29 OKTOBER 1996
587
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van de voorlopige
Begroting 1997;
overwegende dat:
- de raad in september met grote meerderheid akkoord is gegaan met het GMP-2;
- het ambitieniveau van het Milieubeleidsplan en het grote belang dat aan de uitvoering ervan
wordt gehecht betekenen dat de uitvoering op een adequate wijze moet zijn georganiseerd;
- het college in het raadsvoorstel met betrekking tot het GMP-2 zelf heeft aangegeven dat een
"substantiële verhoging van de gemeentelijke middelen noodzakelijk zal zijn om alle doelstel
lingen te realiseren";
- er voor 1997 slechts 150.000,— is uitgetrokken voor de uitvoering van het GMP, en er
derhalve helaas geen sprake is van een verhoging, laat staan een substantiële verhoging, van
de middelen;
is van oordeel dat:
de eigen bijdrage ten behoeve van het uitvoeringsprogramma GMP met 100.000,— moet
worden verhoogd;
verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de voorlopige begroting dienaangaande te wijzigen en de raad nadere voorstellen over de
dekking van het dan ontstane tekort te doen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
Mevrouw HEERKENS
Over de status van deze begrotingsbehandeling hebben andere sprekers het reeds gehad. De
nieuwe raad zal zeker over de begrotingen gaan spreken. Op het eerste gezicht lijken de
gemeentelijke financiën gezond. We hebben een eenmalig begrotingsoverschot, de investe-
ringsgelden zijn opgehoogd en we hebben 750.000,— structureel voor nieuw beleid als
ruimte voor de nieuwe raad. Ik denk dat het goed is dat we dat niet vergeten. Toch past het
wel hier een aantal kritische kanttekeningen te plaatsen. De vraag is of voor Breda de
uitkering van het Gemeentefonds lager gaat worden. Hoe gaat het met de O.Z.B.-inkomsten?
De financiële positie van de partnergemeenten is tot nu toe onduidelijk. Er zit een aantal risi
co's in de begroting, zoals de Algemene bijstandswet en de decentralisatie huisvesting onder
wijs. Bovendien moeten we ook niet vergeten dat er een aantal uitgestelde bezuinigingen inzit.
Ik kom daarop direct nog terug. Dat betekent dat we voor 1997 scherp met elkaar in debat
moeten om dienaangaande keuzes te maken. De afgelopen jaren is er heel wat in gang gezet.
Ik ben heel blij dat ik, gezien de tijd die ik krijg, mijn lijstje wat dat betreft achterwege kan
laten, maar ik sluit me graag aan bij alle mooie dia's die de heer De Leeuw heeft laten zien.
Gelukkig blijkt daaruit dat niet eenzijdig de nadruk is gelegd op alleen maar de grote
projecten en de infrastructurele werken. Er zijn ook aanzetten gedaan om te investeren in
mensen, met name in mensen in kwetsbare posities. Ik denk bijvoorbeeld aan het werkgele
genheidsbeleid, de voorzichtige stappen voor wat betreft het armoedebeleid, waarop ik direct
nog terugkom, de investeringen in volkshuisvesting en sport, en ook het jeugd- en jongeren
beleid, dat het afgelopen jaar hoog op de politieke agenda is gekomen. Toch denken wij dat in
de toekomst nog meer de nadruk moet liggen op investeren in mensen die zich in een
kwetsbare positie bevinden. We denken daarbij aan de langdurig werklozen, ouderen met
