28 FEBRUARI 1996 85 nog een eeuw spijt hebben en de bevolking zal zich afvragen: hoe heeft men daartoe kunnen besluiten? Gezien de opstelling van de minister past ons, en met ons bedoel ik zowel de gemeenteraad van Breda als van Prinsenbeek, niets anders dan een hele duidelijke stellingname. Een stellingname tegen het F tracé zoals dat door Rijkswaterstaat is gepresenteerd. Wij steunen dan ook van harte het amendement, zoals dat namens alle fracties in deze raad is ingediend. Die duidelijke uitspraak tegen dat F tracé van Rijkswaterstaat, zoals dat nu voorligt, laat natuurlijk de verplichting van het college om in overleg te blijven met Rijkswaterstaat onverlet. Als men toch gaat besluiten tot dat F tracé, moet men toch in staat zijn om tot beïnvloeding te komen teneinde te redden wat er te redden valt. Maar ik vind dat duidelijk moet zijn dat het college moet uitgaan van de 14 randvoorwaarden zoals die in de Breda/Prinsenbeek-variant zijn geformuleerd. Wat dat betreft kunnen wij ons geheel vinden in het door de heer Sinke ingediende amendement. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Terugkijkend op de hele HSL-discussie zou je de gemeente in feite de rol kunnen geven van een beginnende actiegroep. En die begint vaak met heel veel goede voornemens over hoe ze gezamenlijk een standpunt zal uitdragen en, in gesprek met de politiek, deze zal overtuigen van haar gelijk. Gaandeweg zo'n proces komt men er achter dat de politiek vaak heel andere belangen heeft dan wat de actiegroep wil. Om die reden worden alle belangen over boord gegooid en staat de betreffende actiegroep met lege handen. Vaak krijgt zo'n actiegroep een boekje in handen geduwd, waarin diverse methodes staan uitgewerkt. Je kunt gaan praten over een zelf te bedenken variant, het zogenaamde alternatief, of je gaat er hard tegenaan en je blijft consequent neen zeggen en je gaat bijvoorbeeld naar het Binnenhof. Het zijn diverse mogelijkheden die de actiegroepen dan aan de orde stellen. Ik heb, toch wel een beetje nieuwsgierig, gevolgd hoe het in Breda ging. In de commissie Stedelijke Ontwikkeling hebben we een uitvoerige discussie gehad over de vraag: hoe kunnen we het beste omgaan met de HSL? Ik heb geprobeerd de wethouder van mijn eigen ervaring te laten proeven en gezegd: je hebt allerlei opties en mogelijkheden. Maar ik kon me er wel in vinden om een Breda/Prinsenbeek-variant te makenIk dacht dat dat misschien zou kunnen helpen, in die zin dat hogere overheden en lagere overheden anders met elkaar omgaan dan actievoerders en politici. Dat had gekund. Echter, het is niet zo gegaan. Want op het moment dat het college naar Den Haag vertrok om te gaan luisteren en te gaan praten, kreeg het zeer eenvoudig van de ministers de pin op de neus gezet. Zij hebben duidelijk laten weten dat het boekwerkje dat gemaakt is heel aardig is, dat zij dat in de onderste la zullen leggen en dat zij daar niet meer naar kijken. Daar komt het in feite op neer. De wethouder en ik hebben in de commissie een gezellige discussie gehouden over het feit: als we neen zeggen dan bedoelen we ook neen, ook al is de minister geëmancipeerd, neen is neen en daarvoor moet zij maar begrip hebben. Ik zie dat de wethouder er nu wel om kan lachen, maar toen kon hij er niet zo om lachen. We moeten ons niet laten dwingen tot het nemen van een besluit dat wij zouden gaan meewerken aan een HSL- tracé langs Breda. Op het moment dat die discussie aan de orde was in de commissie Stedelijke Ontwikkeling, enige tijd geleden, kreeg ik toch wel duidelijk het gevoel dat het college meer wist dan de commissieleden. Ik had het gevoel dat het college eigenlijk misschien al verder wilde gaan, in die zin dat het dacht: het maakt toch niets meer uit, hij komt er toch langs, dus laten we daarover maar met elkaar gaan praten, want je kunt beter proberen eruit te halen wat erin zit. Ik denk nu, van de andere kant bekeken, zoals de minister ons de pin op de neus heeft gezet, dat dat vaak ook een bepaalde actiemethode van de minister kan zijn, namelijk: de zaak heel hard spelen. Vaak wil de betreffende actiegroep, uit pure angst, eieren voor zijn geld kiezen. Ik meen dat dat in dit geval niet verstandig isIk denk, zoals de heer Schroder het zegt, dat we nu de rug moeten rechten en moeten laten zien dat wij niet een klein dorp zijn waar ze even kunnen langs roetsjen en zo'n HSL kunnen aanleggen. Het amendement dat vanavond is aangeboden is, naar mijn mening, een hele goede stap in die richting en in de richting van de ministers. Het is een steun in de rug van het college, want dat wilde het ook graag. Naar aanleiding van het eerste besluit dat er lag en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 85