20 MAART 1997 141 De heer DUBBELMAN Gezien de uitgebreide discussie in de commissie Middelen kan de CD A-fractie bij de behandeling van dit agendapunt kort zijn. Wij zouden ons standpunt willen plaatsen in het kader van het coalitieprogramma, waarin de passage staat dat wij zo dicht mogelijk bij de exploitatietekorten moeten blijven, te weten het beoogde bedrag van 6,6 miljoen. Zo dicht mogelijk betekent dat wij bij de totstandkoming van de coalitie wel hebben voorzien dat dit de eerste jaren wellicht niet lukt. Daarbij wil ik eraan herinneren dat de CD A-fractie altijd naar voren heeft gebracht: let kritisch op de exploitatieresultaten in de eerste jaren. Maar voor ons is het structurele beeld dat zich ontwikkelt ook van belang. En dat kun je pas na minimaal twee jaar zien. Wat dat betreft schetst het voorstel toch een acceptabel perspectief. Het is wel zo dat wij het niet plezierig vinden om thans extra middelen aan het Chassé Theater ten goede te moeten laten komen, maar wij achten het onvermijdelijk en accepteren uiteindelijk het voorstel, temeer omdat ook voor onze fractie vaststaat dat wij niet bij Adam en Eva kunnen beginnen. Wij hebben geen nuloptie, en wij moeten uiteraard inspelen op de ontwikkeling zoals die zich aan ons voordoet. De heer BOER Bij interruptie. Adam en Eva was 4.000 jaar vóór Christus. Zoals we weten is er ook nog een voorgeschiedenis van 300.000jaar daarvoor. Ik denk dat toch een keer bij het CDA moet doordrin gen dat er ook hier sprake is van een voorgeschiedenis. De heer DUBBELMAN Ik ga niet met de heer Boer in discussie hoe lang het is geleden dat Adam en Eva ten tonele kwamen. Uiteraard durven wij die discussie wel aan, maar ik denk niet dat dit hiervoor de juiste plaats is. De VOORZITTER Adam was toch eerst? De heer DUBBELMAN Ja. Voorzitter. En ik denk dat ook het samenspel tussen Adam en Eva nu beter onbesproken kan blijven. Voor de goede orde wil ik nog het volgende vaststellen. Als ik zeg dat wij moeten reageren op de gegeven situatie, dan wil de CD A-fractie daarmee op geen enkele manier het risico lopen van een bestuurscrisis. Wij moeten nu met elkaar in deze coalitie verder, en wij willen geen onoverzienbare financiële, immateriële en bestuurlijke risico's lopen. Het gaat onze fractie om twee essentiële vragen. Hebben wij vertrouwen of geen vertrouwen in de Raad van Commissarissen, die wij ongeveer een jaar geleden hebben ingesteld? Ik weet dat GroenLinks, naar mijn idee, uiteindelijk ook nog voor de commissarissen heeft gestemd, met de kanttekening dat haar voorkeur ook naar een vrouw uitging. Wij kunnen het de heren niet kwalijk nemen dat zij zo ter wereld zijn gekomen. Ik dacht dat de instelling van de Raad van Commissarissen toch een brede steun in deze raad genoot, en dat is nog maar net één jaar geleden. Mijn tweede vraag is: hebben wij wel of geen vertrouwen in het dagelijks bestuur van de gemeente, dat zich aansluit bij de oordeelsvorming van de Raad van Commissarissen? Laat één ding duidelijk zijn, beide vragen zal onze fractie volmondig met ja beantwoorden. Wij hebben zowel vertrouwen in de Raad van Commissarissen als in de handelwijze van het college van burgemeester en wethouders in dezen. Ik wil er wel een oproep aan verbinden. Het is van belang dat de coalitie in dezen ferm één lijn trekt. Het is een heel belangrijke zaak, en het is niet goed als wij de zaak teveel gaan concentreren op een verenging, dus met een poppetje meer of minder erin. Wij zullen het ook niet waarderen als er wederom een spagaat gaat optreden, dus een anders optreden tussen de fracties van de coalitiepartijen en hun wethouders. De heer BOER Bij interruptie. Ik hoor hier een duidelijk dreigement vanuit het CDA, of in ieder geval een waarschuwing. Er blijken aanwijzingen te zijn dat de coalitiepartijen hierover niet eenduidig denken, terwijl dit toch van groot belang is. Ook in de commissie heeft de heer Dubbelman zo'n

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 141