1 FEBRUARI 1996 75 discriminatie, een mer boire. Bijna dagelijks lees je tegenwoordig over wangedrag, ordever storing, vandalisme enzovoort in en om scholen. In sommige plaatsen hebben zich jeugdben des gevormd, op basis van ras en kleur en zijn er groepen die erop uitgaan om te stelen en af te persen. De verontrusting over deze verschijnselen groeit en dat is begrijpelijk. Kunnen de scholen dan niets doen om de jeugd waarden en normen bij te brengen? Hele conferenties zijn eraan gewijd en je moet zien hoe de jeugd zich gedraagt. Het is goed te bedenken dat praktisch alle jongeren tegenwoordig tot hun achttiende jaar naar school gaan. De jeugdige dieven, aanranders, vandalen, drugsdealers et cetera, zijn scholieren. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Bij interruptie, voorzitter. Ik dacht dat wij op dit moment met punt 27 bezig zijn, de Hoofdlijnennotitie (Bovenlokaal Onderwijs. Ik heb nu toch de indruk dat dit wat buiten de orde is. De VOORZITTER Mijnheer Kruithof, mij bekroop ook even dat gevoel. Wat vindt u daar zelf van? Wilt u het afronden? De heer KRUITHOF Ik zal me even aanpassen, al was het maar vanwege de champagne. Was het niet Rousseau die zei: l'éducation peut tout? En nu valt het soms tegen dat dat niet lukt. Deze opdracht geven aan het onderwijs, het onderwijs steeds met al deze dingen opzadelen is een verkeerde zaak. Tot slot nog iets over de plaats van de school. Er is ook functieverlies van de school. Een school die een bepaalde identiteit vertegenwoordigt, die kinderen het gevoel kan geven: dat is onze school, zo'n school kan het gedrag van de leerlingen wel degelijk beïnvloeden en kanaliseren. Ik sluit, zoals wel duidelijk is geworden, niet onbezorgd af. Tot slot: the proof of the pudding is in the eating. Laat deze pudding, voor of tijdens het eten, niet in elkaar zakken. Wethouder GIELEN Ik was ook even in de war, na de heer Kruithof te hebben gehoord. Zelfs in de titel is opgenomen, dat het hier om hoofdlijnen gaat. Ik deel overigens zijn zorg waar het gaat om de verregaande decentralisatie. Dat heb ik ook in de commissie gedaan. Ik wil daarop hier nu niet uitvoerig ingaan. Ik ben het met hem eens dat er binnen die decentralisatie ook voor de lokale overheid wel degelijk kansen liggen, om een verantwoord onderwijsbeleid, ook in de gemeente Breda, te voeren. U heeft mij uitgedaagd tot een discussie bij de actualisering van deze nota, met name waar u ook in de commissie de opmerking maakte dat het H.B.O. in deze nota op één hoop zou worden gegooid met het voortgezet onderwijs. Ik wil graag met u die discussie nog een keer aangaan, want mijn stellige overtuiging is dat dat in deze notitie niet het geval is. Ik vind het aardig een pleidooi te horen van de heer Kruithof richting de scholen om aandacht te besteden aan waarden en normen. Ik denk dat daar zeker een taak voor ons ligt, als de verregaande decentralisatie op ons is afgekomen. Dat is dan niet alleen een taak van de scholen, maar ook van de gemeentelijke overheid. In de richting van de heer Heeren wil ik slechts opmerken dat het mij verheugt dat hij nu wel meldt dat dit een goede notitie is, terwijl ik me de woorden in de commissie nog herinner De heer HEEREN Met uitzondering van het minderhedenbeleid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 75