1 FEBRUARI 1996 63 TWEEDE TERMUN De heer MARÉE Op het gevaar af verantwoordelijk te worden gesteld voor warme champagne meld ik nog twee punten die voor mij in de beantwoording onduidelijk zijn gebleven. Ik hoor de wethou der zeggen: wij hebben voor duurzaam materiaal gekozen. Dat heeft dus te maken met onderhoud, maar niet met beheer. Ik lees ook duidelijk in de regel over de 50.000,- met betrekking tot het graniet, dat de arbeidskosten niet als meerkosten worden gerekend. Daarmee zou je juist zeggen dat het dus in de materiaalkosten gaat zitten. We hebben het dan duidelijk over het materiaal graniet, dat onverwoestbare graniet. Kunt u daarover opheldering geven? Voorts heb ik niet expliciet gevraagd om een uitgebreide evaluatie. Maar het is natuurlijk wel mogelijk, want anders zou het niet mogelijk zijn om een expliciet bedrag te vragen, om een overzicht van de gemaakte kosten te geven. Met klem wil ik aan de wethou der vragen dat overzicht voor het eind van het jaar aan te leveren. Mevrouw VAN BERGEN-NUEHOLT De wethouder heeft op mijn vraag wel een antwoord gegeven, maar ik ben daarmee niet helemaal tevreden, in die zin dat hij zegt: we zullen met een evaluatie komen en dan laten we zien wat we met die gelden hebben gedaan. Mijn vraag was: moeten die gelden structureel worden ingezet? Ik kan me voorstellen dat we nu een krediet voteren en dat we op het moment dat we gaan evalueren kijken of dat krediet inderdaad nodig was en zo ja, misschien dat op dat moment dat krediet toch ook nog naar beneden kan. Als je nu een structureel krediet geeft, dan heb je het gegeven. Het tweede punt is dat de wethouder heeft gezegd dat ik naar fietsenstallingen heb gevraagd. Maar ik heb naar fietsenklemmen gevraagd. Ik ken het beleid ten aanzien van fietsenstallingen op verschillende punten rondom het centrum. Maar de fietser, en de voorzitter van deze raad weet heel goed wat een fietser doet, wil doorgaans met zijn fiets daar komen waar hij moet zijn. Die zet zijn fiets geen halve kilometer of meer verderop weg. Die wil graag in de buurt van zijn doel zijn. Dus mijn vraag is om, naast de fietsenstallingen waarom ik vanavond niet heb gevraagd want ik ken dat beleid, meer fietsenklemmen te plaatsen naar het hart van de stad, want anders houd je die wanorde van overal geplaatste fietsen. De heer PEETERS Ook ik ben niet geheel content met het antwoord van de wethouder. Waarop hij niet is ingegaan en waarover minstens drie sprekers hebben gesproken, dat is de hoogte van het bedrag. De wethouder verwijst dan weer naar die beleidsondersteuning, weer naar die overeenkomst met de V.B.B. Ik ben daarmee ook zeer gelukkig. Maar er staat niet meer in dan dat de gemeente zich daarvoor zal inspannen. Er wordt niet gesproken over wat voor prijskaart daaraan zal hangen, die heb je er nu aangehangen. Daarop richtte zich ook mijn vraag. Ik constateer tevens dat de berekening van die 185.000,-- louter is gebaseerd op aannames. En dat is voor mij reden om de vraag van de heer Marée, hetgeen ik in de eerste termijn ook al zei, te ondersteunen. Het is best mogelijk om op korte termijn een overzicht te geven van de kostenontwikkeling. En ik wil graag weten wanneer. Voorts ben ik het eens met mevrouw Van Bergen waar zij zegt: wanneer wij nu structureel die 185.000,— vaststellen dan zit je als het ware daaraan vast. En het kan best zo zijn dat, op basis van dat overzicht dat u dan aanlevert, tot een andere conclusie kan worden gekomen. De heer BOER Ik denk dat er een misverstand is. In punt 3 staat duidelijk 185.000,-- structureel ter beschikking te stellen. Als er mensen zijn die zeggen: kan dat niet een beetje minder, dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 63