27 FEBRUARI 1997 Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik hoefde niet veel toe te geven, want in de inleiding, en daarover heeft de heer Verpaalen het, staat als laatste alinea: "De verdeling tussen de woningtypen is echter niet conform de Bredase regeling, maar gelet op de reeds vergaande verkopen en afspraken kan hiermee voor dit plan ingestemd worden". Dus toegeven hoefde ik niets. Als u het had gelezen, dan had u dit kunnen constateren. Het is heel goed voor te stellen dat het weinig bevredigend is om een plan te moeten vaststellen waarop geen invloed meer kan worden uitgeoefend, en feitelijk alleen maar kan worden gekeken of de gegrondheid wel of niet juist aan de orde komt, want dat is het voorstel dat hier vanavond ligt. De heer Geuze sprak over de Inspecteur van VROM, die bezwaar heeft aangetekend ten aanzien van de hoeveelheid woningen en de termijn waarbinnen deze moest worden gebouwd. Terecht zijn de woorden van de heer Geuze waarin hij stelt dat de bezwaren feitelijk zijn vervallen, nu het eigenlijk Breda is geworden. Die constatering kan ook worden afgeleid uit het feit dat de Inspecteur van VROM verder niet is verschenen, of zijn bezwaren heeft gehandhaafd. Naar aanleiding van datgene wat de heer Van Gestel zegt, merk ik op dat het verheugend is dat men kan instemmen met een plan dat in een vorige raad is vastgesteld, en daar in elk geval de officiële procedure heeft doorlopen. Ik denk dat jedaarmee ook eikaars besluiten respecteert. Deheer Geuze is tevreden. Hij zat in de raad. Ik denk dat dit ook kan. Iedereen opereert vanuit een andere cultuur, en wij zitten hier niet om die te verwerpen. Als wij aanmerkingen hebben, dan kan dat, maar ik wil daarbij ook stellen dat Breda geen bezwaar heeft aangetekend toen dit plan ter visie lag. Terugkomend op wat eerder is gesteld, merk ik op dat wij geen keuze meer hebben, ervan uitgaande dat die keuze er zou zijn, maar die is er niet, want Breda heeft zelf geen bezwaar aangetekend, en daarom denk ik dat je je aan de regels moet houden. Vanavond gaat het erom of je wel of niet met de bezwaren meegaat. Tussendoor werd ook nog over het wijkgebouw gesproken, maar eigenlijk hebben wij het hierover vanavond niet. Toch wil ik u zeggen dat er reeds een aantal zaken in dit plan is afgehandeld. Er is een verklaring van geen bezwaar voor het welzijnsgebouw afgegeven, ener is ook een bouwvergunning rond. Je kunt wel zeggen: wij hadden dit of dat gewild, maar in feite is het zo dat je geen invloed meer kunt uitoefenen, en dat kan een onbevredigend gevoel geven. Mevrouw Croft zegt: je zou het allemaal terzijde moeten leggen en kies niet voor de keuze van het college. Ik heb er haar al in de commissie op gewezen dat dit een weg is, maar wij bespreken dan ook hoe je in dat geval daarmee omgaat, en hoe je met de claims denkt om te gaan. De antwoorden op die vragen krijg je dus nooit. De antwoorden hangen ergens in de lucht. Ik denk dat dit niet reëel is en dat het zo ook niet werkt. De heer Crul zegt: er zijn geen keuzes mogelijk. Ik kan dat moeilijk tegenspreken, want zo is het precies. De heer Haarhuis heeft, na de commissievergadering, voor een stemverklaring gekozen, en die is heel duidelijk. De heer Kwisthout zegt tegen te zijn, omdat de woningen te duur zijn. Dat kan. De heer Verpaalen heb ik al beantwoord. Mevrouw Croft betreurt de gang van zaken. Dat kan, maar al die zaken die u betreurt zijn in de ogen van het college niet te keren. TWEEDE TERMIJN De heer CRUL In de commissie heeft de wethouder ongeveer hetzelfde verhaal gehouden. Zij heeft in feite geen antwoord op mijn vraag gegeven. Is er over deze zaken wel of geen overleg geweest met het vroegere college van 1996? Hierover doen verschillende verhalen de ronde. De wethouder doet de zaak af door te zeggen: wij hebben geen bezwaar aangetekend. Als buurgemeente kun je dat doen, maar dat is nu een gepasseerd station en wij staan nu voor de keuze of je dit wel of niet wil uitvoeren. We verkeren nu in die positie. En als je geen ruimte meer hebt om een keuze te maken, dan zijn er in het verleden fouten gemaakt. Die zullen dan door het oude college zijn gemaakt, maar het is toch wel een hele trieste gang van zaken als je ziet wat er nu weer op het terrein van Volkshuivesting gebeurt: geen sociale woningbouw, terwijl elke keer weer in de raad wordt gezegd dat daaraan prioriteit wordt gegeven. Zeker op dat terrein is het een trieste zaak. 118

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 118