
anders, en dit kan anders. Ten aanzien van cultuur het volgende. We hebben al vaker
opgemerkt dat het cultuurbeleid en het accommodatiebeleid in Breda kennelijk een synoniem
zijn. Investeringen in facilitaire mogelijkheden voor kunstenaars heeft blijkbaar geen priori
teit. Dat manifesteert zich op dit moment in de atelierbehoefte van het VAK. GroenLinks
vindt dat daaraan iets moet worden gedaan. Er wordt breed geconstateerd dat die behoefte
nijpend is. Er zijn het afgelopen jaar 80 ateliers verdwenen. Daartegenover zijn er nog maar
15 nieuwe gerealiseerd. Met een creatieve inzet van het zoeken naar ruimte en met behulp van
de kunstenaars zelf, moet het mogelijk zijn om op korte termijn een forse uitbreiding van de
ateliers te realiseren. De hulp van de kunstenaars noem ik met nadruk, omdat daarmee de
kosten van de realisering in de hand kunnen worden gehouden. Wij zullen hierop een motie
indienen. Voor wat betreft de begroting merken wij op dat de exploitatierisico's voor het
Chassé Theater als pro memorie risico's zijn opgenomen. Onzes inziens is dat een openlijke
uitlokking van een overschrijding van de begroting door de theaterdirectie. Bij herhaling heeft
wethouder Van Os de raad voorgehouden dat er geen cent méér in de exploitatie van het
theater wordt gestopt. Kan het college dat eens uitleggen in het licht van eerdere raadsbeslui
ten en eerdere toezeggingen? Tenslotte de HSL. Breda zegt "neen" tegen het tracé F. De