28 november 1996 709 Ik kan me voorstellen dat de stichting Gemeenschapshuis Zandberg hiermee niet blij is, zeker gezien het feit dat zij altijd heeft gevraagd: hoe zit het er nu mee? Blijkbaar heeft zij bij het verkeerde loket staan praten, want terwijl zij met de een sprak, werd er aan het andere loket weer iets heel anders bedacht. Dat heeft ertoe geleid dat zij nu een voorstel ziet, waarin zij zich niet kan vinden. In de richting van alle fracties heeft zij gezegd: draag er zorg voor dat in ieder geval niet de situatie ontstaat dat wij straks financieel in de problemen gaan komen en dat alle uren in de nieuwe gymzaal in de kapel gaan worden gegymd. We zien dat er in Prinsenbeek recent een voorstel is aangenomen dat er voor 10 miljoen een multifunctionele, zeer luxe sportzaal wordt gebouwd, 10 miljoen betekent dat er op 10.000 inwoners 1.000,-- per persoon is ingestoken en dat is een volledig openeindconstructie. We hebben er absoluut geen zicht op hoe straks de exploitatie van dat pand gaat lopen. Dat zit in Prinsenbeek. Mijnheer Van Raak heeft al slapeloze nachten van de openeindconstructie gehad, want hij weet maar nooit hoe dat bij zijn dienst kan uitpakken. Door het CDA wordt dat als argument gebruikt om dat nu niet te doen. Zij zeggen: wij gaan geen precedent scheppen. Dat hoeft ook niet, want dat is er al. Wij nemen dat op 1 januari 1997 als erfenis over. Dan krijgen wij het vanzelf naar ons toegeschoven. Dan is er dus in Prinsenbeek een club, niet zijnde de gemeente Breda, die zich actief bezighoudt met het beheer van een gymzaal. Ik denk dat het zeker in de rede ligt om het verzoek van de stichting Gemeenschapshuis Zandberg te honoreren, of op zijn minst daarover toch eens een goede discussie te voeren. Wat blijkt? Er is door mevrouw Boidin een telefonisch vragenuurtje gehouden. Zij heeft de directeuren gevraagd: stel dat wij, dus de gemeente, die zaal gaan exploiteren, bent u dan bereid om daar te gaan gymmen? Wat moeten die directeuren daarop antwoorden? Natuurlijk zijn zij daartoe bereid. Want zij moeten gaan gymmen. Dat is een onderwijsverplichting die zij hebben. Ze komen nu al uren tekort, dus zullen zij naar elke zaal gaan die zij kunnen krijgen en die een beetje een fatsoenlijke accommodatie biedt. Niet omdat zij vinden dat de gemeente die zaal moet exploiteren, maar omdat zij dringend behoefte hebben aan deze faciliteit. Ik vond de vraagstelling een beetje krom, want het antwoord werd al in een bepaalde richting gestuurd. Maar dat is nu gebeurd. Ondertussen hebben wij ook gesprekken gehad en daaruit blijkt dat de directeuren zeggen: onze eerste voorkeur gaat ernaar uit dat de stichting Gemeenschapshuis Zandberg de zaal zal exploi teren, dat we daar kunnen aankloppen en dat zij de uren in de beide zalen onderverdeelt. Maar als de gemeente ons een pin op de neus zet en het gaat exploiteren, dan zullen wij van die zaal ook gebruikmaken. Eerlijkheidshalve vind ik dat in het verslag moet worden vermeld dat hun voorkeur uitgaat naar de stichting Gemeenschapshuis Zandberg, met wie zij een goede en prettige samenwerking hebben. Straks gaan we praten over de takendiscussies en het afstoten van gemeentelijke taken. Daarmee rekening houdend en gezien dit initiatief vanuit de burgerij, kan ik stellen dat het hier fatsoenlijk en prima gaat, in een goed overleg en dat iedereen tevre den is. Nu gaan wij, als overheid, dat even naar de mallemoer helpen door daarnaast een concurrerende gymzaal te openen. Het lijkt me niet dat dit de bedoeling was van alle verkie zingsprogramma's, die we op de tafels hebben zien liggen tijdens de diverse politieke cafés. Ik verwacht dan ook dat het CDA in de tweede termijn zal zeggen dat zij het initiatief van de stichting Gemeenschapshuis Zandberg zal steunen. Mevrouw HEESSELS Ik kan kort zijn, want er is inmiddels al heel veel over het voorstel gezegd. Ten aanzien van de invulling van de kapel vindt mijn fractie dat het belang primair bij het onderwijs ligt. Ik denk dat daarvoor het voorstel ook is bedoeld. Tevens lossen we hiermee ook het probleem van de balletschool op. In die zin heeft onze fractie geen moeite met het feit dat de gemeente het beheer van die accommodatie gaat doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 709