20 MAART 1997 145 de grenzen in zicht, en wij hebben er geen behoefte aan om over een aantal jaren nog eens in dezelfde situatie te geraken. Wij achten het juist dat de verliezen over het jaar 1996/1997 ten laste van het eigen vermogen, de 5 miljoen dus, worden gebracht. Wij hebben ook vertrouwen in de Raad van Commissarissen en volgen derhalve, wat de directie betreft, zijn keuze. Van belang bij deze benoeming is de vorm van het arbeidscontract. Wij gaan ervan uit dat een constructie wordt gekozen die het mogelijk maakt om bij het niet vervullen van de taakstelling de arbeidsover eenkomst te ontbinden, zonder al te veel schade voor de N. V. respectievelijk de gemeente Breda. Wij zijn van mening dat wij mogen verwachten dat na het seizoen 1997/1998 zichtbaar wordt gemaakt of de taakstelling wordt gehaald. In het jaarverslag vinden wij een achttal oorzaken die geleid hebben tot de negatieve exploitatieresultaten. In ieder geval is duidelijk dat de horeca- activiteiten een belangrijke rol hebben gespeeld. Een spoedige uitbesteding van de horeca, liefst in combinatie met de ontwikkeling van de Kloosterkazerne, is van essentieel belang. Maar als die mogelijkheid wegvalt zal naar andere wegen moeten worden gezocht, teneinde dezelfde effecten te bereiken. Een andere pijler is het belang van de artistieke kwaliteit. In de notitie "Voor- stellingenbeleid 1997/1998" wordt onder andere geconstateerd dat er sprake is van een reeks verschuivingen en keuzes die tot kwaliteitsvermindering leiden. En dat is geen goed nieuws, voorzitter. Kunt u bevestigen dat, ondanks die verschuivingen en keuzes, de programmering nog steeds voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen? Wij zouden er wel behoefte aan hebben om over een jaar het gevoerde programmeringsbeleid tegen het licht van de aan de subsisieovereenkomst gehechte normen te houden. In dit geval niet als aandeelhouder, maar als subsidieverstrekker. De heer SCHOENMAKERS Het Chassé Theater is en blijft een bron van voortdurende zorg voor de gemeente. Ook als het voorliggende voorstel wordt aangenomen, is er nog steeds geen waterdichte garantie dat er een beter exploitatieresultaat wordt bereikt. We kunnen alleen maar hopen en vertrouwen, maar dat mag geen vermetel vertrouwen zijn. Hoewel onze fractie voor het eerst met deze problematiek wordt geconfronteerd, is deze natuurlijk ook bij ons niet geheel onbekend. De media hebben daarover genoeg geschreven. Er is ook in de nieuwe wijken van Breda genoeg over gesproken, en men kon vaak horen: de herindeling was nodig om het gat van het Chassé Theater te dempen. Mijn fractie heeft zich goed laten informeren, ook over het gehele voortraject. En binnenskamers zijn er pittige discussies over gevoerd. Het is ook geen sinecure om aan de ene kant te moeten uitleggen dat de O.Z.B.-tarieven voor de nieuwe bewoners van Breda fors zullen stijgen, en enkele weken later te moeten aangeven dat de miljoenen die in het theater worden gepompt een verantwoor de financiële injectie zijn. Maar de trein rijdt nu eenmaal door, en er nu vanaf springen zou nog grotere brokken maken. Er moeten nu afdoende maatregelen worden genomen, die garanties bieden naar de toekomst toe. Dat wil zeggen, dat wij het inzicht moeten hebben dat het voorliggende voorstel dusdanige maatregelen bevat, dat het met deze financiële injectie én met de benoeming van deze statutair directeur én ondersteund door de Raad van Commissarissen voor het theater mogelijk moet zijn om uit de rode cijfers te komen. In de commissie Middelen is uitvoerig gediscussieerd, ook met de Raad van Commissarissen. En gezien zijn opstelling en het Plan van aanpak hebben wij vertrouwen in de toekomst. Wel blijft er ook bij ons een gevoel van onbehagen bestaan bij de benoeming van de beoogd statutair directeur. Wij hebben grote waardering voor zijn theaterkwaliteiten, maar plaatsen vraagtekens bij het totaal van de bedrijfsvoering, en vooral de controlfunctie is toch van essentieel belang. Graag willen wij vernemen hoe die wordt uitgevoerd. De statutair directeur moet worden beoordeeld op de resultaten die in zijn takenpakket en het Plan van aanpak worden aangegeven, en daarop zal hij moeten worden aangesproken. Wij verwachten in dezen daadkracht van de Raad van Commissarissen. Wat het financiële aspect betreft het volgende. Met het weerstandsvermogen kunnen wij akkoord gaan. Een N. V. behoort nu eenmaal een eigen vermogen te hebben. Daarmee kan het theater aan de slag, en bovendien worden dan de eventuele exploitatietekorten niet zonder meer op de gemeente afgewenteld. Ook voor de liquiditeit is een dergelijk vermogen van belang. Het gehele Plan van aanpak en het wegwerken van de exploitatietekorten, zoals uit de prognose voor 1998/1999 blijkt, hangt nauw samen met de uitbesteding van de horecasector. Wij weten dat de onderhandelingen nog steeds gaande zijn,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 145