29 OKTOBER 1996 kom ik nu heel snel bij de motie van GroenLinks terecht. Het is, denk ik, terecht dat het college die wat ongenuanceerd noemt. Niet iedereen is arm. Ook bisschop Muskens heeft op een aantal groeperingen gewezen. Het is heel concreet als je het Rijk vraagt om compensatie voor het budget bijzondere bijstand. Het is, mijns inziens, terecht dat er bijvoorbeeld vanuit Breda wordt geprotesteerd bij Melkert, omdat wij bedacht hebben dat we het drempelbedrag wilden afschaffen en Melkert het toch vertikt om dat met terugwerkende kracht te verlenen. Breda was daartoe bereid. Als we het Rijk vragen om ruimhartig met de individuele huursub sidie en de objectsubsidie om te gaan, dan heb je een hele hoop concrete zaken. Het is mij te gemakkelijk om te zeggen dat het Rijk al die uitkeringen maar moet verhogen. Hoe zit het dan specifiek met de mensen met een schuldenproblematiek? Een paar honderd gulden meer betekent niet dat sommige risicogroepen uit de problemen zijn. Wij zullen veel gerichter moeten zorgen dat het geld bij die mensen terechtkomt. Als de heer Schroder meent dat het concreter moet, dan ben ik het daarmee absoluut eens, en ik ben het ook met hem eens dat er nog meer structureel geld bij moet. In die zin zou ik de motie zó willen lezen dat het college nog een keer heel duidelijk toezegt om op allerlei momenten, en niet alleen bij de aanstaande armoedeconferentie, het Rijk aan te spreken voor meer ruimte voor de gemeenten, daar niet kinderachtig in te zijn en vervolgens ook te zorgen voor compensatie van de budgetten die bij uitstek gericht zijn op de risicogroepen om daarvoor extra zaken te doen. De heer SCHRODER Betekent dit dat u zich aansluit bij de woorden van de heer Taks in zijn eerste termijn? Hij gaf toch min of meer aan dat de armoedeproblematiek een individuele problematiek is, die ook individueel moet worden beoordeeld, en dat hij het structurele karakter daarvan ontkent. Ik ben het er volledig mee eens dat individuele oplossingen noodzakelijk zijn, en dat de gemeente dichtbij de bron een mogelijkheid bij uitstek heeft. Dat laat onverlet dat er wel degelijk sprake is van structurele armoede. Als we daaraan niets doen, dan blijft het pappen en nathouden. Mevrouw HEERKENS Je zult wel maatwerk moeten blijven houden. Maar je zult ook zeker moeten inspringen op het categorale, het doelgroepgerichte beleid. En daarvoor moet je, ik heb dat ook aan het college gevraagd, die doelgroepen snel in beeld brengen. We hebben nu de eenoudergezinnen en de mensen van 65 jaar en ouder. Die groepen zijn al langer bekend en we zetten dit speci fieke beleid daarop nog eens extra in. Maar als het rapport Arm Nederland aangeeft dat er meer risicogroepen zijn, er wordt zelfs gesproken over jeugdigen en arbeidsongeschikten, en als we kunnen aantonen dat dit in Breda ook zo is, ik heb de wethouder gevraagd dit snel in beeld te brengen, dan is de Partij van de Arbeid als eerste bereid om dat geld meteen bij te stellen, al moet dat in het begin van 1997. En ik ben ervan overtuigd dat wij daarvoor van meerdere kanten steun krijgen. Het gaat er nu om dat je die risicogroepen analyseert. Niet iedereen die een jaar van een uitkering moet leven is arm. Ook dat moet je inzien. Het is wel een structureel probleem, maar dat zie je bij bepaalde risicogroepen. Daarop moeten wij onze energie en ook onze financiële aspecten richten. Ik ga verder met het verhaal over de volkshuisvesting. De wethouder zegt dat wij ten aanzien van onze sociale woningbouw al behoorlijk op onze taakstelling zitten, en dat we juist een inhaalslag moeten plegen voor de duurdere woningen. Aan de andere kant is het natuurlijk zo, als wij naar de nieuwe locaties kijken en we willen daar niet de fout maken die in het verleden is gemaakt, neen, we willen tot een evenwichtige opbouw komen, dat we dan dat "teveel" aan sociale woningbouw maar voor lief moeten nemen. Daarnaast vind ik, en ik zeg dat in de richting van de heer Adank, ook IJpelaar zuid-oost een grotere locatie. Juist in een dergelijke wijk wil ik ervoor pleiten om ook daar dat 1/3-principe te hanteren, zoals wij elkaar ook op het Chasséterrein hebben 608

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 608