27 FEBRUARI 1997 127 De heer SCHRODER D66, mijnheer Verpaalen, had het ook nog over de koudetoeslag, die, volgens D66, niet meer nodig was. Daarover dacht u toch anders? En volgens mij is die in Breda nog niet toegekend. Mevrouw REIJNEN-KREMERS Bij interruptie, die is wel nodig, maar die toezegging ligt er al. Daarom is het voorstel overbodig. De heer SCHRODER Wanneer is die gedaan? Mevrouw REIJNEN-KREMERS Komt die niet vanuit het landelijke, dan komt die vanuit de gemeente. De VOORZITTER Deze onhelderheid blijft nog even boven de tafel. Ik stel de heer Kwisthout in de gelegenheid zijn voorstel te verdedigen. De heer KWISTHOUT Wat bij bijna alle partijen terugkomt, is het gebrek aan een goede dekking in het voorstel. Ik kan u eigenlijk niet anders dan gelijk geven. De financiële adviseurs binnen mijn partij hebben mij te kennen gegeven dat de dekking in het voorstel zelf niet goed was gemotiveerd. Daarom krijgt u van mij nu alsnog een dekking voor de zes voorstellen. Voorstel 1 heeft direct betrekking op de Bijzondere Bijstand en kan uit die voorziening worden gefinancierd. De voorstellen 2 en 4 kunnen eventueel worden gefinancierd uit de stelpost onvoorziene kosten, groot 850.000,--. Voorstel 3 is een vorm van sociale vernieuwing en kan uit die stelpost worden gefinancierd. Voorstel 5 is in principe eenmalig en kan dus ook eenmalig worden gefinancierd uit bijvoorbeeld de gelden die de gemeente daarvoor vorig jaar heeft overgehouden. Als die niet toereikend zijn dan kan het ten laste worden gebracht van het eenmalig begrotingsoverschot. Voorstel 6 levert in principe geld op. Ik zal de fracties beantwoorden voorzover dat mogelijk is. Het CDA kwam met het idee dat de regering met voorstellen moet komen. Dat is ook zo. Het armoedebeleid is in eerste instantie een zaak voor de regering. Dat wil niet zeggen dat de gemeente lijdzaam moet toekijken als er iets duidelijk fout gaat in Breda. Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft vorig jaar becijferd dat een bijstandsuitkering voor een alleenstaande gemiddeld 100,- te weinig is om normaal fatsoenlijk te kunnen leven. Ik vind dat de gemeente haar verantwoordelijkheden moet nemen en daar waar nodig moet ingrijpen. Ik heb nog een opmerking in de richting van bijna alle partijen. Ik betreur het dat geen van de partijen, met uitzondering van GroenLinks en in bepaalde opzichten ook de Parel van het Zuiden, echt is ingegaan op de zes voorstellen afzonderlijk. Ik wil vragen dat in de tweede termijn alsnog te doen. We hebben best veel werk gehad aan die voorstellen, en ik vind het redelijk als u elk voorstel afzonderlijk even wilt bekijken en behandelen. Breda '97 zegt dat de gemeente een beperkte mogelijkheid heeft om beleid te voeren. Dat is wel zo, maar die mogelijkheid is toch aanzienlijk verruimd met de invoering van de Nieuwe Algemene Bijstandswet. De PvdA sprak over het kwijtscheldingsbeleid. Voorstel 6 maakt duidelijk dat wij hetzelfde beogen als datgene wat de heer Van Raak een paar dagen na het indienen van onze voorstellen in de krant heeft gezegd, namelijk dat de minima een automatische kwijtschelding krijgen toegekend en dat er geen aanslag meer wordt toegestuurd. Mevrouw HEERKENS Voorzitter, ik protesteer tegen deze gang van zaken, tegen deze vertaling. Als u zich op de hoogte had gesteld, dan wist u dat dit een voornemen was uit de Armoedenota en dat dit door talloze fracties bij de behandeling van de begroting en de kadernota constant is ingebracht. Om nu te suggereren dat het alleen om het krantenartikel gaat, vind ik niet juist. Dit was allang in voorberei ding en in planning. Mijnheer Van Os heeft dat nog een keer toegelicht en ook de heer Van Raak. Om nu te zeggen: dat heb ik binnengehaald, dat gaat mij echt te ver.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 127