29 OKTOBER 1996 602 Cultuur is meer is van dien aard dat het college er alles aan zal doen om permanente huisves ting voor de kunstenaars te realiseren. De VOORZITTER Dit is het einde van de beantwoording door het college in de eerste termijn. We lopen nu een kwartier voor op ons schema. U bent wellicht door de antwoorden van het college dermate in verwarring gebracht, dat u nu een pauze nodig heeft. Of zegt u: doorgaan? Ik kijk even naar de fractievoorzitters, zij worden geacht daarover zinnige uitspraken te kunnen doen. Doorgaan, mijnheer Adank, mevrouw Heerkens, mijnheer De Leeuw? De heer De Leeuw zit vertwijfeld rond te kijken. U heeft behoefte aan een pauze? De heer DE LEEUW Vijf minuten, voorzitter. De VOORZITTER Ik schors de vergadering voor een korte pauze van vijf minuten. PAUZE De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER We gaan over naar de tweede termijn van de algemene beschouwingen en ik geef het woord aan de heer Adank. B. ALGEMENE BESCHOUWINGEN (tweede termijn). De heer ADANK Ik had in mijn eerste termijn nog wat opmerkingen willen maken, maar die zijn inmiddels door de discussie in de raad en de antwoorden van het college minder relevant geworden. Het is onzin om die nu uitgebreid aan de orde te stellen. Wethouder Van Os merkte op dat er weinig opmerkingen over de financiën zijn gemaakt. Wij vinden dat we, in relatie tot de financiële situatie van de stad, goed in de gaten moeten houden dat niet alle decentralisatieo peraties van het Rijk vergezeld gaan van een korting op de rijksbijdrage. Als we daarbij ook nog de rol van de VNG betrekken, alsmede de Financiële verhoudingswet, dan is er ook bij het college, in casu de wethouder Financiën, heb ik begrepen, nog behoorlijk wat onduidelijk heid. De vraag is of, in het kader van de Financiële verhoudingswet, in de loop van het volgend jaar daarover meer duidelijkheid komt. Misschien kunt u daarop nog een korte toelichting geven. Het terugdringen van de financiële lasten voor onze burgers blijft een topprioriteit, waarbij wij in ieder geval constateren dat het college serieus werk heeft gemaakt van de lastenverlichting, zeker ten aanzien van de O.Z.B. Daarmee heeft het college ons de zekerheid gegeven niet als een roepende in de woestijn te hebben gefunctioneerd. Als ik kijk naar de landelijke discussie over de differentiatie binnen de doelgroepen, denk ik dat er voor onze fractie nog wat meer licht aan de horizon schijnt. In die zin kunnen we de opmerkingen van de heer Taks onderstrepen. Wij zien een discussie, als het daarom gaat, met genoegen tegemoet. Over de motie heeft mevrouw Heerkens voldoende gezegd. Wij danken het college voor de uitgebreide beantwoording, zeker in relatie tot de doelstelling die wij in ons achter hoofd hebben. Als je ten aanzien van de goedkopere woningen meer dan een goede inzet pleegt, dan is een plaatselijke huurdersbelangenvereniging volslagen overbodig. Zorgen blijven wij houden over de HSL, met name waar het gaat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 602