1 FEBRUARI 1996
voorstel en dat is eigenlijk al vanaf de principebeslissing zo geweest, dat het Chassé Theater
op afstand moet worden gezet en de Raad van Commissarissen een belangrijk deel van de
functie van de raad en het college gaat overnemen. In de fractie hebben wij daarover uitvoerig
gepraat. Waarop baseert het college de zekerheid dat die Raad van Commissarissen daartoe
beter in staat is en voldoende is toegerust om die functie te vervullen en de fouten van het
verleden te voorkomen? Wij hebben in de commissie een dringend beroep op u gedaan om in
de Raad van Commissarissen vrouwen te benoemen. Wij willen graag weten of er vrouwen
zijn benaderd voor de Raad van Commissarissen en als dat niet zo is, dan willen wij u
dringend vragen daarvoor vrouwelijke kandidaten op te zoeken en dat voor te leggen aan
degene die dat noodzakelijk vindt. We weten dat het moeilijk is om vrouwen benoemd te
krijgen, maar misschien lukt dat toch in dit geval. Het artistiek plan is een heel belangrijk
punt, zowel financieel als voor wat betreft de bedrijfsvoering, waarbij naar onze mening de
raad voortdurend moet worden betrokken. Ook het CDA heeft gezegd dat die vierjaarlijkse
cyclus wat lang is. Wij willen u vragen die cyclus terug te brengen naar twee jaar. Tevens
verzoeken wij u bij de start, dus dit jaar, met een artistiek plan te komen. Verder vinden wij
dat zowel de jaarrekening als het bedrijfsplan en de begroting zaken zijn die de raad aangaan
en niet aan het college kunnen worden gedelegeerd, hoewel daarbij wel de functionele
commissie wordt betrokken, in die zin dat de stukken ter kennisname worden voorgelegd.
Met betrekking tot de subsidieovereenkomst het volgende. Daarin is opgenomen dat voor de
subsidie zelf een indexering zal worden toegepast om die bedragen aan te passen. Wij vinden
en dat staat er niet in, dat de financiële positie van Breda wel eens reden kan zijn om daarmee
anders om te gaan. Is het mogelijk om dat in de Subsidieverordening op te nemen, of is dat in
een ander punt geregeld? Over de positie van de amateurs en de niet-commerciële groepen of
gelijkwaardige individuen het volgende. Zowel het artistiek programma als de financiering
hebben daarmee te maken. De laatste tijd worden we met vele knelpunten, met name vanuit
de amateurs en amateurgezelschappen, geconfronteerd. Het gaat onder andere om Cultureel
Gekleurd en de Kulturele Amateur Manifestatie. Reeds meerdere malen hebben wij het
bericht gekregen dat de amateurs de indruk krijgen dat zij in het Chassé Theater niet meer
welkom zijn. Zij hebben die indruk naar aanleiding van het overleg dat plaatsvindt. Wij
achten het een zeer slechte zaak als dat imago naar de amateurs en niet-commerciële instellin
gen overkomt. Wij vragen van het college de garantie dat het Chassé Theater bereikbaar blijft
voor de amateurs en niet-commerciële instellingen en groepen, zowel in financiële zin als
voor wat betreft de huur. Graag willen wij van het college weten hoe het die garantie aan ons
kan geven. Voorts hebben wij een vraag over de extra bouwkosten en nog een slotopmerking.
In het oorspronkelijke programakkoord staat dat de extra bouwkosten in de exploitatie zullen
worden opgenomen. Later zijn de onderhandelingen, nadat alle wethouders waren afgetreden,
hervat en is het programakkoord opnieuw vastgesteld. Hoewel, officieel is daarvan nooit
mededeling gedaan aan de fracties. In het oorspronkelijke programakkoord, dat wij nog steeds
zien als het juiste, staat dat de extra bouwkosten in de exploitatie moeten worden opgenomen.
Voor zover we hebben kunnen waarnemen, dat is 4,8 miljoen op dit moment, is dat niet
gebeurd. Wij vinden, als die afspraak nog geldig is, dat dat alsnog moet gebeuren. Tot slot
wil ik nog even aandacht vragen voor het rapport van Twijnstra-Gudde. Zij hebben ons
vooral duidelijk gemaakt dat het Chassé Theater en alles wat daaromheen zit niet naar binnen
gericht moet functioneren. Uit de voorstellen die nu op tafel liggen blijkt toch dat dat naar
binnen functioneren nog steeds aanwezig is. Bij alles wat nu op tafel ligt, dat is een berg
papier, is het gebouw en het aanbod van het gebouw eigenlijk doorslaggevend, terwijl Twijn
stra-Gudde in hun laatste conclusie in hun rapport zeggen dat het theater extern moet zijn
gericht en hun boodschap is dan ook: richt je op de doelgroepen die je in het theater wilt
halen en niet te veel op de interne zaken waarmee je bezig bent.
68