27 FEBRUARI 1997
114
milieuregelgeving. Wij vinden het belangrijk dat de BBA een eigen vulpunt krijgt. Ten eerste is
dat financieel meer aantrekkelijk voor de BBA, en voor het milieu en de bewoners van Breda is
het ook een goede zaak. Wat wij echter een ongewenste ontwikkeling vinden, en dat is ook een
deel van dit besluit, is de ontwikkeling van de aldaar te vestigen garage. Er komt een uitbreiding
van de garage, een showroom, een wasstraat, een pompstation, een shop en, neem mij niet kwalijk,
ook nog een eetgelegenheid aan de Tramsingel. Deze ontwikkelingenzien wij helemaal niet graag,
en wij zullen die in de volgende fase van de besluitvorming zeer kritisch benaderen.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJ ER
Mijn excuses voor de omissie me op te geven voor het voorgaande agendapunt. Waarschijnlijk
heb ik aan de telefoon mijn eigen krabbels niet meer kunnen ontcijferen. Het voorbereid ingsbesluit
voor de Tramsingel hebben wij uitgebreid in de commissievergadering aan de orde gehad. Ik heb
gezegd dat wij begrip hadden voor autobedrijf Janssens, die op de huidige locatie geen uitzicht
heeft op een normale voortzetting van zijn bedrijf, vanwege het feit dat de gemeente Breda een
bestemmingsplan heeft vastgesteld aan de overkant van hem, tot het vestigen van een milieustraat,
waarbij allerlei afgedankte ijskasten en dergelijke zullen worden uitgestald. Er is ook gesproken
overeen coniferenhaag, maar wij vonden dat geen afdoende oplossing. Nu wil autobedrijf Janssens
naar een meer aantrekkelijke locatie, namelijk aan deTramsingel. Wij hebben daarvoor alle begrip.
Ik vind het zeer verstandig dat hijzelf die stap heeft genomen. Wat hieraan ontbreekt is een steden
bouwkundige visie achter deze stap, die door het college wordt onderschreven. Als er initiatieven
zijn vanuit de burgerij, dan moet je altijd je best doen om die te honoreren. Ik verneem te pas
en te onpas dat wij beleidsnotities hebben, aan de hand waarvaan die moeten worden getoetst.
Ik heb nooit begrepen dat het de bedoeling was om aan de singel op die locatie een autobedrijf
te gaan vestigen. Het was altijd de bedoeling dat er daar gebouwen zouden komen met een
hoogwaardig klimaat, kantoren en dergelijke, maar die komen niet zo direct van de grond. Om
nu ineens een andere optie te gaan kiezen, vind ik een beetje ad hoc. Ik had daar liever een groter
geheel willen zien. Als je daar de brandweerkazerne op de hoek gaat situeren en je wilt op die
locatie een gezicht geven aan de Tramsingel, dan zou je daarvoor een totaalplan moeten maken,
of toch in ieder geval een visie moeten hebben voor het hele gebied. Dan zou je, als dit plan binnen
de visie had gepast, wat mij betreft, met een artikel 19-procedure hebben kunnen werken. De
grootste moeite met dit plan an sich hebben wij met het motorbrandstofverkooppunt. Wij hebben
laatst ook al een hele discussie gehad over de afbouw van de motorbrandstofverkooppunten in
IJpelaar. Het was juist niet de bedoeling om die her en der nog te hebben, maar om te komen tot
een uitsterfconstructie. Een aantal pompen had in Breda nog opties en claims liggen. Die zouden
op tangenten, en op de Noordelijke en Zuidelijke Rondweg en dat soort plaatsen worden weggezet.
Nu komt er één dat vlak tegen een woongebied aanligt, want aan de overkant van dat motorbrand
stofverkooppunt liggen de flats die aan de Middellaan zijn gelegen. Ik vind dit een zeer
onverstandige zaak, zeker ook als je kijkt naar de veiligheid van het transport van de wagens die
LPG moeten leveren. Het geeft altijd een probleem als LPG-wagens langs woongebieden moeten
rijden, omdat hieraan de nodige risico's zijn verbonden. Op zich hadden wij met dit voorstel kunnen
instemmen, als het puur om het autobedrijf was gegaan, met de toezegging van de wethouder dat
er een visie onder lag. Maar beide punten kunnen wij niet terugvinden, en daarom kunnen wij
dit voorstel niet ondersteunen.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Datgene wat de heer Scheltens zegt, is in feite ook in de commissie gezegd. Ik denk dat uw
voorliefde ook uitgaat naar een LPG-station voor de BBA. Ik moet zeggen dat er nog onderhande
lingen zijn tussen Janssens en de BBA. Voor ons heeft de koppeling de doorslag gegeven. Tevens
hebben wij begrip voor het feit dat het bedrijf van de heer Janssens zich op de huidige locatie om
bedrijfseconomische redenen niet kan ontwikkelen en daarom verplaatst wenst te worden. Dat
het ruimtelijk op de huidige plaats niet uit de voeten kan, wordt ook door mevrouw Croft erkend.
Een noodzakelijke schaalvergroting speelt daarbij natuurlijk een rol. Het beleid van de gemeente
is ook om de kleinere verkooppunten in de woonbuurten te saneren en enkele grotere verkooppunten
langs de hoofd- en wijkontsluitingswegente realiseren. Als zodanig strookt de situering van dit
