19 december 1996 733 dat dit niet acceptabel is en eist dat de huren van deze woningen bereikbaar worden voor de minima; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer HEEREN De CD-fractie stemt tegen dit raadsvoorstel. Het is dwaas en onwijs om het Chasséterrein nu al vol te bouwen met daarbij tevens een grote ondergrondse garage. Het is een soort tweede Bijl mermeer. Daarop zitten de Bredase burgers niet te wachten. Laat het Chasséterrein vijf h zes jaar onbebouwd, temper uw bouwactiviteiten voordat u nu met definitieve plannen begint. Het is zeker goed mogelijk dat er over vijf, zes jaar betere ideeën en betere plannen zijn. Hier wil ik het bij laten. De VOORZITTER De wethouder in eerste instantie. U kunt wat mij betreft de moties meteen meenemen in uw beantwoording. Wethouder DE BRUIJN Ja, inclusief de amendementen. Allereerst in de richting van de diverse sprekers mijn dank voor de complimenten die zijn gemaakt, ook in de richting van de ontwerpers, over de uitwerking van de stedenbouwkundige visie, zoals die hier ligt. Ik wil eerst de verschillende vragen aflopen. Er zijn ook uitgebreide stemverklaringen geweest. De opmerkingen die nu en gisteren in de commissievergadering zijn gemaakt, zullen nadrukkelijk onderdeel uitmaken van de zorg die het college zal hebben, ook bij de verdere uitwerking van de plannen. Ik kijk met name ook in de richting van de heer Sinke, waar het over de architectonische uitwerkingen gaat die nog moeten plaatsvinden, de uitwerking van het beheer en de uitwerking van de openbare ruimte. Ik denk dat de realiseringsovereenkomst die in april en mei naar de raad zal komen nadrukkelijk invulling daaraan zal moeten geven en dat u daarop ook die realiseringsovereenkomst zult kunnen toetsen. Dat is essentieel. Ik ben blij dat wordt onderkend dat het advies van de commissie-WAM, zoals dat gisteren nog een keer door de voorzitter van deze commissie is bevestigd, aangeeft dat vanuit die kant de zorg voor de kwaliteit rechtovereind staat en dat men daar met een positief kritische houding de zaak tegemoet zal treden. Ik denk dat dat essentieel is om de ambitie die we als raad hebben gesteld ook op een gegeven moment vertaald te zien in de realisering op dit terrein. In de richting van de heer Scheltens, die zegt dat er is geen juichstemming is, het volgende. Dat gevoel kreeg ik al toen ik hem hoorde. Ook de heer Van de Steenoven zegt dat het massale enthousiasme wel wat is weggeëbd. Dat heeft te maken met het feit dat men gewend is aan het concept dat er nu ligt. Ik moet eerlijk zeggen dat het enthousiasme bij dit college over de invulling zoals die op dit moment haar gang gaat, nog nadrukkelijk aanwezig is. De heer Scheltens geeft nog aan dat hij bepaalde zaken boterzacht vindt. Hij had het over lekke banden. Gelukkig kun je die vervangen, dan heb je weer een goede band en dan kun je rustig doorfietsen. Maar datgene wat wij hebben verteld over de fietsenstallingen, de fietsenstalling onder PARA, alsmede de opties voor andere fietsenstallingen in dit gebied, zal nadrukkelijkhelder moeten zijn op het moment dat de definitieve ontwerpen er liggen. Dat heb ik gisteren in de commissie ook aangegeven. Op dit moment zijn die definitieve ontwerpen er nog niet, dus het kan nog niet zo zijn dat wij daar al helderheid over kunnen geven, want uiteindelijk zal het de raad zijn die vervolgens de extra gelden voor die fietsenstallingen zal moeten voteren. De museumwoningen zijn ook nog onderwerp van discussie geweest. Ik wil herhalen dat het samenspel tussen de architecten van zowel de woningen als van het museum nadrukkelijk tot zijn recht zal moeten komen in de kwaliteit van de woningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 733