28 november 1996 685 Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Voorzitter, mag ik toch even interrumperen? Ik ben zo attent geweest om het amendement met de bijlage vooraf aan het college te geven. Wethouder DE BRUIJN Ik heb, maandag of dinsdag, alleen het amendement gezien. Het tekeningetje heb ik niet gezien. Ik heb het zojuist wel even gezien. Ik moet constateren dat het verkeerstechnisch nogal wat inhoudt. Daarom wil ik er nu niet op ingaan, in die zin dat ik zeg: zo moet het specifiek worden. Ik denk dat we wel moeten constateren dat we al die straten gaan aanpakken. In het raadsvoorstel is op pagina 4 ook de voorkeur van de overleggroep VCP-Ginneken opgenomen. Het is de bedoeling dat de prioriteiten voor de herinrichting aan de hand van de resultaten van de effectmetingen op die manier worden opgepakt. Dat gebeurt nadrukkelijk op verzoek van de overleggroep. We zullen dan ook moeten kijken op welke wijze de herinrichtingsmaatregelen op de Viandenlaan binnen dat traject kunnen worden ingezet. Als er echter elders grotere calamiteiten zijn, dan heb je kans dat je toch, na samenspraak met de overleggroepen, tot het aanpakken van andere prioriteiten moet komen, omdat een en ander tot gevaarlijke situaties leidt. Ik kan dat nu niet beoordelen, maar we zullen wel moeten kijken naar wat het eerst kan met de gelden, die we in het Investeringsplan hebben zitten. Waar de overleggroep VCP zegt: je moet er in ieder geval ook op die manier tegenaan kijken, denk ik datje met het amendement al gedeeltelijk daaraan tegemoetkomt. Daar waar het doorgaand verkeer er op een gegeven moment toch nog automatisch veel gebruik van maakt, en dat zie je via die effectmeting, zullen we bij de herinrichting daar moeten proberen te knijpen. Knijpen betekent overigens niet het weren van het doorgaand verkeer. En dan kom ik weer bij mijn opmerking over dat water, automobilisten gaan dat dan toch doen. Daarom zullen wij bij de herinrichting van de andere straten, inclusief de Viandenlaan, nadrukkelijk kijken hoe we dat moeten oplossen. Het is van belang datje van tevoren die herinrichting goed doorpraat met de bewoners en de ondernemers. Ten aanzien van de Prins Hendrikstraat ben ik het met de heer Adank eens dat het geen optimale situatie is, sterker nog, je zult er maar wonen. Er wordt daar hard gereden. Ik heb u in de commissie toegezegd dat we met de bewoners van de Prins Hendrikstraat zullen gaan praten om na te gaan hoe we die snelheid eruit kunnen halen. Het doorgaand verkeer eruit halen lukt op dit moment nog niet, gelet op de totale verkeerscirculatie noord-zuid en richting binnenstad. Wel heb ik in de commissie aangegeven dat de hele functie van de Prins Hendrik straat aan de orde is, op het moment dat de effectuering plaatsvindt van het besluit dat op 1 juli 1993 is genomen, waarbij uiteindelijk ervoor is gekozen om van de Prins Hendrikstraat en de Generaal Maczekstraat eenrichtingverkeer te maken. U weet dat dit vervolgens weer te maken heeft met de aanpak van De la Reyweg. Die is nu af. Dus die volgende fases kunnen nu aan de orde komen. Wat de heer Scheltens vraagt: maak er op dit moment maar eenrichtingverkeer van, vind ik iets te kort door de bocht, want ik weet niet wat het verkeer dan op een andere manier gaat doen. Daarom denk ik dat het goed is De heer SCHELTENS Voorzitter, bij interruptie. U heeft het amendement nu helaas niet voor u, maar het zal er zo wel aankomen. Er wordt niet gesproken over het maken van eenrichtingverkeer, er wordt gepraat over het weren van het doorgaand verkeer en het afremmen van het plaatselijk verkeer. Dat wil niet zeggen dat dit per se moet door eenrichtingverkeer te creëren. Wethouder DE BRUIJN Het weren van het doorgaand verkeer kan op dit moment beslist nog niet, omdat we doorgaand busverkeer hebben. Kortom, dat lijkt mij op dit moment nog iets te vergaand. Datje daar iets moet doen, daarover zijn we het, denk ik, allemaal eens.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 685