31 OKTOBER 1996 652 van al die gekke bouwplannen her en der en serieus kijken wat er nodig is. We moeten eens goed inventariseren in de hele stad en dat doen wij in de nieuwe gemeente Breda waarvan wij, mits de kiezer dat goed vindt, ook deel zullen uitmaken. Wethouder DE BRUIJN Ik wil de diverse sprekers bedanken voor de complimenten over de kwaliteit die ligt opgesloten in deze structuurvisie. Het CDA, D66, de VVD en de Partij van de Arbeid hebben in ieder geval aangegeven dat het een eerste stap is. Een eerste stap, die nog zal moeten worden gevolgd door vele stappen. Het is terecht dat u allen constateert dat nog moet worden gekeken hoe de woningbouw in dit gebied zou kunnen worden ingevuld. Maar, gelet op het feit dat het een visie is, die uw raad vaststelt, betekent dit, dat met name de structurerende elementen die in deze visie aan de orde zijn, nadrukkelijk ook door u worden onderschreven als zijnde structurerende elementen. Met andere woorden: daar, waar geen woningbouwlocaties zijn aangegeven, deze gebieden ook in de toekomst expliciet uitgesloten zullen zijn van woningbouw. Dan denk ik met name aan de Lage Vuchtpolder, de watermachine, de buffer tussen de kern Teteringen en het bos aan de oostkant. Dat betekent dat in de vervolgstappen, en een aantal van u sprak hierover ook nadrukkelijk, als een van de belangrijkste punten de realisering van een goede invulling van die verschillende zones moet worden opgepakt. Dat geldt uiteraard voor die watermachine. U heeft in de brief, die wij vandaag ontvingen van de gedeputeerde, gezien dat daarover door vele participanten positief wordt gedacht. Dat zou je dus op korte termijn moeten aanpakken om de realiteitswaarde, maar ook de financierbaarheid daarvan, tijdig helder te krijgen. Een aantal van u is immers ook ingegaan op de grondexploitatie. Want op het moment dat de duurzame invulling via deze milieu-aspecten daar niet is veilig gesteld, weetje niet wat er met dat gebied gaat gebeuren. Dan heb je kans dat het een stadsrandzone of iets dergelijks dreigt te gaan worden, waar je dan ontwikkelingen zou kunnen verwachten die wij daar eigenlijk niet zouden willen zien. Dat geldt zowel voor die watermachine, als voor de locatie waarop in deze structuurvisie een golfbaan is gepland. Dat is ook de reden, en dat in de richting van de heer Van de Steenoven, waarom wij expliciet wat meer aandacht in die structuurvisieaan het onderdeel golf hebben besteedWij hebben geconstateerd dat bij de watermachine vele partijen, die wij daarbij nodig hebben, enthousiast zijn en eraan willen meewerken om dat goed en duurzaam in te vullen. Bij de golflocatie willen wij voorkomen dat wij op route gaan in de richting van een golfaccommodatie en vervolgens na drie jaar moeten constateren dat de exploitatie volstrekt onhaalbaar is, waardoor wij dan een gebied hebben waarvan wij niet weten wat wij ermee moeten. Praten over een golfaccommodatie betekent dat wij zekerheid moeten hebben over een langdurige exploitatie van dat gebeuren. Wat dat betreft ben ik het eens met de heer Scheltens, hoewel er in Breda Zuidwest niets aan de hand is wat een golfaccommodatie betreft, maar ik neem aan dat hij Prinsenbeek bedoelt. Daar ligt een baan van 8 holes, maar die wordt vanaf januari van ons. De concurrentie tussen de golfaccommodaties die er nu zijn, en wij hebben er nogal wat in de omgeving, vraagt natuurlijk op voorhand al van ons dat wij niet alleen moeten kijken of die golfbaan is aan te leggen, maar ook of zoiets is te exploiteren. Want als wij hem aanleggen en hij is niette exploiteren, dan wordthet een rommeltje. Mochten wij geen garantie hebben dat zo'n golfaccommodatie haalbaar is, dan zullen wij tijdig een alternatief in onze achterzak moeten hebben om die geledingszone op een andere manier in te vullen. Wij willen voorkomen dat daar woningbouw komt, want anders rukt die woningbouw steeds verder op in de richting van het stiltegebied dat aan de oostkant van de huidige kern ligt. Dat is dus niet de bedoeling van de huidige structuurvisie. Vandaar, dat die exploitatie hier nog eens expliciet is opgenomen. Ik ben het volstrekt eens met alle sprekers dat er nog een heleboel onzekerheden in de structuurvisie zitten. Dat betreft in eerste instantie de verkeerssituatie. Verschillende sprekers hebben aangegeven waaraan wij moeten denken. Die opmerkingen zullen wij uitdrukkelijk moeten meewegen in de vervolgstappen. Wij zullen aangeven hoe wij daaraan tegemoet zullen komen en of wij daaraan tegemoet kunnen komen binnen het uitwerken van die visie. En dan gaat het over de HOV, waarvan ik hoop dat die in eerste aanleg al sneller zal gaan rijden dan de afronding van dit bouwplan. Dan gaat het ook over het ontsluitingsverkeer van die woongebieden die wij bij de kern van Teteringen gaan aanleggen. Dan gaat het op een gegeven moment over de druk op de Oosterhoutseweg vanuit Oosterhout. In Oosterhout is er natuurlijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 652