28 november 1996 687 De heer AD ANK In de commissie heb ik gezegd dat het ook iets te maken heeft met het Verkeerscirculatieplan Binnenstad. Als je het VCP Ginneken bekijkt en het knijpen van binnen naar buiten, was het wellicht in het verleden beter geweest om te knijpen van buiten naar binnen, omdat dat ook wat meer integraal zou kunnen werken. Het college heeft, meen ik, toch ook een brief ontvangen van de heer Franken, waarin hij een aantal goede voorstellen doet en daarbij bijvoorbeeld ook de straten rond het Ginneken betrekt. In dat verband heb ik u ook gevraagd om de stukken van het Oranje Nassauplein ter visie te leggen. Als daar bebouwing mocht komen naar het idee van bijvoorbeeld Esso bij Den Haag, dan heeft dit onder meer consequenties voor de verkeerscircu- latie ter plekke, dus ook voor de verkeerssituatie in de Prins Hendrikstraat. Ik ben twee keer in de leeszaal geweest, na mijn eerste verzoek, en u heeft het vorige week nogmaals toegezegd. Ik mag aannemen dat het nu inmiddels ter visie ligt. Op de tweede plaats wil ik uw aandacht toch nog vragen voor de black-spots, en de onmogelijkheid om de black-spots echt op te lossen. Aan de Chopinstraat - Willem van Oranjelaan, en de Chopinstraat - Baronielaan wordt, naar onze mening, niets gedaan. Uit de statistieken over verkeersongelukken blijkt dat hier sprake is van levensgevaarlijke situaties, er gebeuren daar zware ongelukken. Het college heeft toegezegd met de bewoners te bekijken of de middenberm kan worden doorgetrokken. Wat is de realiteits waarde van dit verhaal? We zijn wel heel gelukkig met het feit dat er een krediet is uitgetrokken om de fietspaden te realiseren, maar het doorgaand verkeer zal erin blijven zitten. Of de middenberm nu wel of niet wordt doorgetrokken, het verkeer zal door Ginneken blijven racen, en daarvan is onder meer de Koningin Emmalaan de dupe. Ten aanzien van het amendement van GroenLinks heeft u zelf al een aantal mogelijkheden aangegeven, naar aanleiding waarvan u zegt dat het voor het college op dit moment niets toevoegt aan datgene wat op tafel ligt. Ik denk dat uit het amendement van GroenLinks en De Parel blijkt, en daarover zijn wij het eens, maar u ook, dat het dilemma om er werkelijk uit te komen voorlopig nog wel even op zich laat wachten. We moeten dit onderkennen Wij wijten dat aan het ontbreken van een totale aanpak van het hele verhaal. Want wat voor de Prins Hendrikstraat opgaat, gaat zeker ook op voor een tiental andere straten in de buurt. Natuurlijk moet er gemonitoord worden, dat kan dan mooi als de brug straks verdwijnt. Aan de andere kant moeten we ons realiseren dat de Prins Hendrik straat vooralsnog op dit moment een ontsluitingsfunctie heeft, waarvan ook het openbaar vervoer gebruik moet maken. Gelet op het Valkeniersplein en de bejaardenwoningen in de buurt, zou ik werkelijk niet weten waar de openbaar vervoerroute van de BBA dan langs zou moeten lopen. Ten aanzien van het tweede gedachtestreepje van het amendement van Groen Links is onze opvatting dat dit eigenlijk voor het hele probleemgebied geldt. Het is niet verstandig om één straat daaruit te isoleren. Je moet naar het totaal van het VCP kijken. De heer VAN GURP Ik wil nog even op de amendementen reageren. Ten aanzien van het amendement Croft/Schel- tens kan ik me aansluiten bij de twee voorgaande sprekers. Die argumenten kan ik ook onder schrijven. Over het door de andere partijen ingediende amendement het volgende. Principieel vind ik dat het vaststellen van de filosofie van de verkeerscirculatie een politieke aangelegen heid is. Die staat hierin ook verwoord, die verandert niet en die dienen wij ook vast te stellen. Over de wijze waarop zoiets gebeurt, of dit nu is door middel van bussluizen, borden, bloem bakken, opgebroken straten of wat dan ook, denk ik dat dit geen politiek aspect is. Maar gezien het brede draagvlak van dit amendement, willen wij hierin geen spelbreker zijn, waarbij we wel de aantekening willen maken, dat we het nemen van stringentere maatregelen in de toekomst, mocht de monitoring daartoe aanleiding geven, op voorhand niet willen uitsluiten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 687