1 FEBRUARI 1996 71 ik, datgene waarop op dit moment, zij het zeker niet in algemene zin, commentaar is. Of daaraan voldoende is voldaan, kunt u daaraan toetsen, maar u kunt dat ook toetsen aan de jaarrekeningen die in de functionele commissie ter discussie komen. In de richting van GroenLinks het volgende. Wij hebben in de commissie geconstateerd dat we van mening bleven verschillen over het altijd tegen. Als u argumenten inzet en geld inzet om dat goed te laten besteden dan heeft u met die normering een beeld van hoe dat dan in de cultuursector wordt besteed. Als u ingaat op de brief van de M.C. en het niet zo vriendelijk zijn, dan wil ik dat graag in deze raad wederom nuanceren. Ik heb gezegd: niet zo vriendelijk over de wijze van communiceren. Ik heb daarover de dag daarna met twee leden van de M.C. zeer uitge breid gesproken. Maar ik heb ook iets over de inhoud gezegd. Op afstand, slagvaardig en de Raad van Commissarissen, zij hebben alles met elkaar te maken. Je moet goed definiëren en heel snel kunnen reageren en besluiten. Met alle respect, maar u weet hoe besluitvormings procedures in commissies en raad aan de orde zijn, als we daadwerkelijk willen ingrijpen op sommige punten. Er is reeds lang voor mijn tijd als portefeuillehouder een aantal commissa rissen benaderd en die waren niet van het vrouwelijk geslacht. Overigens denk ik dat het uitstekende heren zijn, die die taak kunnen waarmaken en we hebben met elkaar afgesproken dat we drie commissarissen zouden hebben. Ik heb op dit moment geen behoefte aan wijzi ging in de samenstelling, maar ik zal de aanbeveling doen dat, mocht er een wisseling plaatshebben, dat dan een belangrijk keuzecriterium is. Maar u weet hoe dat soms gaat. Over het betrekken bij het artistiek plan het volgende. Ik heb u in de commissie uitgebreid gemotiveerd waarom wij aan die cyclus van vier jaar hechten, omdat die aansluit bij het Rijkskunstenplan en ook kan aansluiten bij de cyclus die we als gemeente daarop kunnen loslaten. Als u ook daar weer redelijk continu met de normering gaat spelen en erover wilt discussiëren, dan beperkt u de slagvaardigheid van de Theater N.V. en ik heb u ook uitgelegd hoe de programmering van theaters werkt en dat nu de programmering niet alleen voor dit seizoen aan de orde is, maar ook voor het volgend seizoen en soms zelfs doorlopend naar een ander seizoen. Er zit geen algehele ontsnappingsclausule in de subsidieovereenkomst, omdat dat niet netjes is naar een N.V., want je spreekt daarmee iets af. Wel zijn er ijkmomenten in die vierjarige cyclus. Tijdens zo'n bijsturingsmoment kun je als raad duidelijk maken wat je niet meer wilt zien in het theater, dan wel waaraan je minder wilt bijdragen. Naar aanleiding van de extra bouwkosten en de exploitatie het volgende. U heeft een eerste overzicht gezien van welke bouwkosten wel en niet in de exploitatie zijn opgenomen en je kunt dat ook niet tot in lengte van jaren gaan rekken. Dat lijkt mij ook geen ideale omstandigheid. De ruimte die in de exploitatie aanwezig was om daarin de bouwkosten onder te brengen, dat heeft u in het overzicht kunnen zien, hebben we daarvoor benut. Ik ben het volstrekt met de heer Crul eens dat het theater naar buiten moet zijn gericht en dat het doelgroepen moet benaderen. Ik kan hem ook gerust stellen dat een heleboel van het papierwerk dat nu is geproduceerd, juristen- werk is en dat is niet primair het werk waarmee de theaterdirectie bezig is geweest. Mevrouw Heessels geeft goed aan hoe juist die relatie tussen de bestuurlijke organisatie en het artistiek plan is geregeld. Met betrekking tot de overgang van het gebouw het volgende. Ik durf niet uit mijn hoofd te zeggen hoe het gebouw wordt ondergebracht. Je hebt dan te maken met het verschil tussen economisch eigendom en juridisch eigendom en in de stukken staat hoe dat precies is verdeeld. Ten aanzien van het personeel zijn er besprekingen gaande in een technisch vooroverleg. Het is een aantal keren in het GO aan de orde geweest. Daarin proberen we de randvoorwaarden te definiëren over onder welke arbeidsvoorwaarden in de N.V. gaat worden gewerkt. Dat traject loopt op dit moment zeer voorspoedig. Zodra we daarover een definitieve afstemming hebben wordt dat nog daadwerkelijk in het GO aan de orde gesteld. Ook de M.C. is vanuit het theater betrokken bij het technisch overleg over de personeelsvoorwaarden. Ik denk dat u het goed schetst als u zegt: geen suikeroom op de achtergrond. Neen, de intentie is inderdaad dat de theater N.V. het artistiek plan, de artistieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 71