29 OKTOBER 1996 601 2.000.000,-- staat opgenomen, en dat daaraan nog 500.000,-- wordt toegevoegd. Wij gaan ervan uit dat daar ook nog ongeveer 2.000.000,-- subsidie tegenover staat. Dat is ongeveer de werkelijkheid en dan praat je dus over 4,5 miljoen investeringscapaciteit voor dat onderdeel. Naar aanleiding van uw uitspraak over het Chassé Theater en de pro memorie post wil ik u op de eerste plaats verwijzen naar de kadernota en ten tweede wens ik u zeer nadrukkelijk te verwijzen naar het raadsvoorstel, waarover wij in juni hebben gedebatteerd, en waarin juist dit risico nadrukkelijk is opgenomen en aan de orde gesteld. Dat het is opgenomen in de begroting, getuigt derhalve van continuïteit. In de richting van de Parel van het Zuiden het volgende. Was het maar zo makkelijk dat je, als je met cijfers schoof, 2,2 miljoen overhield. Zo werkt het dus niet. In dat verband denk ik dat ik uw motie kan ontraden, want met dekkingsvoorstellen als deze kan dit college niet leven. Een discussie over de omslagrente zouden we kunnen voeren door u nu de vraag te stellen met welk renteper centage uw huidige hypotheek op dit moment loopt. De heer VERPAALEN Bijna 3% lager. Wethouder VAN OS Dan zou ik de andere raadsleden, die boven de 7% zitten, willen vragen om op te staan. Ik weet zeker dat er daarvan een aantal zijn. Pas dan praat je over een gemiddelde. We kunnen het nog een keer proberen uit te leggen. Tot slot. Het college wenst nadrukkelijk afstand te nemen van uw uitspraken over het personeel van de gemeente Breda. U moet nu eens achter u kijken, dan ziet u hoeveel personeel van de gemeente Breda hier zonder betaling en zonder compensatie aanwezig is. De complimenten daarvoor van het college, en zeker ook de complimenten voor alle medewerkers die, gelet op de herindeling, over een enorme inzet beschikken. Wethouder GIELEN De heer Schroder heeft twee punten aangevoerd, waarop ik wil ingaan. Ik begin met de wachtlijstgelden. Eind vorige week heeft hij de antwoorden op de artikel 48-vragen binnenge kregen. In die zin heeft het college er geen behoefte aan om nu reeds aan te geven welke extra middelen op welke manier zouden moeten worden ingezet. Daarvoor was het vorige week nog te vroeg, en u kunt zich voorstellen dat het daarvoor ook nu nog te vroeg is. Momenteel voeren wij overleg met de instellingen. De rijksbijdrage is sinds kort bekend. Wij gaan ervan uit dat wij er met de instellingen uitkomen, zo niet, dan zullen wij bij de begroting daarop terugkomen. Overigens, en dat is ook bij de beantwoording van de vragen aangegeven, stelt de gemeente boven de rijksbijdrage reeds structureel een bedrag van 250.000,— beschik baar. Over uw motie ten aanzien van de ateliers het volgende. Ik vind het jammer dat de heer Schroder stelt dat het cultuurbeleid in Breda nog steeds parallel loopt met het accommodatie- beleid. Ik denk dat hij dan de nota Cultuur is Meer niet goed heeft begrepen. In de laatste commissievergadering heb ik toegezegd dat een actiepuntenlijst aan de commissie zal worden toegezonden. Als u de stand van zaken rondom de actiepuntenlijst ziet, kunt u constateren dat er al veel van de actiepunten zijn gerealiseerd of in gang zijn gezet. Het is zeker niet zo dat er slechts 15 nieuwe ateliers, in uw motie spreekt u over 10 tot 20, zijn gerealiseerd. Permanen te huisvesting voor de kunstenaars wordt in ieder geval gerealiseerd via het oude buurthuis Driesprong, dat door de gemeente is aangekocht. Daarin worden ateliers gevestigd. Het college ondersteunt de geest van uw motie, maar is het niet eens met de formulering die u gebruikt in uw besluit, omdat u niet aangeeft om wat voor panden het zou moeten gaan en zeker niet aangeeft waar de dekking vandaan zou moeten komen. De geest van de nota

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 601