28 FEBRUARI 1996 93 u moet u ook kunnen voorstellen dat iemand die net van buiten komt en die weet dat de gemeenteraad heel uitdrukkelijk neen zegt, maar ook wordt geconfronteerd met op commissieniveau en op Prinsenbeekniveau een instemming met het uitzoeken van die varianten, toch niet helemaal goed begrijpt dat er, wanneer het onverhoopt niet doorgaat zoals het nu wordt geformuleerd, niet enige ruimte is om dan in ieder geval rond de tafel te gaan zitten om te bereiken dat die variant kan worden gerealiseerd. Dat is het beeld dat ik toen had en dat ik, eerlijk gezegd, nu nog heb. En dat past ook in de lijn die u hier vanavond formuleert. Ik vind dat het college die lijn tot nu toe, misschien met wat minder vuur dan GroenLinks of enkele anderen zouden willen, ook heeft uitgedragen. Ik zie nog niet in dat de raad zou menen dat het college in Antwerpen, in Den Haag of waar dan ook met spandoeken of met actievoerders gaat optreden. Ik denk dat dat duidelijk iets voor de politiek is. De gekozen raadsleden zijn als vertegenwoordigers van de gemeente best in staat om die rol te vervullen en eenieder die daaraan zijn bijdrage wil leveren kan dat uiteraard doen. En dat geldt ook voor de collegeleden. Wethouder DE BRUDN Naar aanleiding van de vraag van de heer Marée het volgende. Wij zullen ervoor zorgen dat de tekst in Prinsenbeek komt en met de heer De Vet zullen wij kijken hoe de verspreiding zal plaatsvinden. In de richting van mevrouw Van Beusekom het volgende. De discussie over de geldbuidel is heel helder. Dat heeft u ook in het verslag kunnen lezen. Ik denk dat we het over de conclusie ook eens kunnen zijn. Wat de begeleidingscommissie betreft, en de voorzitter is reeds in een interruptie daarop ingegaan, is naar mijn mening de commissie Stedelijke Ontwikkeling de eerst aangewezen commissie om regelmatig op de hoogte te worden gesteld en met elkaar te praten, want het gaat niet alleen over informeren, over wat er aan de hand is met de verdere besluitvorming en de ontwikkelingen rond een mogelijk onverhoopte situatie. De heer SCHRODER Voorzitter, ik ben benieuwd of wethouder De Bruijn meegaat naar Antwerpen. Wethouder DE BRUIJN Dat zal ik u later meedelen. De VOORZITTER Ik constateer dat antwoord is gegeven en dat het college het amendement als voorstel heeft overgenomen. Het amendement is door alle fracties, met uitzondering van de CD-fractie, onder steund en het besluit, zoals het nu is verwoord, wordt door iedereen onderschreven, behoudens door de heer Heeren. Akkoord met het geamendeerde voorstel van burgemeester en wethouders, met de aantekening dat de fractie van de CD geacht wenst te worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. IV. RONDVRAAG. De heer BOKKELKAMP Voorzitter, ik maak mij zorgen. Is er een machtsstrijd in het college? Een van de wethouders heeft namelijk uw stoel ingenomen. De VOORZITTER De burgemeester van Effen. Bedankt voor deze positieve bijdrage. Ik sluit de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 93