28 FEBRUARI 1996 79 nog mijn dank. Toen ik dat verslag las, viel het mij op dat de ministers veel vragen, maar weinig geven. Dat is, naar mijn mening, wel een opmerking waard. Het tweede belangrijke moment van de afgelopen tijd is de vergadering van de commissie Stedelijke Ontwikkeling van 13 februari ge weest. In die vergadering is zowel over de inhoud van het voorstel als over de formulering van het besluit uitgebreid gesproken. Naar aanleiding van het besprokene in de commissie en ook de zaken daarna zijn later beide aangepast. Toch geven die aangepaste onderwerpen, dus besluit en voorstel, aanleiding tothet maken van een paar opmerkingen. De eerste opmerking heeft betrekking op punt 2. Wat ons betreft moeten de 14 inpassingsvoorwaarden uit de Breda/Prinsenbeek-variant uitgangspunt blijven, ook in het overleg met Prinsenbeek. Ik vind het belangrijk om dat nog eens naar voren te brengen. Het tweede punt is dat de in het voorstel weergegeven standpunten van de ministers op zich corresponderen met het definitieve verslag zoals we dat nu hebben gekregen, maar wel wat afwijken van de tekst van het voorgaande voorstel. Als ik die twee vergelijk dan lijkt het alsof de tekst nu wat afstandelijker is geworden voor wat betreft het standpunt van de ministers, althans dat standpunt lijkt afstandelijker te zijn geformuleerd. Ik zal u daarvan een paar voorbeelden geven. Het eerste voorbeeld is: waar oorspronkelijk de bereidheid van de ministers stond om de meerkosten, die toen op 150 miljoen waren berekend, op zich te nemen, is die tekst nu geworden dat zij nog geen financieel mandaat bezitten, maar zich willen inzetten voor het bereiken van dat resultaat. Dat is, naar mijn mening, duidelijk een afzwakking. Ten tweede: oorspronkelijk stond er dat de voorkeur van de ministers uitging naar de shuttle-verbinding. Nu staat er dat in de nota de voorkeur wordt uitgesproken. Ook dat is, naar mijn mening, een afzwak king. Het voorstel, zoals dat nu voor ons ligt, is aanleiding geweest om politiek in Breda de koppen bij elkaar te steken. Het belang van het onderwerp rechtvaardigt dat ook. Voorzitter, dat heeft ertoe geleid dat wij de afgelopen dagen met alle fracties in deze raad, met uitzondering van de CD, over dit voorstel en de consequenties daarvan hebben gesproken. Het doet mij bijzonder veel plezier u te kunnen melden, onderstrepend het belang van dit onderwerp, dat alle genoemde fracties een amendement hebben ondertekend, dat ik u straks zal aanbieden en waartegen, naar mijn mening, het college ongetwijfeld geen neen zal zeggen. Het door de heer Sinke namens de fracties van CDA, D66, VVD, GroenLinks, PvdA, PvhZ en fractie-Kokx ingediende amendement luidt als volgt: AMENDEMENT met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het standpunt naar aanleiding van de vraag van de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu om medewerking te verlenen aan de uitwerking van het HSL tracé F langs de A16. Ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Breda; gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde; stellen de raad voor om te besluiten als volgt: De raad van de gemeente Breda, gehoord de beraadslagingen over en gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het standpunt naar aanleiding van de vraag van de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu om medewerking te verlenen aan de uitwerking van het HSL tracé F langs de A16 en het daarbij behorende ontwerp-raadsbesluit;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 79