31 OKTOBER 1996 644 Ik heb zojuist ook gezegd dat ik de monumenten niet heb bedoeld. Als u praat over tientallen miljoenen, dan geldt dit ook voor particulieren. Als je Valkrust erbij rekent, dan is dit al 1 miljoen, en dan schiet het wel op. Niet, dat wij daarmee zo blij zijn geweest. Voor wat betreft de zaak die hier vanavond ligt, denk ik dat het een heel moeilijk proces is. Natuurlijk zijn wij het daarmee eens. Maar juist daarom moet je er bovenop zitten, zowel wat betreft de kwaliteit als datje duidelijk maakt welke je plannen zijn. In het artikel dat deze week in de krant stond over de trapgeveltjes op de Haagdijk, zei de heer Struijk: alleen als er sprake is van instortingsgevaar of gevaar voor omwonenden, kun je pas iets doen. Voorzover wij weten zit dat niet zo in elkaar. Uiteindelijk kun je erop terechtkomen, zoals u zei, dat je moet besluiten om wel of niet te laten slopen. Maar in het proces dat daaraan voorafgaat zijn er, voorzover wij weten, meer mogelijkheden dan er op dit moment worden toegepast. Die zitten eigenlijk ook in het nieuwe voorstel. Maar het gaat er bij ons om dat wij het meeste rendement willen behalen. Dan moetje natuurlijk het meeste proberen te bereiken via overleg. Maar er zijn ook andere manieren en daarvan is dat aan- schrijvingsbeleid er één. Ik ben blij dat u toezegt dat er een overzicht komt. Wij zullen hierover dan in de commissie wel verder praten. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Misschien moet ik mijn vraag anders stellen. Mijnheer De Bruijn, wat zijn nu A- en B-straten? Hierop kwam mijn vraag eigenlijk neer, maar door het antwoord dat ik kreeg, dacht ik: öf ik ben helemaal gek, öf ik snap het niet, öf wij praten over twee verschillende dingen. Maar ik denk dat u het ook niet weet. Wethouder DE BRUIJN Ik zit even te zoeken waar mevrouw Croft dat expliciet leest. A- en B-straten Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Neen, dat las ik juist niet. Daarom heb ik ze juist naar voren gebracht. Die hadden wat ons betreft bij de criteria moeten staan. Als je praat over de staat van onderhoud, en je vermeldt een heel lijstje op basis van welke criteria je bij bepaalde panden aan de slag zou gaan, dan zeggen wij: u had daarbij ook de A- en B-straten moeten doen. A- en B-straten, voor uw gemak, zijn de straten met geluids- en stankoverlast. Die zou je ook als criterium kunnen noemen in dat rijtje, om te kijken of je een eigenaar kunt stimuleren om met een bepaald pand iets te gaan doen. Mijn vraag was waarom dat criterium er niet bij stond. Weet u het nu weer? Waarom doet u dat niet? Wethouder DE BRUIJN De heer Crul haalde zojuist een pregnant voorbeeld aan en hieraan hangt hij de hele wereld op, om het maar even zwart-wit te zeggen. Ik kan mij goed voorstellen dat hij vindt dat, wat er aan de Haagdijk gebeurt, niet datgene is wat wij onder monumentenbeleid verstaan. Ik ben dat volstrekt met hem eens. Twee jaar geleden hebben wij een subsidie beschikbaar gesteld voor het opknappen van die panden. Op een gegeven moment lag er ook een bouwplan, maar het is misgegaan door interne omstandigheden van de eigenaar. Vervolgens zou je denken datje kunt aanschrijven, maar dat is dus niet het geval, omdat je moet aanschrijven op basis van de Woningwet. En op basis van de Woningwet kun je in dit soort gevallen alleen maar aanschrijven als het gevaarlijk wordt en dergelijke. En dat is nu het probleem. Je moet de juridische basis van de aanschrijving zeer goed in de gaten hebben. Omdat het pand niet is bewoond, heb je ook geen argument om bijvoorbeeld de brandveiligheid daarvoor aan te pakken. Kortom, het lijkt simpeler dan het is. Als wij gaan aanschrijven moeten wij dat juridisch heel goed in het touw hebben, wil die aanschrijving zin hebben. Want een tweede keer terugkomen wordt vrij lastig. Wat betreft het toevoegen van een criterium, met excuus omdat ik het blijkbaar verkeerd heb begrepen, kan ik mij voorstellen dat u zegt dat er bepaalde straten zijn die andere overlast-aspecten ondervinden, zoals stank en reuk en dergelijke. Dat staat in dit geval los van de kwaliteit van de gebouwen die wij op een gegeven moment willen gaan aanpakken. Ik denk dat de kwaliteit van die gebouwen, even los van die andere overlast-aspecten, voor de gebouwde omgeving in ieder geval van essentieel belang is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 644