19 december 1996
728
Ik denk dat het heel belangrijk is dat u dat goed afregelt. Wij vragen ook aandacht voor de uit
voering van de entree. Inritten van parkeergarages zijn nooit mooiIk heb gisteren in de commissie
de suggestie gedaan, en die doe ik nog een keer, om voor dit onderdeel te bekijken of de
kunsttoepassingsregeling,de 1 -regeling daarvoor kan worden gebruikt. Wellicht is het de moeite
waard om dat eens te onderzoeken. Het terrein zelf is al zo mooi met de invulling, dat daar eigenlijk
nauwelijks extra kunst naar toe moet. Dat is mijn gedachte daarbij. Voordat er een definitief ont
werp ligt zal er nog veel aangepast moeten worden. Wij vragen u daarbij de kwaliteit nog op te
voeren en daarbij verwijs ik ook naar de opmerkingen die de commissie-W AM hierover heeft
gemaakt. Dan de mogelijke risico's. Die liggen de VVD-fractie erg zwaar. Ik wil er nog kort een
paar noemen: de eventuele late oplevering van grond, de ruimtelijke ordeningsprocedures, een
eventuele actie die via de bewoners van het stadshart gevoerd zal worden voor het behoud van
de soldatenloodsen, de fietsenstalling van PARA, de grijze grond, de fietsenstalling voor de
ambtenaren, het parkeren onder de sociale huurwoningen, ik denk dat dat een zeer groot probleem
zou kunnen zijn, en ook het beheer van de openbare ruimte. Wat het beheer van de openbare ruimte
betreft hoef ik u niet te vertellen dat we de laatste decennia alleen maar gekort hebben, en als we
een beetje rondkijken en een beetje oplettende Bredanaars zijn, dan zien we allemaal wat voor
een verwoestend effect dat heeft op onze openbare ruimte. Ik wil dit ook nadrukkelijk als een
aandachtspunt aanbevelen in de onderhandelingen. Als ik deze risico's dan afzet tegen het op dit
moment net budgettair neutrale resultaat, dan maakt de VVD-fractie zich ernstig zorgen. Wij roepen
het college op in de onderhandelingen nog net een tandje bij te zetten en stevig te onderhandelen.
Graag hoor ik van uw college de toezegging dat u dit echt zult gaan doen. Een plan van zo'n
kwaliteit kan voor de gemeente meer opbrengen dan alleen maar een budgettair neutraal resultaat.
Tot zover in deze termijn.
De heer VAN DE STEENOVEN
Bij het laatste punt waarover ik namens mijn fractie mag spreken, heb ik wat minder expliciete
gevoelens van enthousiasme of van teleurstelling dan eerdere sprekers. Wij zijn om te beginnen
niet zo negatief als GroenLinks. Wij denken dat met dit voorlopig ontwerp een flinke stap wordt
gemaakt in de richting van de realisering van 750 woningen in de binnenstad. Die verdichting
past volledig in onze ruimtelijke ordeningvisie, datjejuisteerst in de bestaande stad zoveel mogelijk
zou moeten bouwen, voordatje het buitengebied moet gaan aantasten. Wij denken ook dat dit
ontwerp van een hoogstaande stedenbouwkundige kwaliteit is. De diverse imposante apparte
mentencomplexen in de campus vergroten zeker de veelzijdigheid van het stedenbouwkundig
aanzicht van Breda. Wij zijn ook blij met de aanpassingen die zijn gemaakt sinds het eerder vastge
stelde stedenbouwkundige plan, met name de parkeergarage en de toegang ertoe, de voorstellen
die daartoe recent nog zijn ontwikkeldWij denken dat deze echt een vooruitgang zijn ten opzichte
van de eerdere planvorming. Ook de financiële risico's lijken ons voldoende ingeperkt. Dit zijn
de redenen waarom wij niet zo negatief zijn als GroenLinks. Aan de andere kant zijn wij ook weer
niet zo enthousiast als bijvoorbeeld de heer Marée was, sprekend namens D66. Wij blijven het
betreuren dat slechts 12% van de woningen in de sociale huursector wordt gebouwd. Bovendien
moet je bij die sociale huur je vraagtekens zetten als je dan leest dat de huur precies ƒ810,- per
maand is, en dat de kosten van het parkeren nog daarbovenop komen. Voor ons is nog steeds niet
duidelijk, ondanks alle commissievergaderingen die daarover zijn geweest, wat we er nu als ge
meente precies aan gaan doen om die parkeerkosten zodanig beheersbaar te maken dat voor mensen
met een laag inkomen die woningen toch bereikbaar zijn. Stedenbouwkundig blijven wij ons nog
steeds afvragen of dit concept, hoe mooi het op zichzelf is, wel echt past bij de binnenstad, bij
een oude provinciestad, wat we toch uiteindelijk zijn, en de stedenbouwkundige kenmerken die
daarbij horen. Er wordt gezegd: we zoeken een beetje het contrast, maar wij vragen ons af hoe
dat contrast er straks gaat uitzien. Is dat contrast niet te scherp, en zullen de mensen misschien
zeggen: dat is niet mooi meer?