28 november 1996 690 Volgens mij heeft het college die ook, want anders heb ik het college in de commissievergade ring niet goed begrepen. En dan is dit amendement daarmee overbodig. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik ben het met u eens, als het alleen om een intentie gaat. Maar het is iets meer dan een intentie. Ook de bewoners van Ginneken zien graag dat er in een besluit iets vastligt. Dan hebben zij daaraan houvast. En zoals de heer Adank zegt, er komt dan ook een financiële onderbouwing bij en dan wordt duidelijk wanneer welk stuk aan de beurt komt. Dat willen de bewoners graag weten, en niet: de intentie is uitgesproken en we zien het straks wel een keer. Ik ben bereid, als andere partijen daaraan behoefte hebben, om even de hoofden bij elkaar te steken, en misschien kunnen we er dan gezamenlijk heel goed uitkomen. Wethouder DE BRUIJN Het wordt nu wat moeilijk om verder op het tweede amendement in te gaan. In de richting van de heer Van de Steenoven wil ik zeggen dat datgene wat in de commissievergadering is gezegd nadrukkelijk nog rechtovereind staat. Ik heb daarbij ook de relatie met het VCP van de totale stad aangegeven. Door de heer Adank zijn de black-spots aangehaald. Daarvan heb ik gezegd dat we op korte termijn zullen gaan praten met de bewoners, maar ook met de ondernemers van het direct betreffende gebied. Enkele weken geleden hebben we in eerste instantie alleen gepraat over de fietsvoorzieningen over de Willem van Oranjelaan, maar dit heeft als logisch vervolg dat gekeken wordt naar wat je met de black-spots kunt doen. Overigens zal dit ook betekenen dat we opnieuw met enkele overleggroepen van het VCP Ginneken zullen moeten praten, omdat met name de Baronielaan en de Werfstraat een extra druk krijgen. Dus we zullen met die mensen ook daarover nog moeten praten. Het is een gevaarlijke situatie, je kunt daarmee op verschillende manieren omgaan. Dichtzetten is een mogelijkheid. Wij zoeken het niet direct in de mogelijkheid om dan bijvoorbeeld een verkeerslichteninstallatie weg te zetten. Dat zou kunnen, omdat het iets meer veiligheid geeft, hoewel, wat ook de heer Van Gurp in de eerste termijn zegt, het weggedrag niet altijd een extra veiligheid met zich meebrengt. Maar wellicht zijn er nog andere mogelijkheden om te kijken naar hoe je het doorgaand verkeer uit die richting daar kunt weghalen. Ik denk dat het goed is om dat met de verschillende bewoners- groepen nog eens nadrukkelijk aan de orde te stellen. En dat is ook toegezegd. Het is daar een moeilijke situatie, het is eigenlijk te ruim. Wat betreft het tijdstip van uitvoering het volgende. Ik begrijp dat de indieners expliciet bedoelen dat dit één van de eerste zaken is die moet gebeuren. Dat betekent een aanpassing van de prioriteitstelling in de uitvoeringswerkzaamhe den, zoals die op dit moment al plaatsvinden aan de Ginnekenweg. Ik kan niet bevroeden of dit al direct in het totale plaatje past. Maar met de bewoners zullen we, op basis van uw wensen, de prioriteitstelling moeten aanpassen. U weet dat we nu met de Ginnekenweg zijn begonnen. We hebben voor het volgend jaar ook bepaalde gelden. Het lijkt me logisch om nu eerst de Ginnekenweg af te maken. Maar als het uw wens is om die even te laten liggen en eerst de Viandenlaan aan te pakken, dan zullen we daarover opnieuw overleg moeten hebben met de bewoners. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Bij interruptie. In het raadsvoorstel stond dat het zuidelijk stuk van de Raadhuisstraat met kleine maatregelen snel te doen was. En dat kon, meen ik te hebben gelezen, met de gelden die nu bij Stadsbeheer zijn ondergebracht. Maar dat heeft veel consequenties voor het verkeer dat dan weer via het noorden weggaat naar het westen toe. Dat kan dan toch ook worden opgelost met geringe maatregelen, bijvoorbeeld door het zetten van paaltjes? De schets was een handreiking naar uw college, dat heb ik gezegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 690