31 OKTOBER 1996 642 reserveren dat waarschijnlijk niet eens wordt gebruikt. Dat merken wij dan wel aan het einde van de rit. Ik mis verder in het voorstel nog een punt bij de criteria, waarop een aantal zaken moet worden aangepakt. Dit is in de commissie niet aan de orde geweest. Ik verwijs u hiervoor naar pagina 3 van het raadsvoorstel. Wat ons betreft zouden hierbij ook de A- en B-straten kunnen worden genoemd. Dat zijn straten met geluids- en stankoverlast, waarvan een hele registratie aanwezig is. Ook die zouden kunnen gelden als criterium, wanneer het erom gaat op welke norm je een straat of een woning of een pand in een bepaalde wijk zou gaan aanpakken. Voor het overige zullen wij met het voorstel instemmen. Het is op zich natuurlijk geen kwaad voorstel. Wat dat betreft ben ik het geheel eens met de heer Crul. Het is mooi op papier, maar papier is geduldig. Wij hebben inderdaad al veel boekwerken in de kast, die daar allemaal geduldig liggen te zijn. U kunt het gewoon proberen, maar ik verwacht er heel weinig van. Ik denk dat de vorige keer heeft aangetoond dat het inderdaad niet zo'n succes is geweest. Wethouder DE BRUIJN Ik ben het eens met de heer Marée, en daarom hebben wij uiteraard dit voorstel gedaan, dat dit in ieder geval een van de instrumenten is om aan de kwaliteit van de gebouwen in de binnenstad verder gestalte te geven. Uiteraard, en dat zeg ik ook in de richting van diverse andere sprekers, blijf je altijd afhankelijk van de activiteit van de eigenaar zelf, tenzij je echt zou kunnen overgaan tot onteigening. Maar u weet dat onteigening niet in alle gevallen mogelijk is, laat ik het zo maar voorzichtig uitdrukken. Dat kan alleen op basis van een bouwplan of een bestemmingsplan, en dat kan zeker niet ten behoeve van het opknappen van panden. Dus dat blijft altijd een factor, die je nadrukkelijk in het oog moet houden. Wel denk ik dat het goed is om op deze manier een integraal pakket samen te stellen. Mevrouw Croft noemt het nieuwe wijn in oude zakken. Dat is niet helemaal waar, want er is nadrukkelijk aangegeven dat wij diverse zaken, die wij eerder al aan de hand hebben gehad, hier bij elkaar hebben geveegd en daaraan nog iets hebben toege voegd. Dus het is iets meer dan nieuwe wijn in oude zakken, want de oude wijn is in ieder geval ook nog nadrukkelijk gebruikt. Dat betekent dat je met deze regelingen, via verschillende instrumenten, probeert te stimuleren dat die panden feitelijk worden verbeterd. Wij kunnen in eerste instantie niet meer doen dan stimuleren. Als die stimulans goed werkt en als op een gegeven moment blijkt dat de gelden, die wij daarvoor beschikbaar hebben gesteld, te weinig zijn, en dat blijkt altijd al binnen de loop van een jaar, dan zullen wij uiteraard terugkomen in de richting van uw raad in relatie tot het fonds Stadsvernieuwing. U weet dat wij daarvan elk halljaar een herijking hebben, hetzij bij het vaststellen van de nieuwe jaarschijf, hetzij halverwege het jaar, waarbij wij de herijking altijd toepassen. Op dat moment kunnen wij nadere besluiten nemen om al dan niet tot wijzigingen over te gaan en hiervoor eventueel vrijvallende middelen extra in te zetten. Uw wens om de onsluitingsmogelijkhedenvan het binnenterrein hierin mee te nemen zullen wij nog bekijken. Maar ook hier is nadrukkelijk de medewerking van de eigenaren nodig. Wij hebben dat gezien bij het proefproject. Je hoeft maar één probleemgeval te hebben en het hele feest gaat niet door. Wat in ieder geval belangrijk is bij de ontsluitingsproblematiek van de binnenterreinen, is dat het natuurlijk ook aantrekkelijk moet zijn om hierin mee te gaan. Dat betekent dat je dan in zo'n bouwblok of in de panden, grenzend aan zo'n binnenterrein, een groot aantal woningen moet kunnen realiseren. Dat is dan vaak weer een probleem. De een wil wel, de ander wil niet. Dus dat kan een lastig karwei worden. Maar wij zullen die problematiek hierbij nadrukkelijk betrekken. Mevrouw Van Beusekom wijst erop dat met name de historische kwaliteit en de toekomst van de binnenstad van belang zijn. Dat is volkomen terecht. Wij hebben getracht om dit in de eerste alinea aan te geven. Het is niet zo, dat alleen de economische factor van belang is. De economische factor is ook van belang voor die b innenstadVandaardat w ij hebben getracht om die verschillende zaken naast elkaar te zetten. Over uw vraag met betrekking tot Ginneken en Princenhage hebben wij ook al in de commissie gesproken. Op dit moment vallen deze twee gebieden niet onder de werking van het fonds Stadsvernieuwing. Hiervan hebben wij gezegd dat wij jaarlijks bij de evaluatie zullen kijken hoe dit nu loopt en of wij het al dan niet moeten bijstellen. Als het gaat lopen, kunnen wij bezien of een dergelijk instrumentarium, wellicht in het kader van het grote stedenbeleid of het districtsgewijs werken, verder vorm kan krijgen voor andere gebieden. Hierbij zullen Princenhage en Ginneken dan uiteraard nadrukkelijk in beeld zijn. Alle sprekers hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 642