19 december 1996
750
De VOORZITTER
Mooi.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Ik zal maar niet vragen waarom dat nou was. Ik wil iets anders vragen. In de commissie hebben
wij positief hierover geadviseerd, opdat op zich niets de verkoop in principe in de weg zou staan
en ook de prijzen allemaal prima waren geregeld. Maar toen dit voorstel ging spelen kregen wij
van de Raad van State het bericht dat het bestemmingsplan Achter Emer definitief naar de filistijnen
is. Dus op dit moment kan alleen Presscher er zitten met een artikel 19-procedure, gewoon puur
omdat ze daar zijn gebouwd, maar de functie is nog steeds strijdig met het oude bestemmingsplan.
Wat is mijn vraag hierover? Het bestemmingsplan Achter Emer is nu dus eigenlijk voor een lange
tijd van de baan, ik hoop dat wij daar ook nooit meer zo'n bestemmingsplan zullen moeten
vaststellen. Je hebt wel een probleem met een aantal wijken waar een aantal onordelijke bedrijven
moet worden verplaatst. Nu weet ik wel dat bij Hoogeind-II een aantal hectaren is ingeruimd voor
eventueel onordelijke bedrijven, maar wij hebben het al eens een keer eerder gevraagd: die hoek
bij het Steenen Hoofd, ik had eigenlijk nog iets verder willen gaan, naar de Krouwelaarhaven,
zou een ideale plek zijn geweest voor onordelijke bedrijven. Zou het Steenen Hoofd voor de
gemeente niet een hele goede optie zijn geweest voor ontruiming en het maken van een klein be
drijventerrein voor onordelijke bedrijven? De ontsluiting ligt goed, het ligt visueel prima, want
niemand ziet het, en het geeft geen overlast voor natuur en dergelijke. Dat was eigenlijk de vraag
die ik in eerste instantie in de richting van de wethouder wilde stellen. Misschien kan wethouder
Van Dongen er gemakkelijker op antwoorden omdat het valt onder zijn portefeuille voor het
milieugedeelte, of wethouder De Bruijn vanuit het ruimtelijke ordeningsgedeelte. Ik weet niet wie
daarop het liefst wil antwoorden. Puur planologisch en ruimtelijk gezien, waarom is die afweging
niet gemaakt, en waarom is nu gewoon alleen gekozen voor verkoop?
Wethouder VAN DONGEN
Ik neem aan dat het volgende college een wethouder onordelijke bedrijven zal krijgen, dus wat
dat betreft zal het probleem, wie het zal beantwoorden, dan worden opgelost. Ik denk dat mevrouw
Croft volledig gelijk heeft dat het terrein bestemd is voor onordelijke bedrijven. Het bedrijf dat
er gaat komen is een onordelijk bedrijf. In de buurt waar het nu zit is een aantal problemen, kijk
maar naar de Viveslaan en Mastland. Nu wordt het conform de situatie ingevuld. Ik hoop dat wij
op korte termijn een stuk of 10, 12 van dit soort bedrijventerreinen kunnen vinden, zodat we ook
op andere terreinen andere problemen ten aanzien van onordelijke bedrijven kunnen oplossen.
TWEEDE TERMIJN
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Ik ben heel blij met het antwoord van de wethouder, want ik begreep wel dat hij deze kant op wilde.
Maar waar het mij om gaat is dat, toen wij praatten over Achter Emer, in principe dit bedrijf niet
op de nominatie stond om naar Achter Emer te gaan. Er waren andere bedrijven daarvoor genoemd,
die blijkbaar nog onordelijker of nog schadelijker waren en die moesten naar Achter Emer. Nu
vraag ik mij af, als je als gemeente prioriteiten gaat stellen welke onordelijke bedrijven het eerst
uit de wijken moeten worden gehaald, of dit bedrijf dan nummer 1 had moeten komen te staan,
en niet een aantal andere bedrijven dat al veel eerder, twee jaar geleden, in de raad is genoemd
om richting Achter Emer te gaan. Dat is nu allemaal doorkruist, dus ik had eigenlijk liever gehad
dat de gemeente had gezegd: wij hebben misschien een tij del ijk probleem, misschien een langdurig
probleem, en misschien zal het altijd zo blijven, maar laten we deze locatie, die nu nog van ons
is, al vast actief gaan bestemmen voor een aantal van die bedrijven die wij in principe naar Achter
Emer hadden willen verplaatsen en niet allerlei andere bedrijven in de stad gaan zoeken.