28 FEBRUARI 1996 82 Mr. Bierensweg. Samengevat biedt de minister feitelijk niets. Zij zegt een gesprek toe om met die consensus, die belangrijk is, de procedures zo vlot mogelijk te laten verlopen. Daarvoor zet zij zich in en dat is het enige wat er heel positief uitkomt. De VVD-fractie denkt dat er al te veel was besproken om nog meer uit het overleg van 24 januari te halen. U heeft, voorzitter, in dat overleg heel duidelijk gemaakt dat de raad neen heeft gezegd en dat de raad zich nog over vele zaken moet uitspreken. En dat is naar onze mening een juiste opstelling. Maar als klap op de vuur pijl zegt burgemeester De Vet dat er alleen een draagvlak in Prinsenbeek zal ontstaan, wanneer er substantiële uitkoopmogelijkheden zijn en feitelijk dus een brede overgangszone tussen Breda en Prinsenbeek. Het zal niet verwonderlijk zijn dat men hiervan kan zeggen dat hier de wens de vader van de gedachte is. En dat is, denken wij voorzitter, het dilemma waarin u zat tijdens dat overleg van 24 januari. Ik wilu vragen: hoe gemeenschappelijk waren de belangen? Een Provincie met een uitgesproken voorkeur voor het tracé langs, of liever gezegd dwars door het toekomstige Breda, en een gemeente Prinsenbeek die bepaald geen verwevenheid met Breda voorstaat. U zegt dan ook in dat overleg dat, gezien de commissiebehandeling over de Breda/Prinsenbeek-variant, er wellicht kans van slagen is dat de raad zich positief zal uitspreken. Dat is in zoverre juist dat er, met handhaving van het neen en aanvaarding of inwilliging van de Breda/Prinsenbeek-variant door het Rijk, dan een meer welwillende houding had kunnen worden verwacht. Maar nu ligt er toch een heel duidelijk neen op deze variant van mevrouw Jorritsma op tafel, en er zal een nog veel duidelijker neen op de tafel van de minister moeten worden gelegd door Breda. Want als we het omhulsel van de minister eraf halen dan ligt er een keihard neen van haar op tafel en in het verslag van 24 januari valt ook nog te lezen dat de heer De Vet erop wijst dat in het vorige overleg de gemeentebesturen van Breda niet aanwezig waren. Het gevaar dreigt dat dat meervoud wordt veroorzaakt door de schijn dat er met meerdere tongen in Breda zou worden gesproken. Tegelijkertijd valt het ook te betreuren dat Breda bij zo'n belangrijk overleg überhaupt afwezig is. Welke activiteit van het college zou een hogere prioriteit kunnen hebben dan het HSL-tracé langs de A16? Misschien wilt u daarop ingaan, voorzitter. Het spijt ons dat wij zo lang op de brief moeten ingaan, maar wij hebben hem gisteren gekregen en niet eerder in de commissie kunnen behandelen. De minister spreekt frequent over de lusten en de lasten, en deze overziende dat een evenwichtig pakket van de inpassingsvoorwaarden overeengekomen dient te worden. We zitten met een HSL, en met een A16 dwars door het stedelijk gebied van Breda, die in 2005 gereed zou moeten zijn. Er worden op het ogenblik experimenten uitgevoerd hoe ondertunnelingen verantwoord kunnen plaatsvinden en dan is het ook te memoreren dat Rijkswaterstaat zelf erkent dat we op deze manier met de aanleg van infrastructuurbundels, gezien de conflicterende belangen, niet kunnen blijven doorgaan. Breda is daarvan een voorbeeld en verdient het niet dat het voor de komende eeuw zo behandeld gaat worden. Ook dat dient heel duidelijk op de tafel te worden gelegd. Bij de toetsing dient dat het uitgangspunt van Breda en uiteindelijk ook van het Rijk te zijn. Voor wat betreft de besluitpunten die het college de raad voorlegt zal het duidelijk zijn dat met de punten 1 en 4 van het besluit akkoord kan worden gegaan, maar dat de punten 2 en 3 niet de ernst en de houding van Breda weergeven die door de raad in de inspraakreactie al zijn neergelegd. De wankelmoedige opstelling volgens de tekst van het voorstel deed de raad het ernstigste vrezen en heeft ook gemaakt dat we elkaar in grote gezamenlijkheid hebben gevonden. Natuurlijk heeft het college de ruimte te overleggen met het Rijk, maar dan wel vanuit een dwingende opstelling om onze voorwaarden gerealiseerd te krijgen en eerst nadat de regering het HSL-besluitheeft genomen Vooraf is dat overleg alleen mogelijk als er daadwerkelijk blijk van wordt gegeven dat onze voorwaarden kans van slagen hebben en niet worden afgedaan als een onevenwichtig resultaat van lasten en lusten zoals de minister dat nu wel doet. Aangezien de houding van Breda tot nu toe wellicht niet krachtig genoeg de geest en de strekking van de raad heeft verkondigd, zal de VVD-fractie het amendement, dat door de CD A-fractie is aangekondigd, maar ook in grote geza menlijkheid tot stand is gekomen, blijven ondersteunen. In dat amendement wordt het college de ruimte gegeven en ook de duidelijkheid, waaraan het college ongetwijfeld grote behoefte moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 82