1 FEBRUARI 1996 66 De heer DUBBELMAN Het is bekend, voorzitter, dat we nu in blessuretijd spreken en ik begrijp heel goed dat we streven naar half elf. Maar mag ik toch opmerken dat de vele tijd die tot nu toe nodig is geweest, niet in evenredige mate door het CDA is verbruikt en dat wij kort vijf kanttekenin gen willen plaatsen bij deze drie agendapunten. De eerste kanttekening betreft de algemene vraag of met dit voorstel een verantwoord evenwicht is bereikt tussen enerzijds de publieke zaak wat betreft de cultuur, waarvan wij vinden dat die toch een taak is die de overheid zich zeer zeker moet aantrekken, en anderzijds de privatisering, die in zijn algemeenheid ook door ons als een goede zaak wordt ervaren en waarbij het met name bij dit punt gaat om effectief en efficiënt opereren via private constructies. Ik zal straks beklemtonen dat wij vinden dat dit evenwicht goed is bereikt. De tweede kanttekening betreft de keuze van de Naamloze Vennootschap, zelfs in duplo, waarbij het gaat om een goed samenspel van organen van algemene vergaderingen van aandeelhouders, directie en de Raad van Commissarissen. Wij menen, met name als het gaat om deze Theater N.V., de exploitatie N.V., dat het een hele goede zaak is dat voor deze N.V.-structuur wordt gekozen, omdat op deze wijze veel meer mogelijkheden worden gegeven om effectief en efficiënt te opereren. Vooral als je het vergelijkt met het oude alternatief, waarbij wordt gesproken over een tak van dienst en van ambtenaren in ambtelijke dienst. Toch blijft dan wel de vraag hoe in deze structuur het publieke belang op een verantwoorde wijze wordt behartigd. Wij zijn van mening dat dat op een verantwoorde wijze gebeurt, in die zin, dat wij constateren dat via het dagelijks bestuur van de gemeente, zijnde het college van burgemeester en wethouders, in zijn rol als AVA nadrukkelijk de essentiële bevoegdheden bij het dagelijks bestuur liggen. En op de tweede plaats, als het gaat om de positie van de gemeenteraad als het hoogste beleidsbepalende orgaan, vinden wij dat ook de gemeenteraad in hoofdlijnen voldoende aan zijn trekken komt, in de eerste plaats via de gouden koorden als het gaat om de budgetvaststelling en in de tweede plaats, als het gaat om het beleid, dat de Cultuurnota een belangrijke rol speelt in de beleidsbepaling van de vennootschap. Als ik toekom aan de specifieke vraag: wie bestuurt nu in de bestuursstructuur het Chassé Theater, dan lijkt het erop dat dat de directie is, zoals ook in vennootschapsland gebruikelijk is. Toch is hier, met onze volledige instemming, nadrukke lijk gekozen voor een zeer verantwoorde inkadering van de vrijheidsruimte die een bestuur en directie normaal in een N.V.-vorm hebben, namelijk een inkadering via de AVA, zoals reeds door mij gezegd, maar ook een inkadering, en ik hecht eraan namens onze fractie te zeggen dat wij daarvoor onze steun uitspreken, via een Raad van Commissarissen, die hierbij buitengewoon belangrijke bevoegdheden heeft en waaraan de directie alle echt belangrijke besluiten van de vennootschap ter goedkeuring moet voordragen. Ik verwijs naar artikel 12, lid 3 van de statuten, waarin maar liefst veertien belangrijke besluiten worden genoemd en waarbij de directie goedkeuring nodig heeft van de Raad van Commissarissen. En in dat verband stemt het ons bijzonder tevreden dat de functionele wethouder en het college erin zijn geslaagd om een buitengewoon goede Raad van Commissarissen te interesseren, waarin, en nu kom ik tot de vijfde en laatste kanttekening, wij vertrouwen hebben, want wij verwachten dat ook de financieel-economische belangen, als het gaat om exploitatietekorten, van die Raad van Commissarissen nadrukkelijk die aandacht krijgen die ze verdienen. Daarmee afsluitend en dan pak ik de overgang naar het volgende agendapunt inzake de subsidieovereenkomst, nog het volgende. Wij zien met deze bestuursstructuur volop mogelijkheden en goede voor waarden om te bevorderen en zonodig af te dwingen dat het exploitatietekort, dat wordt begroot via de gemeentelijke bijdrage afgerond op 6,5 miljoen, niet wordt overschreden. Ik wil graag deze termijn afsluiten met het vertrouwen uit te spreken en de kanttekening te plaatsen dat die 6,5 miljoen ook voor het CDA de grens is die acceptabel is als het gaat om de aanwending van gemeenschappelijke middelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 66