27 FEBRUARI 1997 De heer BAIJINGS De voorgestelde herziening van een parkeerbelastingsysteem en de daarmee gepaard gaande verhoging van de parkeertarieven heeft de laatste weken, zoals inmiddels bekend is, de nodige commotie teweeggebracht, zowel bij de ondernemers, als bij de bewoners, als bij de politieke partijen. De VVD vindt het, net zoals vele anderen, belangrijk dat de parkeertarieven dusdanig dienen te zijn dat het aantrekkelijk blijft om in het centrum te winkelen en te consumeren. Tevens vindt de VVD dat het totale parkeerareaal in de binnenstad er niet toe mag leiden dat het Bredase kernwinkelapparaatineenongunstigepositiekomtten opzichte van de andere regionale winkelcen tra. De VVD deelt de ongerustheid die er bij eerder genoemde mensen en organisaties leeft, en vindt het huidige voorstel dan ook een verontrustende ontwikkeling. Op dit moment is er een taakstelling van 1 miljoen, die naar de algemene middelen vloeit. De stijging van de parkeer tarieven is hiervan een van de gevolgen. Graag zou de VVD zien dat het college inzicht geeft in de mogelijkheden om te komen tot afbouw van deze taakstelling. Een motie dienaangaande zal zo dadelijk worden ingediend. Een ander probleem is dat er buiten het directe centrum van Breda een aantal grote parkeerplaatsen ligt, hetgeen zojuist ook al is gezegd. Deze grote parkeerplaatsen zijn voor de consument niet aantrekkelijk, omdat ze te ver van het centrum liggen en er geen ver bindingen naartoe zijn. Door de hoge parkeertarieven van de parkeerplaatsen dicht bij de winkels en de onbereikbaarheid van de grote, waarschijnlijkbetaalbare, parkeerplaatsen buitenhet centrum, is Breda zich, naar ons idee, buiten de markt aan het prijzen. Dit zal uiteindelijk niemand ten goede komen. Al langer leeft bij verschillende instellingen en organisaties de wens om middels een pendelsysteem deverder afgelegen parkeerplaatsen aantrekkelijker te maken voor de consumenten. Voor de gemeente zou zo'n systeem, naar ons idee, een goede uitstraling kunnen zijn, en voor de ondernemers kan dat meer consumenten en dus meer omzet betekenen. Iedereen zou hiermee per saldo geholpen kunnen zijn. In verschillende gemeenten wordt inmiddels gewerkt met een pendelsysteem van en naar de parkeerterreinen buiten het directe centrum. Dit gebeurt overigens met wisselende successen. Ook dat is ons bekend. Bij de ene gemeente werkt het wel goed en bij de andere helemaal niet. De VVD is in ieder geval van mening dat het de moeite waard is om te onderzoeken of zo'n systeem voor Breda geschikt is. Mocht het zo zijn dat het eventueel geschikt zou zijn, dan vragen wij u zo snel mogelijk te beginnen met een test. Ook hiervoor dient de VVD een motie in. Het mag duidelijk zijn dat de VVD teleurgesteld is met het voorstel van het college. Rekening houdend met de moeilijke situatie waarin de Bredase middenstand zich op dit moment bevindt, had de VVD andere voorstellen van het college verwacht. De VVD zal dan ook niet akkoord gaan met mogelijke toekomstige verhogingen van de parkeertarieven. De VVD denkt en hoopt met de in te dienen moties het leed voor de betrokkenen op dit moment in ieder geval te kunnen verzachten. De door de heer Baijings, namens de fractie van de VVD, ingediende moties luiden als volgt: MOTIE (1) De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van burge meester en wethouders inzake de aanpassing van de tarieven- en kostentabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Breda 1992; constaterende: de buiten het directe centrum van de Bredase binnenstad gelegen parkeerterreinen; 101

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 101