29 OKTOBER 1996 604 stukje ten zuiden van Prinsenbeek, in casu Effen. Ik ben het met u eens dat we dat niet moeten polariseren, als de signalen maar duidelijk daar terechtkomen waar ze thuishoren. En dan wachten we volgende week de discussie in de Kamer wel af. We hebben nog twee weken tijd om actie te voeren. Op de opmerkingen van de heer Schroder over de 1/3 goedkopere woningbouw heeft het college reeds uitgebreid geantwoord. Ik wil nog wel opmerken dat hij de wijk IJpelaar gebruikte. Natuurlijk is die discussie actueel. Wij willen die straks ook zeker voeren. Maar toen wij indertijd spraken over die 30%, hadden wij wel degelijk het hele stedelijk gebied op het oog. Er is, naar mijn weten, nooit een raadsbesluit geweest waarbij dat specifiek per project aan de orde is geweest. Je moet er wel voor zorgen dat het voor het totale gebied geldt. Anders zou het trendrapport, dat in 1994 is gepresenteerd en dat onderwerp van gesprek is geweest in een groot aantal commissies, voor de binnenstad een heel ander verhaal laten zien en dan zouden we daar heel snel aan een ander type woningen moeten gaan werken. De heer SCHRODER Bij interruptie. Ik heb het college gevraagd naar die 1/3, 1/3, 1/3. Mijnheer Adank, ik heb u gevraagd of het CDA voornemens was om in de toekomst de VINEX-taakstelling te herover wegen. Ik meende dat te proeven in uw vragen. De heer ADANK Dat klopt. En niet alleen te heroverwegen. We hebben al twee keer bij de algemene beschou wingen, ook vorig jaar nog, aan het college gevraagd: is het, gelet op de inspraakprocedures, de bewegingen die je bij een aantal bevolkingsgroepen merkt, en datgene wat er in Den Haag bezig is aan VINEX, plus de herziening van het streekplan, plus de effecten op het stads- regionaal uitwerkingsplan en de visie daarop, niet verstandig om nog eens te kijken of we die taakstelling wel halen? Van de zijde van VROM, en men doet daar ook wel eens uitspraken die niet zo aardig zijn, heeft men in ieder geval wel gelijk als men beweert dat er van 2005 tot 2015 nog eens anderhalf miljoen woningen in Nederland extra moeten bijkomen. We praten dan nog niet eens over onze regio. Dat is het totaal areaal dat erbij moet komen. Dan denk ik: die komen niet alleen in de Randstad, en zeker niet in het groene hart, als ik de discussie over de HSL heb gehoord. We moeten derhalve reëel zijn, en we kunnen niet volstaan met te zeggen: pluk er hier 500 af en sluis die maar door naar IJpelaar, haal er bij Teteringen wat af en sluis die door naar De Rith. Sorry, De Rith mogen we niet zeggen, want De Rith wordt pas over vijfjaar een zoeklocatie. Zo zijn wij bezig. Daarom heb ik liever die discussie in het voorjaar 1997 integraal, en dan in aansluiting op de signalen die vanuit het rijksbeleid worden gegeven, en op basis van datgene wat binnen de Provincie aan beleid is uitgezet. Die discussie willen wij graag aangaan, mijnheer Schroder. Tot slot. Mijn fractie blijft overigens van mening, mijnheer De Leeuw, dat een ombudsman of een ombudsvrouw, die volkomen los van het gemeentebestuur op een laagdrempelige wijze voor de burgers werkt, ook invulling kan geven aan het gevoel dat velen rechtvaardige kansen krijgen op basis van uw eigen en straks onze eigen inspraaknota Horen, Zien en Spreken. De heer DE LEEUW Opvallend is dat er vanavond nogal wat landelijke items zijn gebruikt om de algemene beschouwingen te houden. Een deel daarvan was de HSL en de zorg daarover. Gezien de ontwikkelingen op dit moment begrijpen wij die zorg, maar toch zien wij ook wel wat lichtpuntjes. De zorg die GroenLinks heeft geuit over de wijze waarop het college daarmee is omgegaan hebben wij niet. Wij menen nog steeds dat de afspraak in de raad goed wordt ver tolkt. Er zijn opmerkingen gemaakt over de kerntakendiscussie. Wij menen dat je die grotendeels kunt meenemen, althans in de eerste aanzet, bij de programonderhandelingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 604