29 OKTOBER 1996
613
raad minder is. Het is bekend dat we dit jaar geld over hebben. Waarom kunnen we de zaken
dan niet uit die pot financieren, zodanig dat de nieuwe raad er minder behoefte aan heeft om
daaraan te tornen? Dat was de inhoud van onze motie en ik hoop dat u dit nog in uw
overwegingen wilt meenemen.
De heer HEEREN
Ik wil reageren op de reactie van de heer Schroder. De heer Schroder zegt: sinds de Tweede
Wereldoorlog. De Tweede Wereldoorlog is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de
Nederlandse bevolking. De Nederlandse bevolking werd overheerst door een buitenlandse
macht. We moeten nu met alle macht voorkomen dat dit weer gebeurt. De wanhoop en rade
loosheid van de Nederlandse bevolking is op de dag van vandaag zeker vergelijkbaar,
misschien in een andere vorm, met de situatie in de Tweede Wereldoorlog. Als je de discussie
in de samenleving over de armoedeproblematiek volgt, en praat met mensen die daarmee te
maken hebben, dan hoor je echt wanhopige reacties. Als bisschop Muskens van Breda
reageert, wordt hij door premier Kok uitgenodigd om naar Den Haag te komen, om daarover
te praten. Hij noemt bisschop Muskens zelfs een bondgenoot. Maar als een wolf je een
bondgenoot noemt, kijk dan maar uit. Want mijnheer Kok doet er wat dat betreft geen klap
aan. Het blijft alleen maar bij praten.
Wethouder DE BRUUN
Moeten wij het dan wel van de CD hebben, die geen enkele oplossing aandraagt voor de
armoedeproblematiek in Nederland?
De heer HEEREN
Daarvoor is wel een oplossing. Stop eens met de opvang van asielzoekers. Dat kost 5
miljard per jaar.
De VOORZITTER
Mijnheer Heeren, ik hoop dat dit
De heer HEEREN
Had u soms een ander antwoord verwacht?
De VOORZITTER
Ik hoop dat dit het einde van uw bijdrage is. Er is nu geen pauze meer. We beginnen met de
tweede termijn van de zijde van het college. Is er nog behoefte aan een beraadslaging? Een
minuut? Dan schors ik de vergadering.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
In de tweede termijn zijn er met betrekking tot de portefeuille van de burgemeester geen
opmerkingen gemaakt. Ten aanzien van mijn portefeuille is de heer Schroder ingegaan op de
afwijzing die ik in de eerste instantie heb geuit naar aanleiding van zijn voorstel om een
richting, een signaal aan te geven, waarin de bijstands- en qua niveau vergelijkbare uitke
ringen substantieel zouden moeten worden verhoogd. Ik heb gezegd dat dit iets te grof, te
ongenuanceerd is. Die term heb ik gebruikt, omdat de discussie op dit moment over bepaalde
groepen gaat, die in een uitkeringssituatie verkeren en qua middelen achterblijven, en in die