29 OKTOBER 1996 607 een iets aangepaste vorm terug. Ik wil nog kort ingaan op de motie inzake het grondbeleid van de PvdA, het CDA en D66. Er wordt gevraagd om uit te spreken dat uit voordelige grondexploitaties een bijdrage aan het Volkshuisvestingsfonds wordt geleverd. Op pagina 44 van de inmiddels door het college vastgestelde Grondnota staat: "temeer nu exploitatie tekorten eerder regel dan uitzondering dreigen te worden et cetera et cetera. Dit is een constatering die de wethouder ook al aangaf, en die ik ook heb beluisterd in de bijdrage van de heer Taks. Als ik dat goed begrijp betekent dat eigenlijk, maar misschien kan mevrouw Heerkens nog wat nader uitleggen wat de betekenis van deze motie is als we die aannemen, dat we hiermee uitsluitend een signaal geven, zonder dat er feitelijk extra geld in het Volkshuisvestingsfonds wordt gestort, omdat er voordelige grondexploitatieresultaten zijn. Dan kopen we daar eigenlijk helemaal niets voor. We zouden wellicht bij de behandeling van de Grondnota nog eens moeten kijken of er ruimte is om ook voordelige resultaten te gaan boeken en dat we veel meer daarop inzetten. Misschien kan het college in de beantwoording hierop ingaan. Als deze motie ook financieel inhoud krijgt, dan krijgt zij onze steun. Wanneer het uitsluitend een signaal is in de zin van: wij willen dat zo graag, maar ondanks dat blijft het iets loos, dan heb ik daarover ernstige twijfel. Over de pre memorie post voor het Chassé Theater zegt de wethouder dat dit getuigt van continuïteit. Laat het zo zijn. Maar geen cent méér, dat heb ik toch wel eens eerder uit zijn mond opgetekend. Het was over en uit bij deze wethouder. Dat was het bedrag, en niet méér. Je kunt dan zeggen: continuïteit, en we maken er een pro memorie post van. Ik zou zeggen: het blijft uitlokking van overschrijding. Het NT2-overleg zie ik met belangstelling tegemoet. Ik heb daaraan geen motie gekoppeld, ik kan dat ook niet. Ik weet ook niet wat daarvan de financiële gevolgen zouden moeten zijn, noch weet ik daarvoor een dekking aan te geven. Ik neem ook kennis van het antwoord op de motie met betrekking tot de atelierruimtes. Ik ben blij met de positieve beantwoording van de wethouder. Het probleem met de formulering begrijp ik niet zo goed, misschien kan dat nog nader worden uiteengezet. Ten aanzien van de dekking merk ik op, dat ik op voorhand niet kan nagaan in welke zin er bijdragen vanuit de gemeente bij moeten. Ik weet dat het geld kost, maar in welke mate investeringen in atelierruimtes kostendekkend of rendabel zijn, kan ik niet beoordelen. Als ik geen idee heb over de omvang van het bedrag dat daarvoor nodig is, is het een beetje onzin om daarvoor een dekking aan te geven. Met een positieve insteek ben ik vooralsnog tevreden. Mevrouw HEERKENS Naar aanleiding van een paar opmerkingen die zijn gemaakt over de armoedeproblematiek het volgende. Wethouder Van Os heeft gezegd dat hij de budgettaire consequenties van de verruiming van het kwijtscheldingsbeleid in beeld zal brengen. Hij heeft dat al eerder gezegd. De kans is groot dat het behoorlijk wat geld gaat kosten. Er zijn soms bedragen genoemd van 1.000.000,- structureel. Aan de andere kant is het zo dat het Rijk ons die ruimte gaat bieden. Meerdere partijen hebben hier steeds gezegd dat wij die ruimte absoluut moeten benutten. Toen betrof dat nog de overgang van 90% naar 95%. Als we naar 100% gaan, dan betekent dat dat alle uitkeringsgerechtigden die kwijtschelding krijgen. Ik heb zojuist al gezegd dat in feite de totale lokale lasten slechts een klein deel bedragen van de collectieve lasten, maar dat het juist voor de mensen aan de onderkant honderden guldens kan uitmaken als we ruimhartig met die kwijtschelding omgaan. Je kunt dan niet alles. Je kunt niet èn constant de O.Z.B. matigen, èn, omdat we daarop worden afgerekend, minder vangen via het Gemeentefonds, èn ruimhartig omgaan met die kwijtschelding. Dat bedoelde ik zojuist ook, toen ik het had over scherpe keuzes maken, want we zitten nog steeds, ondanks het feit dat de financiën gezond lijken, met een aantal onduidelijkheden. Meerdere partijen hebben gespro ken over de armoedebestrijding en dat dit belangrijk is voor de mensen met een uitkering. Ik denk dat we er veel beter voor kunnen zorgen dat we onze pijlen daarop richten. In die zin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 607