19 december 1996 742 Wethouder DE BRUIJN Ik ben in ieder geval bijzonder blij met de brede ondersteuning die lijkt te ontstaan voor dit voorlopig ontwerp. Ik denk dat we moeten constateren dat we vandaag een nieuwe stap zetten in de revitalisering van debinnenstad, waar we al eerder hebben gepraat over het verkeerscirculatie plan, het bestemmingsplan binnenstad, de herinrichting van de binnenstad en over de kwaliteit van de gebouwen in de binnenstad. Ik denk dat dit een nieuwe loot is aan de stam voor de revitalisering en ik denk dat dat een mijlpaal is en dat het ook goed is dat deze raad deze mijlpaal nog kan zetten. Wat betreft de vragen die nog gesteld zijn, het volgende. Allereerst, in de richting van mevrouw Van Bergen, denk ik dat het goed is om op momenten dat het mogelijk is de commissie te informeren over de voortgang van de verschillende aspecten, zeker in relatie tot de matrix die daaraan ten grondslag ligt. In de richting van de heer Van de Steenovenzal ik voorzichtig trachten te antwoorden. U zegt dat die 810,- het uitgangspunt is, en niet 810,- of meer, zoals de heer Boer nog steeds blijft suggereren. De heer BOER Dat is gecorrigeerd. Wethouder DE BRUIJN Ja, maar het staat nog steeds zwart op wit. De reserve volkshuisvesting, zoals hij die noemt, kdn een volgende stap zijn, maar ik zet die niet op voorhand in. Allereerst wil ik graag dat de project ontwikkelaar en de woningbouwvereniging samen die onderhandelingen voeren om te kijken of ze er lager op uit kunnen komen. Daar leggen wij de eerste verantwoordelijkheid voor een maximale inspanning. En daarna zullen wij kijken hoe en op welke wijze we als gemeente onze verantwoor delijkheid verder zullen moeten nemen. Die onderhandelingen wil ik op dit moment niet bij wijze van spreken afsluiten met de conclusie van: dan dragen wij als gemeente maar bij. Dat vind ik iets te kort door de bocht. De heer VAN DE STEENOVEN Bij interruptie. Ik begrijp best dat we onderhandelen, dat doe je niet in het openbaar. Over dit soort zaken al helemaal niet. Aan de andere kant zou ik dan toch in elk geval aan het college willen vragen of ze dat proces heel nauwkeurig willen volgen, zodat er op het moment dat die onderhandelingen niets dreigen op te leveren, wat dat betreft door de gemeente wordt ingegrepen om hier en daar wat dingen te stimuleren, zodat we wel op die lagere huurprijs uitkomen. De heer BOER Dat is toch precies wat wij vragen in de motie? Dus dan merk ik dat de PvdA gewoon de motie steunt. Ik begrijp dat de wethouder de motie niet steunt, omdat er steeds maar: 'of meer', staat. Dat laten wij graag vallen om de steun te krijgen van de wethouder. Wethouder DE BRUIJN Dat kunt u schudden, maar daarop kom ik zo meteen wel terug. In de richting van de heer Van de Steenoven, nogmaals, denk ik dat de raad op dat moment zijn verantwoordelijkheid moet nemen om er nadere besluiten over te nemen. Dat ben ik volstrekt met hem eens. De realiseringsovereen komst zal een meerpartijenovereenkomst moeten worden, want het is natuurlijk de gemeente die de realiseringsovereenkomst aangaat. Je praat over grondbedrijfsaspecten, beheersaspecten, maar ook over volkshuisvestelijke aspecten die in de realiseringsovereenkomst gezamenlijk tussen de corporatie, de ontwikkelaar, maar ook de gemeente, gemaakt zullen moeten worden. Op dat moment kunnen we nadrukkelijk zeggen: is het resultaat voldoende, of doen wij daar nog iets op of bij? Dan pakken wij onze eigen verantwoordelijkheid weer op omdat wij nog bepaalde doelstellingen willen realiseren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 742