19 december 1996 747 De VOORZITTER Met deze kanttekening. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER neen, wat een voorbereidingsbesluit inhoudt. Wat wij er allemaal achteraf bijplakken, is wat anders. Akkoord. 289. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR MEERDERE LOCATIES IN DE WIJK HEUVEL. Akkoord. 290. VOLTOOIING VAN DE RESTAURATIE VAN DE GROTE OF ONZE LIEVE VROUWE KERK. De heer SINKE Wat mij betreft een stemverklaring. Ik ben in de commissie met name ingegaan op het feit dat de brief van de staatssecretaris, en dat staat letterlijk in het voorstel, juridisch gezien geen garantie voor subsidieverstrekking inhoudt. De wethouder is op die vraag van mij dienaangaande ingegaan en heeft uitgelegd onder welke omstandigheden de brief van de staatssecretaris tot stand is gekomen. Hij heeft ook heel nadrukkelijk zijn vertrouwen uitgesproken in de goede afloop van hetgeen in de brief staat. Dat is voor de CDA-fractie dan ook de reden om dat vertrouwen te delen en akkoord te gaan met dit voorstel, omdat wij van mening zijn dat de Grote Kerk gerestaureerd moet worden. De heer VAN GURP Na al wat er in de verschillende commissies over dit onderwerp is gezegd, denk ik dat er nog maar één opmerking rest, en dat is wethouder De Bruijn zeer hartelijk dank te zeggen voor zijn niet aflatende inspanning om de restauratie van deze kerk mogelijk te maken. De VOORZITTER Alweer een compliment. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Ik vind het een heel goed voorstel dat de Grote Kerk nu helemaal gerestaureerd zal gaan worden. Dat zal iedere Bredanaar en ook de bezoeker van Breda deugd doen. Het enige probleem is dat Breda moet voorfinancieren, dus er zit enig risico aan, maar de VVD-fractie gaat ervan uit, dat het Rijk zijn woord gestand zal doen. Wij zijn heel blij met dit voorstel. Wij gaan er graag mee akkoord. De heer BOER Wij hebben een rondleiding gehad van deskundigen, en toen hebben wij bericht gekregen dat het impregneren van de Onze Lieve Vrouwe Kerk de doodsteek zou worden voor de kerk. Op een gegeven moment zal er rekening mee moeten worden gehouden dat er over een jaar of 60 tien centimeter af gaat. De prijs daarvan is niet meer te betalen. Wij vragen ons af wat wij nog daaraan kunnen doen. Er is nog een deel niet geïmpregneerd, aan de noordkant bij de toren. Wij hopen, nu wij de gelden krijgen om het totaal te restaureren, dat daarnaar nog een keer expliciet wordt gekeken en dat we desnoods dat deel niet impregneren om te kijken wat het verschil is tussen het een en het ander.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 747