20 MAART 1997
164
dan in andere vergelijkbare steden. Dus ik denk dat de markt die ontwikkelingen wel degelijk zal
volgen. We hebben met dit onderzoek niet meer willen aangeven dan wat de behoeften in de markt
zijn, en op basis daarvan willen wij ons beleid gaan richten. Over de stationsomgeving heb ik in
de commissie gezegd dat het college voornemens is om u daarover in april/mei nader te informeren.
Via dit onderzoek wordt niet meer gezegd dan dat er een bepaald aantal vierkante meters voor
die omgeving wordt geraamd. In het project stationsomgeving zal nadrukkelijk worden ingegaan
op de consequenties van een kantorenlocatie in de stationsomgeving, alsmede op de autobereikbaar
heid van die kantorenlocatie. Ik denk dat dat het moment is dat we verder met elkaar moeten praten.
Ik zeg u toe dat er dan ook een uitgebreid communicatietraject met de directe omgeving zal
plaatsvinden. Over de alternatieve vraag die de heer Taks stelde, en die in de commissie ook door
diverse fracties aan de orde is gesteld, het volgende. Voor de locaties die in het Kolpron-rapport
zijn genoemd is er, naar onze inschatting, voldoende ruimte om de planning te volgen, zoals die
momenteel voor de stationsomgeving loopt. Een direct alternatief voor die grootschalige locatie
is er niet. Ik heb u aangegeven dat de punt van Steenakker-noord, het noordelijk deel van het
bedrijventerrein Steenakker-noord, nog een alternatief zou kunnenzijn. De signalen en de gegevens
die we nu hebben zijn aanleiding om vanaf 2000 die stationsomgeving wel degelijk beschikbaar
te hebben voor die kantorenmarktlocatie. In zijn algemeenheid, voor wat betreft de stationsomge
ving, herhaal ik datgene wat ook in de commissie aan de orde is geweest, namelijk dat de
stationsomgeving prima past in het locatiebeleid van het Rijk en dat ook het Nederlands Kantoren
marktonderzoek wijstop het feit dat ook zo'n stationslocatie goed bereikbaar moetzijn voor auto's,
en dat we daarvoor zullen kiezen bij het ingroeimodelOmdat we in de commissie daarop uitgebreid
zijn ingegaan, wil ik het hierbij laten.
TWEEDE TERMIJN
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJ ER
Ik betreur het dat de twee vragen, die ik heb gesteld, niet zijn beantwoord. Ik heb gevraagd hoe
het zit met het onderzoek naar de gevaarlijke stoffen en waarom dat onderzoek er niet is bijgevoegd
Dat hoort ook bij een onderzoek naar een kantorenmarktstrategie. Je dient er rekening mee te
houden wat er gaat gebeuren als er op zo'n korte afstand van nieuwe kantoren chloortreinen en
treinen met andere gevaarlijke stoffen langsrijden. Daar wordt niet over gesproken, maar het hoort
er wel in thuis. Ook in Roosendaal is dat bij een kantorenlocatie helemaal onderzocht. U weet
ook hoe het indertijd met dat bouwplan is afgelopen, dat is toen bij de Provincie afgeketst vanwege
al de gevaarlijke stoffen-verhalen. Daarnaast heb ik gevraagd hoe het met het overleg met de N.S.
staat en of de gemeente nog iets heeft te vertellen. U zegt: wij volgen de markt. Maar gaan wij
bepalen hoe die kantoren daar komen en wat voor soort en dergelijke, of bepaalt de N.S. dat?
Op die vraag geeft u ook geen antwoord. Tot slot nog het volgende. Als het zo goed gaat met onze
kantoren, kunt u mij dan uitleggen waarom Erel failliet is gegaan en de Beneluxtower er niet komt?
De heer KWISTHOUT
Het antwoord van de wethouder was mij niet helemaal duidelijk. In het voorstel staat dat de vraag
naar nieuwbouw in de komende vier jaar minimaal 90.000 en maximaal 110.000 vierkante meter
wordt, en het geplande aanbod 125000 vierkante meter. Gaat de wethouder ervan uit dat de vraag
aantrekt, of is er bewust meer kantoorruimte gepland dan dat er vraag naar is?
Wethouder GIELEN
Ten aanzien van de laatste vraag het volgende. Er is geen kantoorruimte gepland, dit is wat er
momenteel in de markt zit. Wij gaan ervan uit dat de markt het aanbod volgt en daarop wordt
de vraag gebaseerd. Daaruit verklaart zich dat verschil. Het is niet zo dat er voor de komende
tien jaar per definitie al zoveel meters zullen worden gebouwd, maar dit is wat er in de markt zit.
Vandaar deze behoefteraming. Ik heb die twee vragen van mevrouw Croft niet beantwoord, omdat
die hier niet aan de orde zijn. Het onderzoek naar gevaarlijke stoffen hoort niet thuis bij een
kantorenmarktstrategie, mevrouw Croft, dat hoort thuis bij het project stationsgebied en bij het
totale gebied. Op zich heb ik er altijd weinig behoefte aan om de antwoorden op de vragen, die