20 MAART 1997 157 wordt gehaald, of die taakstelling wordt niet gehaald. Beide mogelijkheden kunnen aan de hand van de vast te stellen jaarrekening worden beoordeeld. In artikel 18 lid 5 van de statuten kunt u lezen dat de Algemene Vereniging van Aandeelhouders formeel de jaarrekening vaststelt, en wel of geen decharge verleent over het gevoerde beleid. Ik was buitengewoon ingenomen, en u met mij, met datgene wat de voorzitter van de commissie heeft gezegd ten aanzien van de kritiek die het CDA in de commissie uitte ten aanzien van een bepaald punt, namelijk dat de jaarrekening al zal zijn vastgesteld, terwijl wij daarover nog niets hebben kunnen zeggen, en wij toch materieel willen meedenken met de formele aandeelhouder, zijnde het college van burgemeester en wethou ders De voorzitter van de commissie heeft gezegd dat, alvorens de j aarrekening wordt vastgesteld, die in de commissie wordt besproken. En wij kunnen daarover dan met elkaar praten. Ik denk niet dat we zover moeten gaan, en ik denk niet dat u zover zou willen gaan, dat de statutair directeur een risico-aansprakelijkheid heeft. Als zijn taakstelling niet wordt gehaald, dan zegt de Raad van Commissarissen, die overigens als eerst geroepene beoordeelt waarom de jaarrekening niet is gehaald, en ik citeer uit het verslag van de commissie Middelen de tweede pagina 12 waar de heer Boertjes opmerkt: "De taak van de Raad van Commissarissen is die van toezicht houden hoe het geformuleerde beleid wordt uitgevoerd op zowel financieel als artistiek gebiedAls niet de beoogde resultaten worden bereikt, met inachtneming van een redelijke bandbreedte, dan zullen maatregelen worden genomen"Ik denk dat het wat dat betreft in de eerste termijn wat anders is aangezet, maar dat de conclusie van de hele coalitie gelukkig unaniem is, en daar is het ons om te doen. Mevrouw HEERKENS Ik ben zo blij met deze hartverwarmende woorden van mijnheer Dubbelman, alles is weer goed. De heer KWISTHOUT Als het Chassé Theater aan de orde komt, dan wordt er dermate gegoocheld met miljoenen, dat Hans Kazan niet zou misstaan als lid van het college. Ik wil mijn tweede termijn gebruiken met te reageren op de motie van de Parel van het Zuiden. De Parel stelt dat de raad zijn verontschuldi gingen aan de burgers van Breda moet aanbieden. In principe hoeft de raad dat niet te doen, want de kiezers rekenen wel bij de verkiezingen af. In de richting van de heer Adank merk ik op dat de kiezer dat bij de laatste verkiezingen ook heeft gedaan, want 2/3 is niet gaan stemmen. Dat uw partij daarvan heeft geprofiteerd en andere niet, heeft andere oorzaken. Misschien dat uw kiezerskorps wat trouwer is. Ik vind dat wij het ons als raad mogen aanrekenen dat 2/3 van de kiezers niet is gaan stemmen. De SP zal de motie wel steunen, omdat er een duidelijk signaal vanuit gaat, dat wij onderschrijven. De heer BOER Ik heb het verslag van de commissie Middelen niet meteen na ontvangst gelezen. Ik had verwacht, want het lijkt mij voldoende interessant, dat het naar de hele raad zou zijn toegestuurd. Ik heb mijn eigen berekening gemaakt, en het lijkt mij niet onbelangrijk om van u te horen in hoeverre die buitengewoon scheef is. De 4,6 miljoen heb ik vijfjaar met 3% geïndexeerd om op 5,3 miljoen te komen. Bij de/6,4 miljoen, gebaseerd op het plan daarna, heb ik twee keer 200.000,-- opgeteld, omdat het uit 1995 stamt en een keer 400.000,—, die u net heeft genoemd. De 150.000,-- neem ik dus niet mee, omdat het geen extra is, maar het is een niet-korting en die loopt dan op, zoals ook mevrouw Heerkens zegt, tot 750.000,-, maar die berekenen we nu niet door. Het gaat nu om de wat grotere bedragen, 750.000,- is niet zo groot. Voorts tel ik er 200.000,— bij op, dat is de rente op de 5 miljoen, en komt er 100.000,— bij, omdat u vanaf januari gaat financieren. En zo kom ik op die 7,5 miljoen uit. Het verschil tussen het oorspron kelijke plan en de bijdrage voor 1997 bedraagt 2,2 miljoen, ofwel 42%. De heer SCHRODER In de richting van de heer Dubbelman wil ik nog één opmerking maken die ik in de eerste termijn ben vergeten. Hij spreekt zijn hoop uit dat het personeel akkoord gaat met de opschorting van de 36-urige werkweek. Ik vind het zeer gênant om hier in de raad te zeggen dat het personeel een recht moet inleveren om reden dat wij er als raad zo'n drama van hebben gemaakt. Ik vind het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 157