28 november 1996 708 Normaal gesproken behoort dat te gebeuren onder het kopje communicatie. Het verbaasde mij dan ook zeer dat de wethouder in de commissie zei: dat kopje communicatie is er eigenlijk meer om mee te delen hoe we met de pers en dergelijke zijn omgegaan. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Bij zo'n kopje communicatie gaat het erom dat een raadsvoorstel met de meest belanghebbenden is besproken en dat de bevindingen van dat overleg aan de raad ter kennis worden gebracht. Dat overleg is buitengewoon wonderlijk verlopen en de bevindingen daarvan zijn helemaal niet aan de raad medegedeeld. De voorzitter of de penningmeester van de stichting heeft ingesproken in de raadscommissie, en mijn fractie vindt dat hij daar een goed verhaal heeft gehouden, en dat er alle reden is om te kijken op welke wijze het beheer van dit gymnastieklokaal door die stichting zou kunnen worden gedaan. Mevrouw Boidin heeft daarvan gezegd: ik ben bang dat dit een precedentwerking zou kunnen gaan hebben. Ik vraag mij af waarop die angst is gebaseerd. Volgens mij nergens op. Ik denk dat hier sprake is van een bijzondere situatie. Omdat die gymnastieklokalen zo dicht bij elkaar liggen, zullen zij samen gebruikt gaan worden door de scholen, die ook nu het gymnastieklokaal van de stichting gebruiken. Vanwege die bijzondere situatie zal daar, denk ik, geen enkele precedentwerking vanuit gaan. Het is nog sterker. Mevrouw Boidin zegt in feite: in Prinsenbeek bestaat er wel zo'n situatie en we zullen in de toekomst nog eens moeten bekijken hoe we daarmee moeten omgaan. Dus in Prinsenbeek zou zo'n situatie wel kunnen bestaan, en in Breda-zuid zou zo'n situatie niet kunnen bestaan. Dat verbaast mij ten zeerste. Ik zou graag willen dat de wethouder op die situatie inging. Misschien dat de wethouder dan nog eens kan aangeven waarop de angst is gebaseerd, dat hier een precedentwerking vanuit zou kunnen gaan. Met andere woorden: zijn er organisaties/stichtingen die bij hem nu al hebben aangeklopt om geld van de afdeling onder wijs in te zetten om voor henzelf sportaccommodaties te realiseren waarvan scholen misschien gebruik zouden kunnen maken? Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Hier is een zaak aan de orde, die al een aantal jaren speelt. Drie jaar geleden, toen er nog een platform van verontruste Bredanaars was en toen er nog een klooster was dat nog helemaal door de stichting Laurentius moest worden verbouwd, kwam ook de kloosterkapel aan de orde. Er was toen nog weinig zicht op wat daarmee zou gaan gebeuren. Op een avond heeft de betreffende wethouder, die op dat moment daarvoor verantwoordelijk was, aan allerlei organisaties en bewoners gevraagd: als hiervoor ideeën zijn, dan hoor ik die graag. Er waren ideeën, en die zijn vanuit de stichting Gemeenschapshuis Zandberg naar voren gebracht. Zij wilde daar graag, in aanvulling op haar eigen accommodatie, een simpele eigen gymruimte realiseren, zodanig dat zij de uren, die zij nu niet kon bieden aan de drie scholen die bij haar kwamen gymmen, daar kon invullen. Dat zou een mooie aanvulling zijn geweest. Het verbaasde mij ten zeerste dat de stichting er later via een ander circuit achterkwam dat haar idee helemaal niet meer aan de orde was, maar dat er sprake was van het idee om Jorien Peemen, die op een andere locatie in de stad weg is, of moet, daar te gaan huisvesten. Ook Jorien Peemen gunnen wij een prima ruimte. Maar als je Jorien Peemen in dezelfde locatie zet als waarin die gymzaal zit, dan betekent dat wel datje dan over een ander soort accommodatie gaat praten, want Jorien Peemen verwacht op zijn minst een hele spiegelwand. Een balletschool heeft in zo'n ruimte toch een ander soort faciliteiten nodig, en die kunnen ook de kostendruk doen toenemen. Uiteindelijk werd er toch nog een beetje over en weer gepraat. De stichting spreekt al die tijd namens de drie directeuren van de drie basisscholen en blijft vragen naar het beheer van het gymlokaal, zelfs als Jorien Peemen daarin trekt. De stichting wil het geld in één pot, en dan kan zij dat onderverdelen. Nu ligt hier een voorstel, en wat blijkt? De gemeente wil dit zelf gaan doen. Er liggen dan, op een paar honderd meter afstand van elkaar, twee concur rerende gymzalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 708