20 MAART 1997 163 moesten naar het spoor komen en de auto was uit den boze. Dat was toen de tendens. De wijk Belcrum moest daarin maar gaan geloven en moest daarvan ook maar de wrange vruchten zien te plukken. We zijn nu wat verder, en wat lezen we nu in het rapport: de kantoren moeten er nog steeds komen, zij het de helft, en zij mogen ook allemaal met de auto worden bereikt. Dus naast het feit dat je er kantoren krijgt en een toegangsweg, heb je ook nog met de parkeerproblematiek te maken. Want als het eenmaal goed gaat lopen, wat wij betwijfelen, want Nassau Wallon hebben we ook zien veranderen van kantorenmarktgebied in een gewoon garagehoudersgebied, en dat kan ook in de Belcrum gaan gebeuren, dan voorzie ik met het ingroeimodel hetzelfde probleem als bij het Chasséterrein. Daar kon eerst iedereen gratis parkeren. Vervolgens kostte het 2,50 per dag en stond de hele binnensingel aan beide kanten vol. Daarna is er een hekje aan één kant van de singel geplaatst, zogenaamd ter bescherming van de bomen, en toen stonden alle auto's aan de overkant van de singel in de woonwijk. Zoals gezegd, ik voorzie daar grote problemen. Ik denk niet dat dit beeld voor Breda, en zeker niet voor West-Brabant verandert. Het openbaar vervoer is zeer slecht. Ik hoor nog steeds geen echte keuzes vanuit de landelijke overheid over hoe zij dat wil stimuleren. Ik denk dat straks alle gebruikers van de kantoren met de auto daarheen zullen gaan. Je had ze net zo goed langs de A16 kunnen bouwen. Dan had je, als gevolg van de verkeers- en parkeerproblematiek, misschien een stuk minder overlast gecreëerd voor de woonwijk en voor de rest van de binnenstad. De Belcrum heeft vanaf het begin, dus vijfjaar geleden, want zolang praten we er al over, gezegd dat zij tegen de aanleg is van een spoorzoneweg. Die wordt in deze kantorenmarktstrategie als een duidelijk onderdeel gepromoot, want zonder die weg zou het niet te ontsluiten zijn. We hebben ons altijd tegen de kantoren verzet. We hebben gezegd dat zij daar niet thuishoren, het is een woonwijk en die moet je primair als woonwijk ontwikkelen. Wij lezen in dit rapport niets meer over de eventuele gevolgen van het wegzetten van een busstation daar, en wat dat voor de kantoren zou doen. Het uitgangspunt is dus duidelijk in strijd met de wensen van de wijk, die toch al vijfjaar lang bij de gemeente bekend moeten zijn. Tevens ontbreekt in dit rapport een onderzoek naar de veil igheidDit heeft te maken met het vervoer van gevaarlijke stoffen en dergelijke. Die komen daar wel voorbij, de chloortreinen rijden nog steeds, ik praat uit ondervinding, en daarover horen wij nu helemaal niets meer. Ook hierover bestaan duidelijke richtlijnen, namelijk dat er een onderzoek moet worden gedaan naar het feit in hoeverre een en ander schade kan opleveren voor de gebruikers van de kantoren. Of zijn dat geen mensen? Ik geloof niet dat we het moeten doen zoals de Engelsen: er een dekentje overheen leggen en dan maar doorrijden. Dat lijkt mij niet verstandig. Ik ben benieuwd hoe de wethouder denkt dat de stationsomgeving sneller kan worden ontwikkeld dan dat mijnheer Taks nu gaat sputteren. Heeft hij daarop nu duidelijkzicht? Heeft de NSzich al volledig akkoord verklaard met wat de gemeente wil, of moet de gemeente straks dansen naar de commerciële pijpen van de N.S.? De heer KWISTHOUT De vraag naar nieuwbouw van kantoren bedraagt ongeveer 100.000 vierkante meter, het geplande aanbod is 125.OOOvierkantemeter. Eeneenvoudigrekensommetjeleertdaterdus25.000vierkante meter blijft leegstaan. Ik vind dit onverkoopbaar in een tijd dat er zoveel woningzoekenden zijn. Kan de wethouder mij misschien uitleggen waarom het aanbod zoveel groter is dan de vraag? Voorts had ik nog een vraag aan de heer Üqerler: stond er nog iets interessants in de krant? Wethouder GIELEN Alleen de heer Kwisthoutheeft een vraag gesteld, de andere sprekers beperken zich tot het plaatsen van enkele kanttekeningen, waarop ik kort zal ingaan. Ik houd me verre van de opmerking van mevrouw Croft dat het niet goed gaat met de kantorenmarkt. Als u de werkgelegenheidsenquête leest, mevrouw Croft, dan ziet u dat met name op het terrein van de zakelijke dienstverlening Breda heel goed scoort, en dat er met name in de kantorenmarkt een heleboel werkgelegenheid voor Breda valt te halen. De discussie van gisteravond ging vooral over de stationsomgeving. Ik heb proberen aan te geven dat het hier een behoefteraming betreft en niet zo zeer een ruimtelijk verhaal. En in de richting van de heer Kwisthout: wij volgen hierbij de markt. Wij gaan natuurlijk niet zelf die kantoren bouwen, dit is een onderzoek naar de behoeften die er in de markt leven en op dit moment, dat staat ook in het raadsvoorstelis er betrekkelijk weinig leegstand in Breda, veel minder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 163