31 OKTOBER 1996
661
De VOORZITTER
Geen tekenen van adhesie op die manier. Gaat u door, mijnheer Heeren.
De heer HEEREN
Dat roept toch de vraag op in hoeverre wij hiermee moeten doorgaan.
De VOORZITTER
Zal de wethouder dat even beantwoorden?
De heer HEEREN
Ja, misschien weet de wethouder daarop een antwoord.
Wethouder DE BRUUN
De vragen even langslopend kan ik in de richting van de heer Adank zeggen dat in het overleg
met Oosterhout ook nadrukkelijk Rijkswaterstaat en de Provincie worden betrokken. De
Oosterhoutseweg is mogelijk ook gedeeltelijk een provinciale weg. Over Rijkswaterstaat heeft
u een kwalificatie gegeven, waarvan ik denk dat wij het hierover wel met elkaar eens zijn, om
het eufemistisch uit te drukken. Voor wat betreft het gezamenlijk optrekken op het gebied van
informatie, denk ik dat dit een goede zaak is. Tot nu toe is dat ook gebeurd, afgezien van de in
formatie-avonden. Iedereen had er toen voor gekozen om z'n eigen gemeente te informeren, maar
wij hebben wel dezelfde informatie verstrekt en ook zijn daar dezelfde folders gebruikt. Dus ook
in de toekomst zullen wij ervoor zorgen dat er één geluid komt, zowel naar de inwoners van de
kern Teteringen als naar de inwoners van het oude Breda, om het zo maar te zeggen. De zorg
van de heer Marée kan ik begrijpen. Laat ik het anders formuleren. De aantallen die in de struc
tuurvisie zijn vermeld, hebben betrekking op een rekenkundig model om te kijken of budgettaire
neutraliteit tot de mogelijkheden behoort. Zo moet u dat zien. Het betekent niet dat budgettaire
neutraliteit een middel is, maar een doel. Met betrekking tot de opmerking over oppassen dat de
zaak niet dichtgroeit, waarbij u verwijst naar pagina 19, deel ik u mee dat dit inderdaad niet de
bedoeling is. Het is alleen aangegeven in de structuur. Zoals het in blokken wordt aangegeven
zou er nog een enkel blok bij kunnen, maar dat wordt alleen expliciet op die locatie aangegeven.
Dus niet dichtgroeien, maar het openhouden, zoals mevrouw Van Beusekom ook zegt, van de
open ruimtes die wij hier hebben aangegeven, middels water. Dat is die geledingszone tussen Breda
en Teteringen. In de richting van de heer Scheltens moet ik allereerst constateren dat wij het niet
met elkaar eens zijn, laat ik het zo maar voorzichtig uitdrukken. Waaraan ik mij heb gestoord is
de wat badinerende opmerking alsof het hier over een Center Parcs-plan zou gaan. Ik denk dat
de heer Scheltens dan niet echt heeft begrepen wat de waarde is van deze waterfabriek in relatie
tot de groene en ecologische aspecten in de Lage Vuchtpolder. Ik verwijs hierbij naar de brief
waarin de Provincie heeft aangegeven wat deze visie voor die ecologische waarden betekent.
Mevrouw CROFT-MITTELMELJER
Ter interruptie. Ik ben het helemaal met u eens, want bij Center Pares hoort ook een tropisch
zwembad en dat ontbreekt in Teteringen.
De heer SCHELTENS
Als mevrouw Croft mag interrumperen, mag ik dat zeker, want u richt het woord tot mij. Ik heb
dat alleen maar bedoeld te zeggen, omdat ik vind, en dat heb ik al een paar keer gezegd, dat de
aandacht voor die waterbuffer of watermachine, zeker in combinatie met de veel te grote aandacht
voor die golfbaan, mij het idee doet geven dat het hier alleen maar gaat om leuke en dure woningen,
waterpartijen, wonen aan het water. Maar wij hebben het hier niet over een woningbouwlocatie,
waarbij minstens eenderde sociale woningbouw komt. Zo heb ik het bedoeld.
Wethouder DE BRUUN
Dan kent de heer Scheltens in ieder geval niet de uitgangspunten, zoals wij die binnen deze
gemeente hanteren. De heer Van de Steenoven merkte op dat je de consequenties van de