19 december 1996
738
De heer SCHELTENS
Ter interruptie, mijnheer Van de Steenoven. U heeft verschillende keren zelf het woord gevoerd
en andere keren een ander fractielid. Wij hebben het er uitvoerig over gehad en ik vond het een
beetje overbodig om het weer te doen, maar als u dat zo vraagt: ten eerste hebben de overwegingen
die bij dit amendement worden genoemd geen betrekking op het feit dat we te maken hebben met
een eventuele uitbreiding van het museum. Die wordt daar niet genoemd. Wij hebben in die
overweging gezegd dat het te maken heeft met de manier waarop die huizen eruit zien, waardoor
ze zorgen voor een breuk van de bebouwing aan de andere kant naar het museum toe. U moet
geen argumenten erbij gaan slepen die wij niet hebben gebruikt. Ik meen, het is trouwens veel
sterker dan menen, dat u in het begin ook heel duidelijk zeer negatief was over deze museumwonin
gen. Die argumenten hebben wij hier genoemd, dus laten wij ons daarbij houden.
De heer VAN DE STEENOVEN
Dat is dan voor mij een extra reden om te zeggen: dan voel ik niets voor dat amendement, want
als het er alleen om gaat dat u de architectuur, de vormgeving van de woningen niet goed vindt,
dan zijn wij het eens. Want dat heb ik namelijk eerder ook gezegd. Ik heb in mijn eerste termijn
vanavond opnieuw aan de wethouder de suggestie gedaan nog eens goed te kijken naar de
architectuur. En dat heeft u feitelijk ook bevestigd. Als dat dus door het college is toegezegd en
als het u alleen maar gaat om de architectuur, dan zeg ik: waarom dan nu gaan schrappen? Laat
ze dan fijn staan en geef de architecten de opdracht om het nog eens goed te bekijken.
De heer SCHELTENS
Voor de laatste keer, mijnheer Van de Steenoven. Ik heb er moeite voor gedaan om de amendemen
ten bij iedereen op tijd op tafel te krijgen. Als u de overwegingen leest, dan ziet u dat het andere
zijn dan die u noemt. Het gaat niet over de lelijkheid van het gebouw. Wij vinden dat er aan die
kant van het museum geen modern deel moet komen, dat het gewoon zo gelaten moet worden.
Het staat duidelijk in de overwegingen, misschien heeft u nog even de tijd om het te lezen. Dan
praten we tenminste over dezelfde dingen.
De heer VAN DE STEENOVEN
Ik vind dat we niet op zo'n toon met elkaar zouden moeten praten. Het is een kwestie van
argumenten uitwisselen. Tijdens de eerste commissie is er ingesproken, toen is er gezegd over
de museumwoningen: doe die nou maar niet, laat het maar open. Toen heb ik al bij interruptie
in de richting van de insprekers gezegd: wat wilt u dan? Ik vind de achterkant zoals die er nu is,
ook niet fraai, en toen heb ik ook gezegd: wat wilt u dan? een heggetje ertussen of iets dergelijks?
Dat past toch ook niet in zo'n plan. Daarop zitten wij ook niet te wachten. Wij zouden het liefste
willen dat daar een kwalitatief goede invullingzou komen met een architectuur, waarvan de Breda-
naars zeggen: ja, die past daar, een overgang van oud naar nieuw, dat kan heel goed. Dat zien
we op diverse plaatsen, dat zien we ook in Breda. En u gaat er op voorhand vanuit dat dat niet
gaat, dus schrap het maar. Die mening zijn wij niet toegedaan. Ik ga verder met de moties van
de Parel van het Zuiden. De problematiek, zoals die door de heer Boer is aangekaart, namelijk
de kwestie van de huurprijzen, is uiteraard ook onze zorg. Die hebben wij, ik zou haast willen
zeggen: heel wat eerder en heel wat fundamenteler, aan de orde gesteld toen wij discussies begonnen
over het volkshuisvestingsfonds en dat soort dingen. En nu komt de heer Boer vanavond hierover
ook ineens met een heel lang verhaal, dat feitelijk in de commissie thuishoort. Ik vind dat de beant
woording zoals de wethouder die geeft, toch wel een heel eind tegemoetkomt juist aan dat punt
dat de heer Boer ook noemt, want de wethouder zegt dat het nog mogelijk is. Op basis van het
financieel verhaal, zoals heter nu ligt vanuit de projectontwikkelaar, is de huur/ 810,- per maand.
Die is feitelijk al hoger dan de bouwkosten, maar door compensatie kom je daar.