27 FEBRUARI 1997 125 nu nog eenmalig zijn uitgetrokken en waarvoor de bereidheid is uitgesproken om bij de evaluatie heel serieus te kijken naar de continuering daarvan, gaat de PvdA er vanuit dat, indien wordt besloten de BredaPas af te schaffen, wat wij niet hopen want wij denken dat het een succes is, dit geld beschikbaar blijft voor het armoedebeleid. Een groot gedeelte van die middelen is dus al structureel, en dat maakt uw motie in die zin overbodig. Mevrouw REIJNEN-KREMERS Ook de D66-fractie is van mening dat armoede moet worden voorkomen. Als dat niet lukt dient er een actief armoedebestrijdingsbeleid te worden gevoerd. In eerste instantie is dat wel een taak van de landelijke overheid. Daar waar het op gemeentelijk niveau nodig is om specifiek een helpende hand te bieden, zal dat moeten gebeuren. Voor een deel gebeurt dat al via de Armoedeno- ta. Mevrouw Heerkens haalde dat al aan. Daarnaast is er een duidelijke afspraak gemaakt in het programakkoord voor wat betreft het armoedebeleid, waarin ook wij vertrouwen hebben. Ten aanzien van de zes punten die de heer Kwisthout aanhaalt het volgende. Een aantal zaken speelt op dit moment op landelijk niveau. Wij willen wat dat betreft die discussie afwachten. Daarnaast heeft een aantal punten betrekking op de inkomenspolitiek en D66 is van mening dat dit geen taak is van de gemeente. Een tweetal punten is in feite overbodig, namelijk daar waar het gaat over de kwijtschelding van belastingen en de toekenning van de koudetoeslag. Vervolgens ontbreekt bij dit voorstel, en eerder ook al bij het CD A-voorstel inzake de parkeertarieven, een financiële paragraaf over de dekking. Wij kunnen het voorstel van de SP niet steunen. De heer SCHRODER Ik kon in vele opzichten meegaan met het verhaal van mevrouw Heerkens, en dat wekt, denk ik, op zich geen verwondering. Mijn fractie heeft bij herhaling het belang onderstreept om het armoedebeleid ook gemeentelijk te voeren in deze raad en door het college. Daar staat tegenover dat ik bij de behandeling van de nota Armoede in Perspectief veel meer heb geneigd naar concretisering, fondsen, duidelijke regels, aan de hand waarvan mensen categoraal kunnen vaststellen dat er bepaalde rechten zijn, en die zouden wij hier beleidsmatig moeten vaststellen. Wij hebben meer in algemene zin een budget uitgetrokken, en ook meer in algemene zin een beleid geformuleerd. Ik kan u zeggen dat ik dat beleid absoluut ondersteun, het is een goed beleid, maar dat betekent niet dat er niet veel meer zou mogen gebeuren en wellicht ook meer zou moeten gebeuren. Er is een stuk beleidsvrijheid van de gemeente om daaraan een eigen invulling te geven. Daarnaast zien we dat de landelijke regelgeving, en Melkert laat daarover geen twijfel bestaan, meer ruimte laat ontstaan voor het voeren van een categoraal beleid. Het derde punt dat ik wil aanvoeren is de wijze waarop de regels van de Bijzondere Bijstand worden toegepast ten opzichte van het beleid, zoals wij dat hier hebben geformuleerd en zoals dat in de praktijk uitpakt. De concrete uitwerkingspraktijk van de Bijzondere Bijstand is in principe een bevoegdheid van het college, en is nog niet in de commissie en de raad aan de orde geweest. Er komen in het voorstel van de SP punten naar voren die mij zeker aanspreken: de eigen bijdragen via de Bijzondere Bijstand vanwege juridische bijstand, bijzondere omstandigheden et cetera. Als ik kijk naar de uitvoeringspraktijk, en ik heb pas de bundel van de dienst Sociale Zaken gekregen, hoe dat aan het loket uitpakt en waar die financiële beoordeling ligt, dan zou er best nog eens een flinke discussie kunnen worden gehouden of dat zo zou moeten. Dan ben je weliswaar niet meer bezig met besturen op hoofdlijnen, dan ben je concreet aan het kijken hoe dat beleid voor die individuele burger in de praktijk uitpakt. Sommige zaken zouden, wat mij betreft, anders mogen. Ik denk dat wij de verantwoordelijkheid daarvoor wel mogen nemen, zeker omdat de geluiden over de armoede aan de onderkant van de samenleving steeds heftiger worden. Dit betekent dat ik in eerste instantie geneigd ben om te zeggen dat GroenLinks alle voorstellen, zoals die hier zijn geformu leerd, kan ondersteunen. Ik voeg hieraan onmiddellijk toe dat ik de reikwijdte van de voorstellen, ook voor wat betreft de uitwerkingszin niet volledig kan bevatten. Daarnaast heb ik van de onderscheiden voorstellen nog niet volledig in beeld of op dit moment, gelet op het rijksbeleid, verruiming van categoraal beleid al is toegestaan, ofwel dat we daarmee problemen kunnen krijgen. Ook de financiële consequenties kan ik nog niet in beeld brengen, en ik denk dat dit nodig is wanneer we een stuk eigen beleid willen invullen. In de richting van de VVD-fractie het volgende.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 125