20 MAART 1997
140
Wethouder VAN OS
Maar er is wel degelijk nog één verschil tussen uw voorstel en mijn voorstel. Daarvoor wil ik
u graag verwijzen naar de discussies in de vorige periode van deze gemeenteraad. Toen heeft dit
onderwerp ook zeer uitgebreid op de agenda gestaan. De vragen, die zijn gesteld, komen neer
op hoe de gemeente denkt te kunnen omgaan met de automatische kwijtschelding en het dus niet
opleggen van de aanslag. In de commissie heb ik aangegeven dat er tussen de afdeling Belastingen
en de dienst SAW op een aantal onderdelen duidelijk overeenstemming is over hoe dit kan worden
uitgevoerd, en ik heb daarbij ook aangegeven dat wij daarmee op het randje van de uitvoeringsprak
tijk volgens de wetgevingspraktijk lopen. Ons uitgangsprincipe is om zoveel mogelijk tegemoet
te komen aan diegenen die recht hebben op kwijtschelding. Ten aanzien van de andere bestanden,
die niet van ons zijn maar waarover we wellicht, eventueel in overleg, kunnen beschikken, die
hebben mede te maken met de groeperingen die Breda '97 noemt, zullen we kijken of we daarvoor
tot een praktische invulling kunnen komen.
TWEEDE TERMIJN
De VOORZITTER
Geen discussie over wie het eerst was.
De heer KWISTHOUT
Neen, dat zal ik niet doen, voorzitter. Maar ik constateer wel dat niets zo veranderlijk is als de
politiek. Vier weken geleden was iedereen tegen mijn initiatiefvoorstel en nu vindt iedereen dit
een goed voorstel. Ik vraag mij af of dit iets te maken kan hebben
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Bij interruptie. Mijnheer Kwisthout, u moet niet vergeten dat De Parel u toen heeft gesteund.
De heer KWISTHOUT
Sorry, het merendeel van de partijen was tegen. Ik vraag mij af of het iets te maken kan hebben
met het feit dat de vorige versie van dit voorstel door een oppositiepartij werd ingediend, terwijl
het nu door het college ter goedkeuring wordt voorgelegd. Ik ben als nieuweling in de raad wel
erg naïef, maar ik kan me niet voorstellen dat de gemeenteraad zo verschrikkelijk opportunistisch
te werk kan gaan.
Wethouder VAN OS
De heer Kwisthout vraagt nu toch om een reactie. Het zijn, denk ik, de kleine dingen die het doen.
Dit voorstel is uitvoerbaar, en zijn voorstel was niet uitvoerbaar. Ik denk dat alle partijen toen
hebben gezegd dat zij de richting van uw voorstel, met name dat onderdeel van uw voorstel,
steunden, maar dat zij het graag uitvoerbaar wilden houden. En dat is wat het college voorlegt.
Akkoord.
50. VASTSTELLING "REGLEMENT REKENINGSCOMMISSIE BREDA 1997".
51. GEMEENTELIJK GARANTIEBELEID TEN BEHOEVE VAN RECHTSPERSONEN
ALSMEDE OVERDRACHT VAN BEVOEGDHEDEN AAN HET COLLEGE VAN BURGE
MEESTER EN WETHOUDERS.
Akkoord.
52. FINANCIERING CHASSÉ THEATER N.V.